Het langverwachte moment is daar: het ‘witte boekje’ is af. Een jaar lang hebben journalisten en redacteuren samen met het genootschap Onze Taal gewerkt aan een eigen woordenlijst Nederlands als alternatief voor het vermaledijde Groene Boekje van de Nederlandse Taalunie. De verwachtte verlossing blijkt een regelrechte ramp geworden.
Pannenkoek, het onnavolgbare verzinsel uit 1995, ligt iedereen nog vers in het geheugen. De platte lekkernij is illustratief geworden voor een van het pad geraakte Taalunie. En voor de kwestie rond de tussen-N. Waar voor 1995 een simpel hanteerbare regel toe te passen was (impliceert het eerste woord een noodzakelijk meervoud, dan een tussen-n en anders niet), volgde vanaf 1995 een invasie van tussen-n-nen. Slechts enkele woorden, waardonder hanepoten en paardebloem, vielen vorig jaar, met de presentatie van een herziene woordenlijst alsnog ten prooi aan de reformatiezucht van de Taalunie.
Tegelijk werd een veelvoud aan nieuwe taalgedrochten geïntroduceerd, zoals coauteur (maar co-existentie), havoër (iemand die de HAVO volgt), appel (niet de vrucht, maar het doen van een beroep, maar dat verschil zie je dankzij het verwijderen van de accent grave niet meer). Zo zullen we die wat sullige buurman voortaan aan moeten spreken als Mijnheer de Koekenpeer, schreef ik hier al eerder (zie blogs 20 dec. 2005 en 1 aug. 2006) met walging. En hoort het koppelteken in Frankrijk tegenwoordig tussen de ‘N’ en de ‘K’, waarmee dit Europese land historisch gezien ineens het Krijk der Franen is in plaats van het Rijk der Franken. En ook introduceerde de Taaunie als beschrijving voor wannabe -schrijvers het woord ‘would-beschrijver’. Wat het ‘would’ dat deze persoon zou moeten beschrijven precies is, weet niemand.
De verlossing moest komen van het witte boekje. Een poging van NRC, NOS, Volkskrant en Trouw om samen met het Genootschap Onze Taal een alternatieve woordenlijst op te stellen, die beter zou aansluiten bij het taalgevoel. Een paar verbeteringen: het correcte ‘collegae’ is opnieuw geïntroduceerd als mogelijk meervoud, het accent grave doet zijn herintrede en de would-be-schrijver mag nu ook andere dingen beschrijven dan dat mysterieuze ‘would’. Maar de tussen-N-kwestie is vrijgelaten: iemand mag zelf weten of ‘ie ‘pannekoek’ of ‘pannenkoek’ schrijft. Ik vind dat van weinig lef getuigen. Maak een keuze. Laat voor mijn part de tussen-n overal weg. Maar maak van de spelling geen anarchie.
Maar ‘handvaten’ als mogelijk meervoud voor ‘handvat’ gaat me te ver. Tenzij ze bij Onze Taal een klein, handzaam blik bier voor de beertender bedoelen. En het woord ’typfout’ doet ook geen recht aan het Nederlands. En je snapt dat in deze barre tijden ’typefout’ een erg belangrijk woord gaat worden.
Raad es wat ik gisteren kreeg? Jawel, het Witte Boekje – een dag voor de officiële presentatie!
Het belangrijkste ervan vind ik dat er duidelijk wordt gemaakt dat we niet klakkeloos die pennenlikkers volgen. Of is het klakkenloos?
@René: en pennelikkers…
Dit is pas een heldere spelling:http://www.spellingverbetering.nl/
(en die komt overeen met de spelling van het zuid-Afrikaans… Zo gek is die niet en nog makkelijker leerbaar ook!)