Ik zou nog even terugkomen op collega Rogier Elshout, die afgelopen donderdag zijn laatste werkdag had op de fractie. En aangezien ik, als ik dit schrijf, in de mijmerfase lijk te zitten en de afspraak met Jaap waar ik eigenlijk over had kunnen schrijven is verzet naar de volgende dag, is dit een even goed moment als elk ander.
Rogier was een jaar of wat medewerker van de publieksdienst van GroenLinks en uit die functie door GeenStijl ooit omschreven als de Kay van der Linde van GroenLinks. Een hele eer, alhoewel het wat ver gaat om een publieksdienstfunctionaris als spin-doctor te omschrijven. Ik ontmoette Rogier volgens mij voor het eerst op het Jongerenweekeinde van GroenLinks op 30 november 2003. Op het Voorum, een klein jaar later, en op de vele daaropvolgende Dwars-bijeenkomsten leerde ik hem beter kennen en bleken we eenzelfde absurdistisch en enigszins afwijkend gevoel voor humor te hebben. Toen ik voor GroenLinks in Den Haag ging werken, bleek hij tot mijn grote verrassing een collega te worden.
Rogier denkt sneller dan dat hij typt. Op zich is dat niet een heel unieke eigenschap, maar wel bijzonder lastig, aangezien hij net zo dyslectisch is als een mol zonder veterstrikdiploma. Extra lastig is het dat hij als medewerker van de publieksdienst voornamelijk bezig was met het beantwoorden van brieven en mails van burgers. Meest memorabele fout was in een e-mail aan een mevrouw van één of ander actie-comité, die hij afsloot met de zinsnede ‘succes met Uw sterven’. Gelukkig kon de dame in kwestie de humor van deze onbedoelde typo wel inzien.
Rogier is gestopt met zijn werk om meer aandacht te kunnen besteden aan zijn studie en aan zijn carrière als beroepsjongere. Hij is nu jongerenvertegenwoordiger bij de jeugdraad en ik ben er van overtuigd dat we hem nog wel eens terugzien in de grote-mensenpolitiek, om het zo maar even te noemen.
Met Rogier kan ik bijzonder goed opschieten. Hij verdacht mij er zelfs van dat ik op de Vrije School had gezeten. Rogier kan namelijk vooral met andere Vrije School-gangers opschieten. Wat deze groep onderscheidt van de rest van de mensheid is mij niet geheel duidelijk, maar ik heb tot mijn achttiende dan ook alleen maar katholiek onderwijs genoten.
Rogier werkte altijd op dinsdagen en donderdagen. Stiekem waren dat ook de dagen dat ik het meest fluitend afreisde naar Den Haag. Eén van onze grootste meesterwerken in het halve jaar dat we collega’s waren is ongetwijfeld het jongerenprogramma, dat we grotendeels in één nacht en met drie flessen wijn hebben geschreven.
Nee, dit is geen In Memoriam. Ik ben er van overtuigd dat ik Rogier nog vaak ga tegenkomen. Laat het een eerbetoon zijn aan een scheidend collega. En aan alle andere collegae van GroenLinks. Want geloof het of niet, het moet wel zo’n beetje de leukste en vrolijkste club mensen zijn waar je voor kunt werken. Waarvan akte.
tsjonge jonge wat een eer. en mijzelf nog nooit in zo weinig worden zo treffend beschreven gezien
[sÇ: je bent nu eenmaal een treffende persoonlijkheid]
alleen… homo collega?
[sÇ: Nominativus: de mens, collega. Dus eigenlijk Homo Collega est. Maar dat past niet in het format.]