Naast sturen op hoofdlijnen en het controleren van het bestuur , behoort de volksvertegenwoordigende taak van een politicus tot de belangrijkste taak. Juist daar hebben de GroenLinks-fractie in Zuid-Holland en één statenlid in Noord-Holland het laten afweten. Daarmee hebben zij hun krediet als vertegenwoordiger verspeeld.
Politici moeten zelf actief op zoek gaan naar de mensen die zij menen te vertegenwoordigen. Dat zijn in eerste instantie de eigen leden en, minstens zo belangrijk, dat smaldeel van de kiezers dat op GroenLinks gestemd heeft. Aan hen moeten de volksvertegenwoordigers verantwoording afleggen over hun werkzaamheden. Zij hebben immers het recht te weten wat er met hun stem gebeurd is. Van hen krijgt de politicus het mandaat op basis van het verkiezingsprogramma en de partijbeginselen, aangevuld met het persoonlijk profiel, vier jaar lang politiek te bedrijven.
Wanneer de politicus meent af te moeten wijken van deze drie kiezersbeloften, ontstaat een nieuwe situatie. Allereerst zal de politicus vooraf in discussie moeten met de eigen directe achterban, de leden. Daarnaast zal de politicus zijn best moeten doen om ook met de kiezers van gedachten te wisselen. Tot slot zal er verantwoording afgelegd moeten worden over de gemaakte keuze.
Terug naar de politieke realiteit. Eén statenlid in Noord Holland heeft gemeent bij de verkiezing voor de Eerste Kamer ongeldig te moeten stemmen. Cheryl Braam zegt ‘per ongeluk’ een verkeerd vakje aangekruist te hebben en daarna maar zeven hokjes rood gekleurd te hebben. Er vanuit gaande dat die verklaring juist is, diskwalificeert zij zichzelf als statenlid op grond van onkunde.
Minstens net zo discutabel is de handelswijze van de fractie in Zuid-Holland. Uit ‘protest’ hebben zij de door het congres vastgestelde lijstvolgorde genegeerd en hun stem uitgebracht op Jan Laurier, die hiermee een voorkeurszetel krijgt. Daarvan is kandidaat-senator Yolan Koster de dupe. Fractievoorzitter Oscar Dijkhoff zegt zorgvuldig te werk gegaan te zijn om tot zijn beslissing te komen. Drie maanden lang heeft hij er met zijn fractie over nagedacht en erover gesproken met zijn afdelingsbestuur en enkele kaderleden, zo schrijft hij.
Het argument dat hij aandraagt voor het afwijkend stemgedrag van zijn fractie, namelijk dat de partijtop te veel invloed op de lijstsamenstelling gehad zou hebben, is op zijn minst discutabel en zijn kwalificatie van een zorgvuldige afweging geeft totaal geen pas. Op geen enkel moment heeft hij zijn intentie kenbaar gemaakt aan de leden in de provincie. Dijkhoff heeft selectief lopen winkelen onder bij hem bekende kaderleden. Aan dit zware besluit is geen ledenraadpleging vooraf gegaan. En de 65.684 kiezers zijn al helemaal nooit om hun mening gevraagd. Een eenzijdige beslissing van de Zuid-Hollandse partijtop dus, zonder democratische legitimatie.
Daarmee heeft de gehele fractie van Zuid-Holland zich gediskwalificeerd als vertegenwoordiger. Tijdens de verkiezingscampagne sprak lijsttrekker Oscar Dijkhoff nog plechtig de volgende woorden. “Bovendien vind ik dat een politicus voorrang moet geven aan het vertegenwoordigen van de standpunten van zijn achterban boven zijn eigen persoonlijke standpunten.” Die belofte heeft hij nu flagrant gebroken. Als fractievoorzitter en eerst verantwoordelijke voor het stemgedrag van zijn fractie zou het hem sieren als hij zijn zetel ter beschikking zou stellen.
En daar ben ik het nou helemaal mee eens.
[sÇ: en zo vaak gebeurt dat niet volgens mij ;) ]
En ik nou eens helemaal niet.
[sÇ: sinds wanneer durf je deze mening alleen nog anoniem te verkondigen, beste Koen M.?]
