De discussie over de horeca-sluitingstijden zingt al ongeveer een jaar rond in Breda. Vanavond was de commissie waarin een voorstel van het college besproken zou worden. Daarvoor was ook al een hoorzitting gehouden. Het college-voorstel was onbeholpen en de uitkomst van de hoorzitting maakte de zaak er ook niet duidelijker op (zie weblog ma 20 juni 2005).
Het collegevoorstel komt er kort gezegd op neer dat de kroegen voortaan tot drie uur ’s nachts open mogen blijven, in plaats van de huidige twee uur. De broodjeszaken, (=snackbars, döner-tenten etc.) die nu tot halfvijf open zijn, moeten volgens dat voorstel ook om drie uur dicht, met als reden dat er in de snackbars zo vaak problemen zouden zijn. De nachtzaken blijven tot vier uur open, net als nu. Voor poppodium MeZZ geldt ook een sluitingstijd van vier uur (nu twee uur), ook al hebben ze geen nachtvergunning. Wie het begrijpt, mag het uitleggen.
Allereerst is GroenLinks principiëel voorstander van vrije openingstijden. Ondernemers zijn zelf prima in staat om te bepalen wanneer hun type klanten uit willen gaan en kunnen daar hun openingstijden op aanpassen. Het is ook niet aan de overheid om te bepalen ‘wanneer mensen naar huis moeten’. Een dergelijke paternalistische houding is niet meer van deze tijd. Dus er moeten voor ons practische argumenten zijn om kroegen aan een sluitingstijd te binden.
Die zijn er volgens mij niet echt. Voor de veiligheid is het alleen maar beter wanneer de openingstijden flink verruimd worden. Nu stroomt al het volk massaal op hetzelfde moment naar buiten: om twee uur, en nogmaals om vier uur, wanneer de nachtzaken sluiten. Twee keer overlast dus met soms de nodige vechtpartijen. Met een ruimere openingstijd zullen mensen geleidelijk naar huis gaan in plaats van tegelijkertijd. Een sluitingstijd van drie uur is onvoldoende verruiming om die geleidelijke uitstroom te bewerkstelligen. Dat zou minstens vier uur moeten zijn of, zoals net gezegd, de volledig vrije openingstijden.
Dat de broodjeszaken tegelijk met de café’s dicht zouden moeten is ook belachelijk. Je kunt het als overheid immers niet maken om op het moment dat de broodjeszaken het meeste geld verdienen, ze verplicht te laten sluiten. Zo mag je niet met hardwerkende ondernemers omgaan, zeker als de reden (opstootjes en vechtpartijen in de broodjeszaken), niet aantoonbaar is.
Over een apart beleid ten aanzien van het poppodium ben ik ook niet tevreden. Ofwel gun je MeZZ een nachtvergunning, met dezelfde regels die voor andere nachtzaken gelden (zoals pas om tien uur open mogen), ofwel houd je ze aan dezelfde regels als elke andere kroeg. Gelijke monniken, gelijke kappen. Overigens zou MeZZ, in door GroenLinks bepleitte scenario van vrije openingstijden, geen enkel probleem meer hebben om dance-activiteiten te organiseren. Ze moeten wellicht wel extra maatregelen treffen om de geluidsoverlast te beperken, maar ook dat geldt in principe voor elke kroeg.
Wat te doen met de huidige nachtvergunningen. Zij moeten nu aan extra eisen voldoen wat betreft veiligheid (zoals portiers, geluidsisolatie en kogelwerende deuren). Daar hebben ze extra in moeten investeren en hun voordeel (later open mogen zijn) zou in een scenario van vrije openingstijden komen te vervallen. Dat is allereerst door de strenge eisen te stellen aan die café’s die het nodig hebben. Die portiers zijn er in eerste instantie niet omdat de kroeg zo laat open is, maar omdat er veel mensen binnen zijn. Dit soort veiligheidseisen moeten voortaan gesteld worden afhankelijk van de grootte, de capaciteit van de kroeg. Geluidsisolatie moet afhankelijk zijn van het tijdstip waarop de kroeg open is. Wil een kroeg in een scenario van vrije openingstijden ’s nachts open zijn, moeten extra geluidswerende eisen gesteld èn gehandhaafd worden. Dat nachtzaken overdag open mogen als de andere kroegen ook ’s nachts open mogen, is natuurlijk vanzelfsprekend.
Tot slot het argument van Horeca Nederland tijdens de hoorzitting: ruimere openingstijden leidt tot meer kosten, maar niet tot meer opbrengsten. Mensen gaan pas later naar de stad, zo vrezen zij. Voor een deel kan dat kloppen, maar er is ook een keerzijde. Nu gaan veel Bredanaars naar andere steden, waar ze langer uit kunnen gaan. Deze groep zal voortaan vaker in Breda blijven. Ook zullen meer stappers uit de omgeving voor Breda kiezen, in plaats van Rotterdam, Tilburg of Eindhoven.
Hoewel ik het totaal niet had verwacht, lijkt er zich een voorzichtige meerderheid af te tekenen voor een regime van vrije openingstijden. Naast GroenLinks zijn ook de VVD, de SP en D’66 voorstander. De PvdA is sowieso voorstander van openingstijden tot vier uur ’s nachts en denkt nog na over de vrije variant. Dat het college met een nieuw voorstel moet komen is in ieder geval duidelijk. Dat kan in de herfst dus nog spannend worden. Wordt vervolgd…
(Geluids)overlast misschien. Ik kan me voorstellen dat je als binnenstadbewoner op een gegeven moment ook wel wil slapen.
En het personeel trouwens dat tot midden in de nacht moet doorwerken. Ook niet echt prettig.
@Peer: Dat is juist de grap. Binnenstadbewoners hebben nu juist last vanwege de pieken om twee en vier uur, als iedereen de straat opgaat. De overlast uit de café’s zelf is wel tegen te gaan, maar dat massale straatlawaai niet. Tenzij niet iedereen tegelijk de straat opgaat. Door vrije openingstijden bijvoorbeeld.
Vrije openingstijden…een goed plan…Breda zit al jaren vast aan de strakke regels, dan ga je vanzelf naar een ander stad op te gaan stappen…..!