De ietwat rafelig overkomende dichter is op zoek naar zijn nieuwste woorden. Het zinkt weg in de kakofonie van de overige instrumenten die de ruimte proberen te vullen met iets wat lijkt op avantgardistische muziek. Het zijn de dagen tussen kerst en nieuwjaar en zelfs de klanken lijken hopeloos op zoek naar iets dat op betekenis lijkt. De laatste week van het jaar brengt altijd een angstvallig soort leegte met zich mee.
Het podium vult zich met steeds meer mensen die de schijnbaar nonchalante notenbrij tot een geheel proberen te smeden. Inmiddels staan er meer mensen op het podium dan aan de bar van het café. Boven hen hangt een kale wilgentak, behangen met kerstlampjes. Ze hangen er al een week of drie en meer dan slechts een enkele van de vele lampjes heeft er de brui aan gegeven. De spiegel achter de bar vertoont kalksporen van de laatste niet geheel succesvolle schoonmaakpoging. De leuning van de houten stoel aan mijn tafel kraakt en wiebelt. Zelfs het meubilair voelt moe en sleets.
Wanneer zelfs levenloze objecten verlangen naar een nieuw begin, dan weet je zeker dat het die trage periode tussen kerst en nieuwjaar is. De melancholie roept en lonkt. De overdenkingen van het afgelopen jaar staan als laatste nog te beslechten bastion in de weg.
De muzikanten lijken hun melodielijn hervonden te hebben en de ietwat rafelige dichter gooit in een onverwacht ogenblik sprankelende woorden de ruimte in. Die is inmiddels leeg. De hele kroeg staat op het podium. Iedereen is muzikant geworden. Dat belooft wat voor 2012
Geschreven in De Boulevard tijdens de tweede editie van Arbeit Nach, veruit het mafste open podium van Breda.