De rel rond de Deense cartoons begint steeds gekkere vormen aan te nemen. De één leest in de grondwet ineens een artikel dat ‘het recht op beledigen’ waarborgt, terwijl de ander vindt dat artikel 147 en 147a van het Wetboek van Strafrecht onderhand eens van stal gehaald moet worden. Beide partijen hebben ongelijk.
Zelf ben ik er voorstander van dat artikels 147 en 147a zo snel mogelijk uit het Wetboek van Strafrecht verdwijnen (zie weblog ma 15 nov. 2004. Deze wetten beschrijven, kortgezegd, dat iemand die zich op een voor een gelovige krenkende wijze uitlaat over het geloof, zich schuldig maakt aan smalende godslastering, religieuze voorwerpen of personen beledigd of meewerkt aan de openbaarmaking van bovenstaande. En op basis van die wet, is publicatie van de Deense cartoons in Nederland strafbaar. Althans, als de aanklager kan aantonen dat de cartoons grievend zijn. Niet moeilijk, gezien de vele demonstraties.
Anderzijds, het wetje van opa Donner is al decennia lang niet meer van stal gehaald. Niemand kan zich eigenlijk ook nog voorstellen dat in Nederland het belachelijk maken van religieuze voorwerpen of personen bestraft wordt. Het zou in het zuiden in ieder geval een zware domper voor het carnaval betekenen. Verkleden als non of pater is er dan niet meer bij, laat staan het rondsprenkelen van wijwater met een pleeborstel.
Maar om nu te zeggen dat het afschaffen van artikel 147 en 147a meteen zou betekenen dat iedereen het recht heeft om te beledigen, gaat me ook te ver. Er is in dit land Vrijheid van Meningsuiting, en ik ben daar een vrij radicaal voorstander van. Elke beperking, ook belediging, van die vrijheid moet weggenomen worden. Er is maar één uitzondering: men mag niet oproepen tot geweld.
Concreet zou dat betekenen dat er juridisch geen belemmeringen zijn voor belediging en godslastering. Dat is maar goed ook, want wat beledigend is en wat niet, is niet objectief vast te stellen. Belediging kan per definitie alleen maar vastgesteld worden door de ontvanger van de boodschap, en wat voor mij beledigend is, is dat voor een ander wellicht niet. En alles wat je niet kunt vaststellen, moet je ook niet willen verbieden.
Maar een onvervreemdbaar mensenrecht is belediging natuurlijk alles behalve. Net zo min als dat mensen het recht hebben om zich constant onfatsoenlijk te gedragen. Indien Ayaan Hirsi Ali meent dat hier in Nederland het recht bestaat om mensen te beledigen, dan heb ik nog best wat dingen op mijn lever die eigenlijk met goed fatsoen niet op dit weblog te schrijven zijn. Gelukkig ben ik een netjes opgevoede homo met enige beschaving in zijn donder.