De PON, één of ander provinciaal onderzoeksinstituut, is een jaar of wat geleden begonnen met een onderzoek naar allochtone raadsleden. En verhip, ze kwamen ook bij mij uit. Want volgens de CBS-statistieken ben ik een allochtoon. Geboren en getogen in Breda weliswaar en Nederlands is ‘gewoon’ mijn eerste taal (heus!), maar ik heb nu eenmaal een Turkse vader en of je het nu wilt of niet, dan ben je allochtoon. Ik mocht dus allemaal vragen beantwoorden en ook mijn fractievoorzitter werd naar zijn mening gevraagd over mijn functioneren als ‘allochtoon’ in de raad.
Enkele weken geleden viel ineens de uitnodiging in de bus om aanwezig te zijn op een afsluitingsbijeenkomst van het onderzoek. En dus ging ik op mijn vrije zaterdagmiddag naar het PON in Tilburg om daar te praten over het allochtoon zijn in de raad. Slechts vijf (!) andere allochtonen uit het Brabantse hadden diezelfde moeite genomen.
Er werd lang gepraat over barrières voor allochtonen om in de politiek te gaan, over de problemen die je als allochtoon tegenkomt en hoe we de vertegenwoordiging van allochtonen op peil kunnen brengen (want eerlijk is eerlijk, ‘we’ zijn een beetje ondervertegenwoordigd). Maar eerlijk is eerlijk: al die problemen die werden genoemd, herken ik helemaal niet. Volgens mij word ik niet aangekeken als allochtoon en volgens mij is er geen barrière. De taal misschien, voor sommige anderen, maar ja, die zul je toch echt moeten beheersen wil je volksvertegenwoordiger worden.
Mijn eigen conclusie: het komt van zelf goed. Je moet gewoon meer jongeren werven (over ondervertegenwoordiging gesproken). Want de eerste generatie buitenlanders krijg je nu echt de politiek niet meer in. En jongeren willen de politiek niet meer in, omdat het saai lijkt (en soms ook inderdaad vreselijk saai is). En als je nieuwe, jonge mensen weet te werven, weet ik zeker dat de verdeling tussen allochtonen en autochtonen veel evenwichtiger is. En als je meer jonge mensen werft, dan zal daarvan ook zo’n beetje de helft vrouw zijn. Want die komen we in de politiek ook nogal wat te kort.
Kortom, van de oudjes (sorry, ik bedoel het niet oneerbiedig) hoef je op dit vlak niet te veel te verwachten. Maar als het lukt de jongeren weer wat meer bij de politiek te betrekken, dan zie ik een vreselijk evenredig vertegenwoordigde raadzaal voor me. Tsja, hoe zal ik dat ‘ns formuleren… I had a dream, of zoiets.