Goh, wat ben jij vroeg, vroeg Sjakie de Kaasboer toen ik rond een uur of half negen, voor de officiële opening van de markt, al bij hem stond voor en pond jong belegen en een pond extra belegen.
De vorige avond was ik gebeld door twee vrienden die een beetje in de rats zaten. Ze waren bedreigd door buren en vroegen of ik langs wilde komen. Ik was net aangekomen in Utrecht voor een vergadering die geannuleerd bleek te zijn en kon dus snel rechtsomkeer maken. Uiteindelijk deed ik, eenmaal aangekomen, dienst als en soort nachtwaker. Overigens zonder dat er, gelukkig, iets gebeurde.
Bij thuiskomst ging ik nog even liggen, om er een uur of wat later weer uit te komen om naar mijn wekelijkse afspraak met mijn wethouder te gaan. Net voor ik vertrok, sloeg ik nog even mijn agenda open en zag dat de wekelijkse afspraak deze week geannuleerd was.
Ik maakte opnieuw rechtsomkeer. Naar bed welteverstaan.
Super-Selcuk! (Ik modder nog steeds wat aan op die windoos-machine, dus je staartje moet je er even bijdenken.)
[sÇ: neee, niet mijn staartje.]
Super-Selçuk!!!!
[sÇ: joepie, ik heb m’n staartje terug. en jij je apple.]