Het was rustig in Café de Beyerd. Sterker nog, op het personeel en een tweetal gasten na was het uitgestorven.
„hè hè, eindelijk rust” zei ik bij binnenkomst.
„Nee hoor”, riep Marius van achter de bar. „De rust is net afgelopen.”
Ik moest er nog even aan wennen dat het EK al weer begonnen was.
Zucht.
[sÇ: gelukkig had ik een boek bij me.]