Ik val op mijn nieuwe werk met de neus in de boter. Er is namelijk net besloten dat iedereen die nieuw binnen komt een cadeautje van het bureau krijgt.
Nu zou dat voor de meeste mensen gewoon een plant zijn, moest de directrice erkennen. Maar op de kamer, die ik deel met collega Anne, staat al een plant. En die staat er nogal zielig bij. De directrice wilde een andere plant dat leed besparen. Ik kreeg een ander cadeau, maar alleen onder de voorwaarde dat ik het niet op mijn kamer zou gebruiken.
Dus nu staat ‘ie daar, naast mijn bureau. Ongebruikt. Een prachtige staande asbak, van koper. En elke keer kijkt ‘ie me vragend aan: roken? En elke keer loop ik dan netjes twee trappen naar beneden om buiten in de brandgang een peuk op te steken. Overigens staat in dat halletje ook de koffieautomaat.
De nicotine en cafeïne-consumptie is met deze nieuwe werkplek drastisch naar beneden gegaan. Zo’n verdieping of twee.
Dit is IMHO een dubieus cadeautje. Roken is hartstikke slecht voor de gezondheid en moet op geen enkele manier gestimuleerd worden, integendeel. Als je verstandig bent dan stop je met roken. Ik ben zelf meer dan anderhalf jaar geleden gestopt met roken. Ik kan het van harte aanbevelen.
[sÇ: wat een vreselijk zwaarmoedige reactie. *en steekt een sigaret op*]
Men zegge wat men zeggen wil, maar anti-rokers zijn heden ten dage niet meer dan zielige rukkers. En dan ben ik nog diplomatisch.
nah.
*rookt nog een pakje*
[sÇ: u gaat wel ver. *en herinnert zich dat het al weer een uur geleden is dat hij zijn laatste rokertje heeft opgestoken*]
*steekt laatste cigaret uit pakje op en denkt even na*
-voelt zich goed en ga-
[sÇ: *steekt nu, tegen het advies van de logopediste, nog een laatste peuk op voor het slapen gaan*]