Of ik er bezwaar tegen heb dat mijn medische gegevens worden opgeslagen in een elektronisch patiëntendossier, vroeg de minister mij hoogstpersoonlijk in een aan mij gerichte brief.
Ja, maar natuurlijk, dacht ik meteen. Niet dat ik ontzettend veel te verbergen heb, maar ik heb er niet zo’n behoefte aan dat, mocht ik in de toekomst nog eens aids – ik noem maar wat – krijgen, de hele medische goegemeente dat weet. Vooral omdat die medische stand tegenwoordig niet beperkt blijft tot de huisdokter en de behandelend arts, maar daar tegenwoordig nog een heel circus aan commerciële verzekeringsmannetjes bij hoort.
Heb ik iets te verbergen. Niet bepaald, maar dat is weer wat anders dan dat ik meteen maar toestemming hoef te geven mijn gegevens zo maar op de digitale straat te gooien. Als de heren doktoren willen weten hoeveel ik rook, drink en eet, dan kunnen ze dat gewoon aan mij vragen. Daarnaast heb ik al een vrij volledig elektronisch dossier op internet staan. Dit weblog.
Toch best vreemd dat iemand met een blog zijn privacy ineens zo’n belangrijk item vindt.
Wat? Hoor ik hier relativering?
[sÇ: het zal toch niet.]
Hee Selcuk, voor dit blog kies je zelf. En je hebt het gevoel dat je er dus controle over hebt. Wat er met je medische gegevens gebeurt weet je maar nooit, denk je. En je hebt het gevoel dat je dat niet zelf in de hand hebt. Ik denk echter dat die keuze net zo vrijwillig is als zoveel van jezelf vrijgeven op dit blog. Want je weet ook niet wat er (ooit) met deze gegevens gebeurt.
Heb je wel eens in de wachtkamer van een ziekenhuis gekeken hoe verschrikkelijk omslachtig er wordt omgegaan met medische dossiers? En hoeveel gemakkelijker, goedkoper dus en veiliger het zou kunnen als gegevens digitaal beschikbaar zouden zijn?
Ik kies volmondig voor het medisch dossier en inderdaad, ook ik heb niet zoveel te verbergen.
[sÇ: mijn probleem is dat ik niet weet wie het allemaal te zien krijgen.]