Op station Breda meldde een bord me dat de trein naar Tilburg niet reed wegens knutselwerkzaamheden aan het spoor. Vreemd, dacht ik nog. Doorgaans werkt pro-rail toch alleen in het weekeinde. En zelf heb ik tot de verkiezingen van 22 november alleen maar werkdagen voor de boeg. Dat tijd relatief is, is bewezen door zowel Einstein als deze full-time campaigner.
Om tien voor negen werd dus al meteen de illusie dat ik deze keer eens als eerste bij de bus zou zijn, hardhandig de kop ingedrukt. Er reden bussen in plaats van treinen. En door één of andere actie van het Kruitvat speelde dat deel van de reis dat wel per trein afgelegd kon worden, zich af in overvolle treinen zonder zitplekken. Werken op de laptop, of even de NRC’s van de afgelopen drie dagen doornemen, was er niet bij. Zoals gezegd. Campaigner zijn is soms een hard vak.
Het is fantastisch om te zien hoe Femke daar mee omgaat. Zij is nog drukker bezet dan wij, aangezien zij behalve de bustour ook nog het ene na het andere debat heeft op tv, voor kranten of politieke avonden. Ze draagt haar zware agenda met een vrolijkheid die bewonderenswaardig is.
Morgen vertrekken we al om half tien van Amsterdam Amstel naar de Hoekse Waard. Vanavond heb ik een feestje in Den Haag. Da’s mooi, want vanaf Breda zou het in dit knutselweekeinde vast niet lukken om per trein op tijd op het vertrekpunt te arriveren.
Komt de fractievoorzitter van Groenlinks Breda nog wel toe aan zijn functie waar hij nog niet zo lang geleden zelf voor gekozen is? Of blijft het bredase werk liggen nu het ‘landelijke belang’ roept? Daar ben ik als Selcuk- en (waarschijnlijk ook) Femke-kiezer wel benieuwd naar.
[sÇ: de fractievoorzitter komt absoluut nog aan zijn Bredase werk toe. Vooral mijn nachtrust en mijn blog hebben te lijden onder de campagnedruk.]
Hopelijk levert het allemaal ook nog wat op, de 22ste.
[sÇ: Groei Mee GroenLinks]
Helaas moest ik vanavond eerder weg. Dit ahd te maken dat een maat van mij me kwam ophalen. Toch lijkt het me bijzonder leuk en interessant om nog een keer in debat te gaan.
Ik hoor het wel.
Groet,
Rudolph Vermeer