„Hallo, met de journalist”, zei de journalist. „Met mij”, antwoordde ik beleefd terug. „Ik heb een vraag”, zei de journalist. De wereld zit vol met vragen, terwijl we juist antwoorden nodig hebben, dacht ik terloops.
De broodschrijver had mijn Twitter-account ontdekt en had gezien dat ik de middag ervoor een overleg over de culturele instellingen had gehad met de PvdA- en Breda’97-woordvoerders. Was er een geheime afspraak in de maak?
Ik hield me wat op de vlakte. De culturele instellingen hebben een tekort, waardoor er bezuinigd moet gaan worden. Bij De Nieuwe veste, centrum voor beeld en muziek, betekent dat verschraling van het cursusaanbod. Bij de bibliotheek betekent dat sluiting van een filiaal. We gingen zoeken naar een mogelijke oplossing waardoor deze heftige ingrepen wellicht niet nodig waren. Zoals gezegd, ik hield me tegenover de journalist op de vlakte. Ik vond het niet netjes om het onderwerp te claimen. Daarnaast, er waren nog andere fracties die ik wilde polsen over de mogelijke oplossingsrichting.
Kennelijk dacht mijn collega bij Breda ’97 daar anders over. De volgende dag las ik in de krant hoe zij zich opwierp als de redder van alle noodlijdende culturele instellingen. Niet erg chique, vond ik zelf. Vooral aangezien Breda ’97 in het verleden qua cultuurvisie nooit veel verder kwam dan het gratis toegankelijk maken van de Onze Lieve Vrouwekerk.
Hoffelijkheid, zo bedacht ik me, is leuk in de eerste drie jaar van een coalitie. Kennelijk is inmiddels de verkiezingsstrijd al weer begonnen. De handschoenen gaan af.
Is het tegenwoordig niet permanent verkiezingsstrijd? :) Succes iig!
[sÇ: uiteraard, hoe had ik dat kunnen vergeten.]