De laatste week voordat het reces in Breda zou aanbreken, was de ergste. Nu wegen de laatste loodjes van het politieke jaar sowieso altijd redelijk zwaar, maar dit maal was de uitputtingsslag voor mij zwaarder dan normaal.
Dat komt enerzijds vanwege de drukke werkzaamheden in Den Haag. Maar een veel belangrijkere factor is ongetwijfeld de nieuwe politieke situatie in Breda geweest die een jaar geleden is ontstaan. Niet alleen ben ik voor het eerst fractievoorzitter in Breda, vorig jaar trad GroenLinks in Breda voor het eerst sinds twaalf jaar toe tot de coalitie. Het speelveld waarin ik moest opereren, was een totaal andere dan ik gewend was.
De afgelopen maanden gingen daarnaast ook nog eens gepaard met een toenemende spanning binnen de fractie. Grofweg is onze fractie verdeeld in realo’s en fundi’s, een oude benaming van de twee vleugels binnen GroenLinks die al bestaat sinds de oprichting. Dat verschil kwam vorige week ineens bijzonder duidelijk bloot te liggen bij de behandeling van de kwestie Bouvigne (zie ook Homo Custodiens), vorige week tijdens de raadsvergadering.
Om kortheidshalve de kwestie te introduceren: een oud kasteel, waarvan de eerste vermelding in een officiële akte dateert uit 1554. In de loop der tijd is het kasteel diverse malen verbouwd, totdat het in de jaren ‘70 van de vorige eeuw in vervallen staat in handen kwam van het Waterschap. Zij knapten het op, bouwden een aantal gebouwen bij op het terrein en vestigden daar hun kantoor. Na een fusie enkele jaren terug, werd de ruimte te klein en wilde het waterschap nieuwbouw plegen. De tamelijk lelijke gebouwen uit de jaren ‘70 moesten plaats maken voor nieuwbouw.
Hier ontstond vervolgens de rel: het landgoed Bouvigne heeft een monumentenstatus en bevindt zich ook nog eens in een natuurgebied. Anderzijds biedt het bestemmingsplan alle mogelijkheid om nieuwbouw te plegen: door de sloop van de bijgebouwen uit de jaren ‘70 komt er netto nauwelijks extra bebouwing bij.
Aangezien het landgoed een monumentenstatus heeft, moet de gemeente behalve een sloop- en een bouwvergunning ook een monumentenvergunning afgeven die toestemming geeft iets aan het landgoed te veranderen. Daarvoor worden adviezen ingewonnen bij de Rijksdienst voor Monumentenzorg en de Provincie. Na een aanvankelijk negatief advies werd het ontwerp door het Waterschap aangepast en volgden alsnog twee positieve adviezen. Dat gaf de gemeente nauwelijks nog de mogelijkheid de vergunning af te wijzen. Een bestuursrechter zou de gemeente dan immers in het ongelijk stellen, waarna de vergunning alsnog afgegeven moet worden en het Waterschap een schadeclaim bij de gemeente kan en zal indienen vanwege de opgelopen bouwvertraging.
Uiteraard zijn er best een paar motieven om de nieuwbouw er liever niet te hebben. Helaas staat het Waterschap in haar volste recht om te doen wat zij willen. En je mag als overheid nu eenmaal niet lukraak een vergunning weigeren als je daar geen juridische basis voor hebt. En juist op dat punt was er binnen de fractie nogal wat discussie. Uiteindelijk hebben we besloten niet te stemmen voor een twee moties van VVD en SP, die de gemeente opdroegen de monumentenvergunning niet af te geven, maar daar ging een ongekend pittige discussie aan vooraf (meer info hier).
De sfeer in de fractie was deze maandagavond dan ook niet optimaal. En dat is niet per definitie productief als je ook nog de kadernota moet voorbereiden. Aan de andere kant: er stond zoveel op de agenda dat we, om alles af te handelen, behoorlijk efficiënt moesten vergaderen. En dan komt een beetje spanning soms ineens weer goed van pas.