Wie dacht dat de dag na de verkiezingen een rustige dag zou zijn waarop ik tot diep in de middag op bed kon blijven liggen, laat twee belangrijke factoren buiten beschouwing. Allereerst de uitchecktijd van half elf die het hotel erop na hield en ten tweede de fractievergadering van 12.00 uur in Den Haag. Ik kwam, tot mijn eigen verbazing, slechts een half uur te laat.
De rest van de middag was ik bezig met het archiveren van mijn overvolle mailbox. ‘s Avonds reisde ik af naar Tilburg. Een groep studenten moest als schoolopdracht een tv-uitzending over de Armeense genocide maken en ik was als enige-Turk-in-Nederland-die-de-genocide-erkent uitgenodigd.
Zo sjokte ik met volgepakte rugzak het land door. Totdat ik rond half elf Breda bereikte. Het biertje in de Beyerd lokte, en daarna het bed. Voor het eerst in vier nachten sliep ik weer eens thuis. Als een blok.
Verdiende rust. Maar wel te lang. (Gelukkig ben je er weer. ‘k Begon me al zorgen te maken.)
[sÇ: rust? rust? in het bejaardenhuis zeker.]
Je kunt er inderdaad maar het beste vliegtuigjes van vouwen. (Daarna wel keurig bij het oud papier natuurlijk.)
[sÇ: lezen mag natuurlijk ook]