Het panel besluitvorming was bijeen om een aantal discussievormen te bedenken om de discussie over de partijcultuur te entameren. Zo ontstond het idee om het profiel van de ideale GroenLinkser vast te stellen.
De redenering was als volgt. De Rabobank heeft Jochem de Bruin als ambassadeur en ideale schoonzoon. GroenLinks moet ook zo iemand hebben. Eén persoon die alle waarden en idealn van GroenLinks vertegenwoordigd.
Misschien was ik te idealistisch, misschien ook gewoon in een vervelende bui, maar ik moest niets van het idee hebben. Hoe kan een partij die staat voor openheid, voor diversiteit en culturele pluriformiteit, hoe kan een partij met soms uitgesproken verschillende vleugels, hoe kan zo’n partij nu één iemand als de ideale vertegenwoordiger benoemen. Daarmee zou de partij haar idealen, haar uitgangspunten en vooral zichzelf ongelooflijk te kort doen.
De rest van het begeleidingspanel keek vreemd op. Meestal ben ik namelijk wel in voor een geintje.
En als jij die persoon nou eens zou zijn:
idealistisch maar ook realistisch
autochtoon maar ook een beetje allochtoon
homo maar ook hetero
bier maar ook wijn
vegetarisch maar ook carnivoor
politicus maar ook mens
[sÇ: dank je, maar zelfs dan.]
Het ging niet om iemand aanwijzen, maar om het benoemen van een aantal persoonlijkheidskenmerken van de ideale gl-vertegenwoordiger. En daar dan een fictief personage bij bedenken.
[sÇ: je zegt het zelf: één personage bij bedenken. daar zit ‘m mijn bezwaar, fictief of niet.]