In de Nederlandse wet staat dat een volksvertegenoordiger zonder last of ruggespraak moet stemmen. Hij/Zij moet zijn eigen afweging maken op het moment van stemmen. Een groot goed.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonder_last_of_ruggespraak
Dat een partij mensen op de lijst zet die niet stemmen zoals de partijleden/kiezers zouden willen is een fout van henzelf.
Dat men mensen op een lijst zet die geen stembriefje kunnen invullen is ook een fout van de lijstsamenstellers.
Zo eens in de 4 jaar kan men deze fout(en) herstellen.
[sÇ: Allereerst, de passage ‘zonder ruggespraak’ is al tijden uit de grondwet verwijderd. ‘Zonder last’ wil zeggen dat de volksvertegenwoordiger niet persé is gehouden aan opvattingen van bijvoorbeeld een ledenvergadering. Maar met de verwijdering van de passage ‘zonder ruggespraak’ is overleg uitdrukkelijk wel mogelijk. Het past ook bij de moderne partijdemocratie om over zwaarwegende kwesties de achterban te raadplegen om daarmee van gedachten te wisselen. Door dat niet te doen, heeft Dijkhoff zijn vertegenwoordigende taak ernstig verzaakt.]
Dat “zonder ruggespraak” geschrapt is laat onverlet dat hij en zijn fractie in het volste recht staan om te doen zoals ze gedaan hebben. Dat hij daarbij tegen de wil van de partij en blijkbaar in tegenspraak met zijn eigen mening gehandeld heeft zegt iets over hem en zijn fractie en zal neem ik aan tzt gevolgen hebben.
[sÇ: Als het niet uitmaakt dat ‘zonder ruggespraak’ geschrapt is, moet je het ook niet als argument aanvoeren. Voor de rest heb je gelijk, hij (Oscar c.s.) mag dit doen. Mijn overdenking is vooral gericht op de vraag of dat feit of dat netjes -democratisch- is. Wat mij betreft niet, en dat zou inderdaad gevolgen moeten of kunnen hebben.]
Helemaal eens. http://www.arnoudboer.nl/?p=252
[sÇ: ik voel me nu al thuis.]
Dat “ruggespraak” zowel uit de Grondwet, de Provinciewet als de Gemeentewet geschrapt is, wist ik niet. “Zonder last of ruggespraak” is in de loop der eeuwen ook meer een gezegde geworden dat staat voor een belangrijk principe: de volksvertegenwoordiger is niet een doorgeefluik van partijstandpunten, het is iemand die zelfstandig denkt en op basis van eigen inzicht en overtuiging een oordeel velt. Iemand die zonder last -kan- en -moet- stemmen. Anders kan men net zo goed geen mensen maar partijen in de vertegenwoordigende organen zetten. Dat het onderwerp waarover afwijkend gestemd is eigenlijk (voor mij als niet GroenLinkser iig) de kool niet waard is terzijde.
Ik heb de indruk dat, mede met als munitie voorvallen als deze, een richtingenstrijd binnen GL wordt uitgevochten tussen mensen die voor Herman Meijer (en zijn ideeën) kiezen en de mensen die voor ??? zijn.
Of zit ik er volkomen naast?
1. Heel af en toe wil ik het best eens met je eens zijn. We schijnen toch lid te zijn van dezelfde partij ;-)
2. Nog even als uw staatsrechtfetisjist dan. Niets leuker dan zeveren over woordjes in de Grondwet ;-)
Dat “stemmen zonder last” in de Grondwet staat moet je eigenlijk zien als een uitvloeisel van toen Nederland nog een Republiek was (vroeger was het beter…). Toen zaten de leden van de Staten-Generaal daar als lasthebber van de staten der provinciën.
Nu geeft de bepaling eigenlijk alleen maar aan dat volksvertegenwoordigers volledig vrij zijn in hun stemgedrag. Je kan in principe niet via de rechter afdwingen dat iemand bepaald stemgedrag vertoont.
Dat je daar juridisch dus niks mee kan, wil niet zeggen dat je dan ook zomaar, zoals hier, van die vrijheid gebruik moet maken. Of dat je daar als partij geen gevolgen aan moet verbinden.
[sÇ: en daar komt oorspronkelijk ook het opgeheven ‘zonder ruggespraak’ vandaan. Het zou immers vier dagen duren als de Statenleden heen en weer naar hun provincie zouden moeten om even te overleggen.]
Geen homo meer?
[sÇ: ach, kom toch.]