De krant was goed verteerbaar. Het grote wereldleed en kleine nationale opmerkelijkheden stonden overzichtelijk gerangschikt in een prettig leesbare krant met een bittere afdronk. Mijn ogen bleven hangen bij een verslag uit een schuilkelder in Israël.
Niet dat een verslag uit een schuilkelder nog indruk maakt nu de oorlog de vijfde week ingaat. Doorgaans maakt zo’n verslag melding van langzaam oplopende emoties zoals verveling, angst en agressie. Maar nooit had ik er bij stilgestaan dat zo’n lang verblijf in een schuilkelder desastreus is voor je seksleven.
Nu is mijn voorstellingsvermogen op dit punt natuurlijk danig aangetast door Hollywood. Op het moment dat de spanning ondraaglijk wordt, of het nu in een schuilkelder of op de frontlinie is, beseffen de hoofdrolspelers ineens dat ze toch eigenlijk wel heel erg van elkaar houden. Of misschien wel gewoon zin hebben in een verzetje, maar een verzetje zonder romantische context is in Hollywood natuurlijk strikt verboden.
Ik stelde me al voor, wekenlang opgesloten zitten met een prachtige joodse jongen. Daar moest toch wel wat moois uit voortvloeien. Maar niet dus. Ik had er geen rekening mee gehouden dat in die zelfde schuilkelder ook nog een grootmoeder, zes buren, een viertal oudtantes en de vervelende rotkinderen van tegenover verblijven. Dan is er inderdaad weinig ruimte meer voor een goed potje seks. Laat staan voor romantiek. Wat is oorlog toch naar.
Laat er maar snel een wapenstilstand komen. Dan kan er ten minste weer gevreeën worden. Hoe zei John Lennon dat ook al weer? O ja, make love, not war.