Hemelvaart in Breda staat altijd in het teken van het Breda Jazz Festival. En aangezien ik jazz zeer kan waarderen, was ik de afgelopen vier dagen weer veelvuldig in de binnenstad van Breda te vinden. Niet als medewerker van het festival dit jaar, maar na jaren weer eens gewoon als bezoeker. En dat beviel prima.
Het veranderlijke weer speelde het festival enigszins parten. Daarnaast viel het op dat de oude stijl jazz (met een zwaartepunt op New Orleans), waar het festival ooit groot mee is geworden, maar matigjes aan bod kwam. Daarvoor in de plaats veel funk, blues en bluesrock. Ook leuk, maar voor het smoel van het festival zou het goed zijn als oude stijlen zoals two-beat weer wat meer aan bod zouden komen.
Desondanks veel leuke dingen gezien: de bijna country-achtige swing van George Carver, het virtuose accordeon-spel van Rene Sopa, het enthousiasme van het Japanse quintet Nola Seinendan, de onnavolgvare scat van Daniël Huck, de perfecte timing van trombonist Dan Barett, het magnifieke pianospel van Rossano Sportiello, de homor van Hans van den Ouweland, de lichtvoetige zang van Cynthia Sayer, de aanstekelijke vrolijkheid van Eddie Erickson en de ingetogenheid van Rebecca Kilgore en de uitbundigheid van Lillian Boutté. Voor uitgebreide recensies moet je niet bij mij zijn. Wie denkt dat ‘ie wat gemist heeft kan volgend jaar het beste zelf naar Breda afreizen. Op 25 mei is het weer Hemelvaart.