De trein terug vertrok precies op tijd. Helaas stond ik niet op tijd op het perron. En dus had ik 29 minuten te doden op Den haag centraal. Niet het leukste of esthetisch meest hoogstaande station van Nederland. Dus dan blijft er nog maar één ding over: eten.
De wachtende mens stopt graag iets in zijn mond. Etenderwijs, voor de duidelijkheid. Het verschil tussen de etende mens en de wachtende mens, is dat de etende mens enigszins kieskeurig is over wat er gegeten wordt. De wachtende mens kan het geen donder schelen, als er maar gekauwd, gebeten en geslikt kan worden. De wachtende mens heeft zich ontdaan van zijn über-ich en vreet er primitief op los.
En zo eindigde ik bij Smullers, de weinig verheffende naam van de frituur-keten die de vaderlandse treinstations bewoont. Voor een frietje met mayo, dat er op de foto natuurlijk net een beetje beter uitzag dan in het echt. Voor een frietje, dat ook niet gemaakt was van echte, vers gesneden aardappel, maar van samengeperst aardappelmeel uit een diepvrieszak. De inhoud van het papieren bakje smaakte duidelijk naar vertraging.
De menselijke beschaving is niet veel meer dan een dun laagje vernis. Bij het minste of geringste beetje tegenslag, maakt de beschaving plaats voor primitieve oerdriften. Verfijning maakt plaats voor grof geweld. Friet van Smullers, het is om me kapot voor te schamen.
Schamen ? Gewoon: niks menselijks is je vreemd.