We waren er weer ingetrapt, Sammy en ik. We waren opnieuw de lul, voor het zoveelste achtereenvolgende jaar. En we zaten eraan vast.
Na jaren als vrijwilliger te hebben gewerkt voor het Bredase Jazzfestival ben ik daar vorig jaar mee gestopt. De reden was dat de commissie Wapperende Handjes, waar ik toe behoorde, het, eufemistisch gesteld, niet helemaal eens was met de wijze waarop de organisatie werd aangestuurd.
Enkele weken voor het Jazz Festival. Leo van Lieshout hangt aan de telefoon: ‘Ik ga iets doen met het Jazz Festival, doe je mee?’. En voor ik een antwoord kon bedenken had ik natuurlijk al weer ‘ja’ gezegd (zie web-log di 7 sept 2004).
Vier dagen lang stonden we bij zijn podium op de Nieuwe Veste. Waar muzikanten als Relax, Jan Akkerman en Bergit Lewis werden afgewisseld door jong talent van de hoog aangeschreven Bredase muziekschool De Nieuwe Veste. En hoewel het bezoekersaantal door de bijna continue stroom regen erg tegen viel en de omzetcijfers nauwelijks voldoende om de stroomrekening te dekken, was Leo niet ontevreden. ‘Weet je het eerste jaar Breda Barst nog’, vroeg hij, memorerend aan het verlies wat de kleine anderhalf duizend bezoekers tellende eerste editie van Breda Barst.
En zo kwamen russen de regenbuien en de optredens door voor de zoveelste keer de oude verhalen van voorbije festivals langs. Waarschijnlijk is dat de reden waarom we er elke keer weer intrappen. Omdat we het er zo verdomd goed naar onze zin hebben.