De trein heeft romantiek. Nu is die romantiek, geef ik ronduit toe, de laatste jaren snel minder geworden als gevolg van het afschaffen van de rokerscoupé en het volledig loslaten van de stipte dienstregeling. Ik moest denken aan de vele momenten van inspiratie die de Nederlandse Spoorwegen mij hadden bezorgd. Zoals die ene keer, op 22 oktober 2000, toen terugreizend van Schiphol naar huis, ineens die mooie jongen tegenover me ging zitten.
Schuw kijkend, rond en uit het raam
Ik kijk je aan, je wend je af,
steekt nog een Gauloise op,
en esemest met iemand die je kent.
In Dordrecht stap ik uit
en vraag hoe ver je nog
verder moet – tot Vlissingen.
Als je wegrijdt kijk ik even,
zwaai je na en denk ik voor
een ogenblik
Oh was ik maar jouw gee-es-em.