De avond van 17 maart. Informateur Helmi Huijbregts vindt dat er wel genoeg is gepraat over de financiële problemen van de stad. „De problemen worden niet minder naarmate we meer detailinformatie opvragen.” Sterker nog, het tegendeel bleek eerder waar.
We hadden twee dagen eerder al specifiek doorgevraagd naar de tekorten op het Grondbedrijf van een slordige 45 miljoen euro. Of dat nog positief uit kon pakken. Sommige planresultaten wel. Maar het zware verlies op de bouw van De Bouverijen, om maar een voorbeeld te noemen, was al ‘geoptimaliseerd’. Wat dat optimaliseren dan precies inhield, vroeg ik. Onder andere dat van de dertig procent sociale woningbouw er in de geraamde opbrengst twintig procent was geschrapt.
Verbazingwekkende gezichten alom. Dat een beleidsmatige keuze waartoe slechts de raad bevoegd is, het schrappen van sociale woningen, nu al financieel was ingeboekt, was onbegrijpelijk. „Ja”, probeerde het Grondbedrijf van toezicht van toen nog demissionair wethouder Heerkens zich nog te verdedigen, „maar dit doen we alleen onder de strikte voorwaarde dat dit elders wordt gecompenseerd”. Aan mijn hoela. Die compensatie elders kost minstens zo veel als wat in het geoptimaliseerde plan boekhoudkundig wordt bezuinigd. Een sigaar uit eigen doos dus.
Daar gingen we het allemaal niet meer over hebben. Het ging vanaf nu om de inhoudelijke ‘knopen’, zoals formateur Huijbregts deze noemde. En die waren er wel een aantal.