Het is soms moeilijk toe te geven dat dit kabinet van intellectuele proleten ook wel eens goede beslissingen neemt. Toch heeft minister Bot een moedige daad verricht die enkel kabinet voor hem durfde te nemen. Nu is onze minister van Buitenlandse Zaken, in tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, ook een genuanceerd en goedmoedig mens.
Minister Bot heeft min of meer erkent dat Indonesië, de voormalige Nederlandse kroonkolonie, in 1945 de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen. Daarmee zegt hij impliciet dat de oorlog, die wij in onze vaderlandse geschiedenisboekjes eufemistisch de ‘politionele acties’ noemen, een onrechtmatige, een uiterst kwalijke en eigenlijk ook misdadige aangelegenheid was. Hij durft dat echter niet hardop te zeggen, omdat hij dan het inmiddels ietwat uitgedunde leger Indië-gangers over zich heen krijgt, die de oorlog in Indonesië nog steeds beschouwen als de meest heroïsche maoorlogse Nederlandse daad.
Ik heb nooit helemaal begrepen waarom deze soldaten het zo moeilijk vinden om te erkennen dat Nederland geen enkel recht had Indonesië te bezitten, laat staan het recht had om na de oorlog dit land te heroveren op de Japanners. Het is immers in eerste instantie helemaal niet hun schuld dat de toenmalige Nederlandse politiek er een zo abject standpunt op nahield. Wel vind ik het verwerpelijk dat een aantal van deze oud-strijders blijven vasthouden aan de legitimiteit van hun opdracht. Zeg toch gewoon dat de overheid er een fout standpunt op nahield.
Dat de bekendste Nederlandse deserteur, Poncke Princen, nooit meer voet op Nederlandse bodem heeft mogen zetten is in deze context natuurlijk diep en diep triest. Eigenlijk was hij één van de weinigen die zo duidelijk stelling nam tegen de foute beslissing van Den Haag. Hij deserteerde, vocht mee met de onafhankelijkheidsstrijders van Soekarno en had het daarmee bij het rechte eind. Wie oprecht strijd tegen verwerpelijke beslissingen van zijn eigen overheid, kan geen landverrader zijn.
Nog een paar jaar, dan erkent Nederland dat de ‘politionele acties’ een misdaad tegen de Indonesische bevolking waren en moeten onze geschiedenisboeken worden herschreven. We hebben onze Nederlandse rijkdom en welvaart voor een groot deel te danken aan de plundering van Indonesië. En na de soevereiniteitsoverdracht hebben we ook nog eens de Molukkers in de kou laten staan. Er is weinig goeds uit de Nederlandse bezetting voortgekomen. Behalve misschien dan een stuk top-literatuur van de hand van Eduard Douwes Dekker.
Hallo Selçuk,
Over Poncke Princen: Misschien wil je mijn logje “Leve de deserteur’, categorie COMMENTAAR lezen….
Groet, dré