Zie web-logs 17 nov. 2003, vr 15 dec. 2003, ma 22 dec. 2003, di 6 jan. 2004 en 14 jan. 2004.
Het is al weer een half jaar geleden dat de raad bezig was met deze wet die o.a. de oude bijstandswet gaat vervangen. In het kort komt deze er op neer dat mensen die een uitkering aanvragen zo snel mogelijk naar werk geleid moeten worden, het maakt niet uit wat voor werk dat is. Daar is een reïntegratieverordening voor (reïntegratie betekent in deze: terug naar de werkvloer). Elke gemeente mag zelf deze verordeningen opstellen, waarin staat op welke manier die reïntegratie wordt uitgevoerd.
Daar ging dan ook vooral de discussie over. Want bij de reïntegratie horen ook de ID-banen (instroom-doorstroom, de oude Melkertbanen en Banenpool-regelingen). Die Melkertbanen worden allemaal afgeschaft, daarvoor in de plaats komen (een aantal) opstapbanen (bedoeld voor mensen om weer ervaring op de arbeidsmarkt op te doen) en vangnetbanen (mensen die niet meer aan een reguliere baan zullen komen, maar op deze wijze toch nuttige arbeid verrichten). Om zoveel mogelijk van de huidige Melketiers te kunnen laten zitten, had de wethouder dus een plan opgesteld, waarbij werkgevers subsidie op de loonkosten van zon werknemer krijgen. Daar gebruikt ze een deel van het geld voor wat de rijksoverheid aan Breda geeft voor het reïntegratiebeleid. De wethouder had in haar plan ook nog een onderscheid gemaakt tussen gesubsidiëerde banen in de profitsector en in de non-profitsector. Gesubsidiëerde banen in de laatste sector werden helemaal vergoed, in de profit-sector maar tot 70%.
Dat tegen het zere been van CDA en VVD. Die vinden dat bedrijven en non-profitinstellingen (bijvoorbeeld culturele) hetzelfde behandeld moeten worden. In principe ben ik dat met ze eens, maar die kleine instellingen kunnen de eigen 30% die het bedrijfsleven best kan opbrengen, vaak niet betalen omdat ze daar niet genoeg cultuur-subsidie voor krijgen. En daarnaast mogen ze die subsidie eigenlijk niet gebruiken om loonkosten mee te betalen, omdat die subsidie bedoeld is voor projecten.
De move van CDA en VVD (geen verschil tussen profit en non-profit) heeft er voor gezorgd dat de wethouder nu een probleem heeft: ze zal nu ook voor de non-profitsector maximaal 70% vergoeden. Ze kan niet de subsidie in de profitsector omhoog schuiven naar 100%, want daar heeft ze simpelweg geen geld voor.3 En dat betekent dus weer dat die culturele instellingen hun gesubsidiëerde arbeidskrachten alsnog op straat moeten zetten, omdat ze de loonkosten niet kunnen opbrengen. Om dat tegen te gaan, zou er dus extra subsidies aan die instellingen gegeven moeten worden. Maar daar is in deze tijd van bezuinigingen weer erg weinig financiële ruimte voor.
een slimme rekenaar denkt nu: maar je houdt toch reïntegratiegeld over dat je als subsidie aan de culturele instellingen kan geven. Ja, er blijft inderdaad wel wat geld over, maar dat mag dus echt alleen maar voor reïntegratie en loonkostensubsidie gebruikt worden en voor niets anders.
Met hun amendement haalden CDA en VVD dus heel wat overhoop. En toen ze ook nog steun kregen van de fractie van Leefbaar Breda, en dus een meerderheid in de raad voor het amendement was, werd de PvdA helemaal boos op haar coalitiegenoten. Ik vroeg voor de zekerheid nog even of de PvdA niet onderhand uit deze coalitie wilde stappen, maar fractievoorzitter Haarhuis hield zijn lippen stijf op elkaar. Later zei hij in de wandelgangen dat hij op zulke momenten zijn knopen telt: “Let wel, alle knopen”. Dankzij de PvdA is er in Breda fatsoenlijk sociaal beleid, verdedigt Henk zich op elke aanval. Ik heb zelf alleen de indruk dat de jas van de PvdA steeds meer knopen verliest.