De gemeenteraad had een heidedag. Voor het eerst. En dus verzamelde de vrijwel voltallige gemeenteraad en nog een stuk of wat commissieleden zich op deze meteorologisch mistroostige dag in vergadercentrum Princeville.
De vraag die die dag beantwoord moest worden: hoe vindt de gemeenteraad dat hij zelf functioneert en hoe kunnen we dat verbeteren. De tweede deelvraag beantwoord eigenlijk al de eerste. Het functioneren van de gemeenteraad laat soms behoorlijk te wensen over.
Onherroepelijk volgen dan ellenlange sessies waarin iedereen tal van externe factoren opwerpt die debet zijn aan het gebrek aan kwaliteit. Externe factoren, want aan de kwaliteit van de individuele raadsleden kan het uiteraard niet liggen. Slechts een enkel nieuw raadslid durfde het aan om het eigen gebrek aan kennis over bepaalde zaken hardop te benoemen.
Desondanks, laat ik daar niet ontrecht schamper over doen, was het een geslaagde bijeenkomst. Al zal dat niet direct leiden tot een grote sprong voorwaarts. Veel van de geopperde verbeteringen dienen eerst nog uitgewerkt te worden en dat kan – het blijft immers politiek – nog best even duren.
Eén verbetering kan wel direct ingevoerd worden: een klokje bij het spreekgestoelte om de woordvoerders enige indicatie te geven van de lengte van hun bijdragen. Dat zou mij in ieder geval helpen, want ook al beloof ik telkens beterschap, ik wil tijdens mijn bijdragen in de raad ook veelvuldig uitweiden. Komt tijd, komt raad, zullen we maar zeggen. Alhoewel je die spreuk in dit geval ook zou kunnen omdraaien.
Dat ken ik: terwijl je zelf het idee hebt nog maar een minuutje bezig te zijn blijken het er veel meer te zijn. Vaak overigens ook door interrupties e.d. Wij hebben in Groningen trouwens spreektijdbeperking: elke fractie krijgt x minuten plus 1 minuut per fractielid. Die verdeelt een fractie zelf vervolgens naar eigen inzicht; waar de ene fractie 10 minuten praat kan de andere met 1 minuut af om tijd te bewaren voor andere onderwerpen. Het college krijgt na elke termijn een derde van de tijd die de raad heeft gekregen. Een hoop gesprokkel met minuten, maar het zorgt er wel voor dat vergaderingen niet te lang worden en dat je zelf ook goed kijkt naar je prioriteiten als fractie.
[sÇ: Spreektijd naar fractiegrootte is voor mij geen optie. De twee leden tellende fractie van D’66 heeft bij ons soms meer zinnigs te melden dan de grote fracties bij elkaar.]
GroenLinksers hebben nu eenmaal veel te melden. Daar kunnen ze ook niks aan doen.
[sÇ: de zeespiegelstijging zal toch niet het gevolg zijn van onze spraakwaterval?]