We zouden aanvankelijk om negen uur vertrekken, maar kennelijk was dat vervroegd naar half negen. Tevergeefs, want ik kwam toch echt pas tien minuten voor negen het Stadserf opfietsen. Daar stond het busje met raadsleden al klaar om weg te rijden.
Het werkbezoek ging naar Den Bosch en Eindhoven, om in die steden eens te kijken hoe daar met de opvang van dak- en thuislozen werd omgesprongen. Vooral Utrecht liet een goede indruk achter. Utrecht kent veel verschillende en van elkaar gescheiden voorzieningen. De gebruikersruimte en de nachtopvang zijn op verschillende locaties. Daarnaast zijn er in de stad een aantal hostels, die 24 uur open zijn, maar waar geen bedden zijn. Er zijn kleinschalige woongroepen van ex-daklozen die een opstap zijn naar zelfstandige woonruimte. En via een bureau dagloon krijgen dak- en thuislozen de mogelijkheid om bovenop hun daguitkering nog wat extra geld bij te verdienen door nuttig werk te doen.
In Eindhoven was de diversiteit in het aanbod aanmerkelijk kleiner, maar ook daar was de dag en de nachtopvang van elkaar geschieden. Daarnaast heeft die stad onlangs ook een gelegaliseerde tippelzone aangesteld. Voor de Bredase raadsleden interessant, omdat ook in Breda de straatprostitutie toe lijkt te nemen. En hoewel ik zelf erg verdrietig wordt van mensen die zich gedwongen voelen om op die manier bij te moeten verdienen, zie ik niet hoe een gemeente dat zou moeten willen tegengaan. Legaliseren, zodat overlast geminimaliseerd wordt en de omstandigheden voor de tippelaarsters verbeteren. In Eindhoven leek het goed uit te pakken. Ik durf echter niet goed in te schatten hoe groot de omvang van de straatprostitutie is en of ook hier zoiets dergelijks nodig zou zijn. Ik geloof niet dat dat al wel eens duidelijk in beeld gebracht is. Misschien toch eens naar vragen.