In het kader van de ervaringen op de werkvloer liep ik een nachtje mee met het horeca-toezicht van de politie. Dienstrooster: van 22.00 tot 6.00 uur. Keurig meldde ik me op de aangewezen tijd bij het bureau aan het Chasséveld.
Na het ondertekenen van een geheimhoudingsverklaring (namen en rugnummers van arrestanten, zo heb ik plechtig beloofd, mag ik niet openbaar maken), volg ik de wekelijkse instructie voor alle agenten. Elke week wordt het geheugen van de agenten weer even opgefrist door de teamleider: rustig blijven (ook al is er iets aan de hand) en zorgen dat je alleen ingrijpt als er genoeg collega’s in de buurt zijn (ik heb geen zin in blauwe ogen). De instructie wordt, zoals elke week, afgesloten met een serie mugshots: deze mensen worden gezocht, deze mensen worden extra in de gaten gehouden en deze mensen zitten elke week te kwallen.
In het camerahok zit een agent naar zo’n zestien beeldschermen te kijken die hij op afstand kan bedienen. Op sommige camera’s zijn woonhuizen te zien, die zijn ‘afgeplakt’. Daardoor blijft de privacy van bewoners gewaarborgd. De taak van de uitkijker is om opstootjes te melden aan de agenten ter plekke, zodat deze snel kunnen ingrijpen als er ergens in de stad iets gebeurd. De teamchef doet een porto-check. Iedereen komt kraakhelder binnen dankzij het nieuwe, digitale C2000-systeem voor hulpdiensten.
Rond een uur of elf loop ik samen met de agenten naar het centrum. Het is rond deze tijd nog relatief rustig en de agenten doen een rondje langs de diverse horecazaken om even een praatje te maken met de portiers en kroegeigenaren. Doorgaans is er voor de agenten tot een uur of één weinig te doen. Vanavond is dat anders: net als ik een praatje maak met een portier van het Kerkplein, breekt er in de Veemarktstraat een brand uit. De mensen van het horeca-toezicht worden ingeschakeld om de boel af te zetten. Een geluk bij een ongeluk dat de brand niet anderhalf uur later uitbreekt. Tegen tweeën, rond het sluitingsuur van de café’s, heeft de politie haar handen vol aan het in de gaten houden van de mensenmassa. Het afzetten van straten zou dan zoveel mankracht hebben gekost dat het reguliere toezicht in de knel zou komen.
Ondertussen geeft uitbater Ray een rondleiding door ‘zijn’ Kerkplein. Mooie tent aan de binnenkant. Een volledig nieuw interieur, maar ‘historiserend’ gebouwd. ‘Nep’ mag ik het van Ray niet noemen (‘de rekening was anders wèl echt!’). Een andere noviteit in zijn zaak: de gratis thee- en koffiekorner. Uitvalsbasis voor zojuist verliefd geworden stelletjes en voor de Bob. Daarnaast is het een goede plek om iets te beschonken bezoekers neer te planten vóórdat ze gekke dingen gaan doen.
Iets na enen begint de spanning een beetje toe te nemen. Als achteloze stapper heb je dat niet in de gaten: voorbijgangers vragen de politie om tips voor leuke cafeetjes of naar de dichtstbijzijnde pinautomaat. Ondertussen luisteren de agenten via hun porto naar berichten van collega’s over bijna-opstootjes en net-niet-ongeregeldheden in het stadscentrum.
Een ploeg van twee agenten loopt kalm naar de Visserstraat: een drukke horeca-straat bestaande uit allerlei totaal verschillende horeca-zaken met publiek dat ‘niet goed mengt’. Veel jonge uitgaanders in de beach-club, veel allochtone jongeren in het R&B-Café en recht daartegenover de geharde NAC-aanhang in ’t paviljoen en de liefhebbers van hardhouse en hardstyle in Qnation. En dan vergeet ik nog het indie-publiek van Café de Speeltuin en vast nog wel en aantal zaken. Om gedoe op straat te voorkomen, begint de politie om half twee al met het schoonvegen van de straat: iedereen die een beetje rondhangt op straat, wordt vriendelijk verzocht door te lopen naar het volgende café, of naar huis. De meesten geven zonder problemen gehoor aan de oproep, anderen stribbelen eerst nog wat tegen.
In het Paviljoen loopt het even uit de hand als een ruzie escaleert en zich naar buiten verplaatst. De agenten observeren de situatie enkele seconden en halen dan de vechtersbazen uit elkaar. Alles bij elkaar duurde de consternatie niet meer dan een minuut of wat. Hé, daar loopt die jongen van de foto. Even later loopt het ook op de stoep voor de Beach Club uit de hand. Een uit de hand gelopen woordenwisseling. De jongen die tot drie keer toe gevraagd wordt weg te lopen, komt weer terug en daarna ingerekend. Die heeft nu dus een strafblad.
Een half uur tot drie kwartier later is de straat bijna helemaal leeggelopen. Van een meisje wordt haar wegwerkcamera afgepakt. Ze was gewaarschuwd: de politie wil niet gefotografeerd worden. Desondanks deed ze dat toch. Een groep van drie agenten blijft aan de kop van de straat nog even staan. Een wildplasser wordt op heterdaad betrapt in de Potkanstraat, hemelsbreed slechts 100 meter verwijderd van het dichtstbijzijnde openbare urinoir. Lachend zegt hij de boete te zullen betalen. Als hij hoort dat deze 75 euro bedraagt, lacht hij iets minder. Zijn vrienden denken het voor hem op te moeten nemen. Het had niet veel gescheeld of één van hen had meegekund vanwege het beledigen van een ambtenaar in functie. “Dat gebeurt bijna altijd”, legt één van de agenten later uit, “degene die een boete krijgt, is bijna altijd rustig, maar de vrienden van zo iemand gaan altijd op hoge toon met de politie in discussie.”
Om drie uur gaan de agenten om beurten even een boterhammetje eten in één van de torentjes van het Spanjaardsgat. Tot kwart voor vier blijft het rustig, totdat er in een nabijgelegen studentenhuis bonje uitbreekt. Wat er aan de hand is, is me niet geheel duidelijk, maar er werd iemand afgevoerd. Daarna is er nog een opstootje bij het kerkplein. Iemand had een fles sterke drank gejat: waarschijnlijk een dat-durf-je-toch-niet-actie. De politie neemt de aangifte op. Ondertussen worden er via de zijuitgang enkele lastpakken letterlijk de tent uitgesmeten. Lastpakken, want één van hen verkoopt een agent later nog een flinke mep. Binnen luttele seconden zit hij in de boeien.
Om half vijf is de drukte voorbij. De agenten staan nog even met de hele groep aan de kop van de Havermarkt. De laatste bezoekers lopen de stad uit en maken nog even een lolletje met de agenten. Die zijn in een goede bui. Ondanks een stuk of tien arrestanten was het toch een rustige avond te noemen: nergens liep het uit de hand. Ik zet de ploeg nog even op de foto: het was de laatste avond van de teamchef. Eenmaal terug op het bureau moeten de overgebleven agenten de processen verbaal opmaken. Een ander deel is naar de Mijkenbroek in de Haagse Beemden om verklaringen om te nemen van de arrestanten van die avond. Als die de volgende ochtend vrijgelaten zullen worden, mogen ze nog een flink stuk lopen voordat ze weer bij hun fiets in de stad zijn. Het is zes uur als ik mijn bed induik.
Rustige nacht. Niets waar wij een bericht van zouden maken.
[sÇ: en dit dan?]
Chasséveld Blues.
[sÇ: mooie omschrijving.]