Om half vier werd ik verschrikt wakker. Na de lange begrotingsbehandelingen heb ik de nacht en de halve dag in een coma gelegen, getuige het feit dat ik een uur lang door een electronische wekker geslapen moet hebben en ongeveer 26 oproepen had gemist.
„We zitten op je te wachten in Utrecht, waar ben je ergens en wat ga je doen? Ik hoor het wel.”
„We zijn nu vertrokken dus het handigste is als je met de trein komt naar Groningen. Ik geloof dat je daar ook een presentatie op je zou nemen. Ik denk dat Gerard iets anders gaat regelen als je er niet bent. Bel me nog even terug zodra je dit hoort.”
„Ik moet eerlijk zeggen dat we ons behoorlijk zorgen beginnen te maken, aangezien we niets van je terug horen. Ik weet niet waar je bent maar we zouden het erg fijn vinden als je eventjes een belletje doet als je dit hoort.”
Het moge duidelijk zijn. Ik had ’s ochtends op Utrecht Centraal moeten zijn om mee te gaan met Femke on Tour. Kennelijk had de zware week met deadlines en een ingewikkelde begrotingsbehandeling zijn tol geëist. Ik baal er flink van. Ik hecht enigszins aan een betrouwbaar imago.
We hebben je gemist, maar we hebben altijd nog de video:
http://arnoudboer.nl/2006/11/femkespotting-xix.html
En je bent ook al de hele maand niet meer bij mij langsgekomen. Ik mis je.
[sÇ: ik jou ook. Ik ga het inhalen.]