Het was kwart voor zeven toen de wekker ging. Het mocht dan weliswaar de dag des heren zijn, voor mij was het gewoon een werkdag. Vervelend, zou je zeggen.
In het kader van Lowlands University had Stichting Natuur en Milieu een lezing georganiseerd van econoom Arnold Heertje. Ik moest daar bij zijn om later een berichtje over te kunnen schrijven. Heel vervelend.
Dat ik gewoon langs de rij kon lopen en backstage ontvangen werd met een kop verse koffie was natuurlijk al helemaal vervelend.
En dat ik om één uur ‘s middags, nadat de lezing was afgelopen, nog uren lang vrolijk over het terrein kon slenteren, was ronduit irritant
Als ik jou was, had ik er gewoon van genoten. Jij hopelijk ook.
[sÇ: genieten? bah!]
Had het gezegd, dan hadden we een politiek correct kopje koffie kunnen drinken bij de Oxfam Novib-tent, mijn vaste ontmoetingsplaats voor genossen!
[sÇ: sorry, ik had je nummer niet.]
en je hebt niet eens gezwaaid!
[sÇ: de eerstvolgende keer dat jij ‘ossetië’ fatsoenlijk uit je bek krijgt, zal ik gaan zwaaien.]
Ik zou een klacht indienen.
[sÇ: och, ik vraag wel onregelmatigheidstoeslag.]
Hah, ik het jouwe wel! Oh wacht, dan was het dus eigenlijk mijn eigen schuld. Damn.
[sÇ: nee, het is de schuld van paars.]