Een vriend van me is kunstschilder en vroeg me enige tijd geleden of hij mij mocht schilderen. Ik voelde me vereerd en stemde toe. Zo vaak gebeurt het niet dat iemand onderwerp mag zijn van een kunstobject.
En dus had Peter, die in onze vriendenkring standvastig Painter wordt genoemd, een fotosessie belegd. Hij neemt graag de tijd voor zijn doeken en had al wel bedacht dat ik niet van zins zou zijn om enkele weken achtereen stil op een stoel te gaan zitten.
„Had ik al verteld hoe groot het doek gaat worden”, vroeg hij me nadat hij na een half uur tevreden was over één van de foto’s die hij had geschoten. Ik schudde ‘nee’. „Eén tachtig bij één twintig”, antwoordde Painter.
Inderdaad, dacht ik in mezelf. Overdrijven is inderdaad ook een kunst.