Ik hoorde het afgelopen woensdag in de kroeg. Karel van de Pol had gemeend te moeten sterven. De uitvaart was zaterdagmiddag in Café Ome Jan, met veel live muziek. De kist was erbij, omringd door minstens zo’n vijfhonderd mensen.
Karel was jarenlang een trouwe, vrolijke en hardwerkende vrijwilliger voor Breda Barst. Daarnaast was hij superactief voor de Stichting Rhythm&Blues Breda. Ik heb ook een tijdje met hem gewerkt bij BN/DeStem. Dat was in de tijd dat ik daar een centje bijverdiende als samensteller van de Uitgids. Karel werkte toen nog bij de vormgeving en als de inhoud van de gids afwas, moest ik die nog wel eens doornemen met hem. Maar het meest gezellig waren de keren dat we we elkaar tegenkwamen in de kroeg. Dat gebeurde regelmatig, meestal in De Scarabee (zie weblog wo 26 jan. 2005). De avond dat De Scarabee voor het laatst open was, was ook de laatste keer dat ik met hem heb zitten praten.
Hij vertelde toen dat hij ooit in De Bruine Pij, toen nog een berucht motorrijderscafé in Breda, had verloren met pokeren van een stel van die ruige gasten. Het rondje kon hij echter niet betalen en op de lat schrijven was er in de Pij niet bij. Het was barman Rob die hem toen persoonlijk vijfentwintig gulden leende om z’n huid te redden. Toen diezelfde Rob later een eigen café begon, was Karel één van de eerste klanten. En altijd gebleven.
Karel was een fijne vent. Iemand waar je op kon rekenen. Maar zijn laatste actie blijft een klotestreek.