Een novum in de Bredase politiek: de pré-kadernotabehandeling. Vroeger kon de raad alleen maar reageren op de kadernota, die op het moment van de behandeling al vrijwel helemaal was dichtgetimmerd door ht college. In de pré-kadernotabehandeling geeft de raad het college van Burgemeester en Wethouders de kaders mee waarbinnen de Kadernota moet worden opgesteld. Hieronder mijn bijdrage.
De bespreking van de kadernota is in Breda vaak een postzegelbespreking geweest, waarbij hier of daar nog een klein bedrag wordt binnengehaald voor een bepaalde buurt of wijk. Een jaarlijkse dans waarbij na een uren durende vergadering duidelijk werd welke stoeptegel er het komende jaar recht gelegd zou worden.
Klimaat
De Pré-kadernota is een wat andere vergadering. Zij vraagt, on onze ogen, om een wat meer thematisch verhaal, waarbij het college onderwerpen meekrijgt die de raad nader uitgewerkt wil zien. Waar de raad accenten verwacht in de Kadernota. Verwacht dus van mij hier op dit moment geen verhaal op de vierkante millimeter. Daar is deze vergadering niet voor bedoeld.
De klimaatverandering staat internationaal eindelijk weer hoog op de agenda. Dat gevoel van urgentie wordt gevoed door alarmerende rapporten in opdracht van de VN, waarin geconcludeerd wordt dat het niet meer zozeer de vraag is of het klimaat veranderd, maar hoe ernstig die veranderingen zullen zijn. Dat die klimaatverandering aan de mens is toe te schrijven, wordt door de wetenschap ook nauwelijks meer in twijfel getrokken.
De gevolgen van de klimaatcrisis zijn niet eenzijdig af te wentelen op de landelijke overheid of de internationale gemeenschap. Ook op gemeentelijk niveau moet een krachtige extra inspanning geleverd worden om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Door energiezuinig te bouwen. Door nieuwe wijken zo in te richten dat ze qua energieverbruik nagenoeg zelfvoorzienend zijn. Er is in Breda een streven om te komen tot een energie-neutrale of klimaat-neutrale stad. Willen we dat doel halen, dan is het noodzakelijk om daar een helder beleid op te voeren en hiervoor ook voldoende middelen voor te reserveren.
Qua luchtkwaliteit, maar ook de kwaliteit van bodem en oppervlaktewater wordt Breda geconfronteerd met nieuwe, strengere Europese regels. Willen we aan onze verplichtingen voldoen, zal ook daar extra geld voor beschikbaar gesteld moeten worden.
Wat GroenLinks betreft wordt dit thema van duurzaamheid, naast de bestaande thema’s uit het programacoord leidend in de kadernota 2008. Daarbij gaat het om meer dan alleen maar geld. Het gaat evenzeer om toekomstgericht denken op alle beleidsvelden.
Solidariteit
Dit college heeft zich een jaar geleden duidelijk uitgesproken voor een sociale en solidaire stad. Dat betekende in eerste instantie voortzetting van het armoedebeleid. Zonder daar iets aan af te doen, weten we dat er desondanks groepen zijn die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat vraagt vooral creativiteit van het college. Het voorstel van de PvdA om het armoedebeleid op te rekken en daarmee de problematiek van de armoedeval te dempen, wordt door ons van harte ondersteund.
Ook op mondiaal vlak heeft deze coalitie verdergaande ambities getoond. Allereerst door met elkaar af te spreken dat de middelen in deze periode konden worden opgehoogd tot 1 euro per inwoner. Afgelopen maand heeft de commissie bestuur die ambitie nog eens herhaald. Breda gaat werk maken van mondiale samenwerking. Nu er een beroep gedaan gaat worden op die extra middelen, is het van belang dat deze in de kadernota 2008 ook als zodanig gereserveerd worden.
Jeugd / cultuur
Een opmerking wil ik nog maken over het cultuurbeleid in de stad. De stedelijke discussie staat in de startblokken en GroenLinks is benieuwd naar de uitkomsten. In de culturele sector zijn de voornaamste knelpunten eindelijk opgelost. Maar er blijven pijnpunten die binnen de huidige geldstromen moeilijk zijn op te lossen. Dat geldt met name ook op het gebied van jeugd- en jongerencultuur. Hier moet in geïnvesteerd worden.
Extra aandacht verdient op dat punt Danstheater De Stilte. Dat zij kwaliteit leveren staat buiten kijf en dat dat een zware wissel trekt op een eigenlijk te beperkt aantal medewerkers is ook bekend. In het net verschenen rapport van de raad van cultuur wordt dat onderkend. De raad pleit voor extra middelen voor de jeugddans. Het is aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid van politiek, bestuur en De Stilte zelf om er zorg voor te dragen dat De Stilte kan meedelen in de ruif en dat hoe dan ook de professionalisering van De Stilte niet tot stilstand komt door gebrekkige financiële middelen.