Nogmaals vaarwel – wo 14 sept. 2005

Je zou haast zeggen dat ik moeite heb met afscheid nemen. Na de laatste werkdag, met bijbehorende afscheidsborrel, zou je mogen veronderstellen dat Hilversum eventjes ver weg zou liggen. Maar de NPS en ik waren nog even niet van elkaar af.

De grote protestmanifestatie (zie web-log 5 sept. 2005) tegen de dreigende opheffing van de NPS was mijn laatste opdracht voor deze mooie omroep. Drie dagen later (zie web-log 8 sept. 2005) nam ik afscheid en droeg ik de dossiers over aan de collegae. Maar voor de mensen die zich hadden ingezet voor de protestmanifestatie bleek een etentje georganiseerd te zijn. Dus was ik maandagavond in Amsterdam om daar heerlijk te eten in Turks restaurant Levant (een aanrader overigens, mocht je eens in de buurt van de Weteringschans zijn).

Met naaste collegae en enkele NPS-medewerkers die ik niet zo vaak heb gezien (waaronder de alleszins charmante Petra Possel van het radio-programma Kunststof en de zeer aimabele partijgenoot en NPS-collega Vincent Bijlo) een geweldige avond gehad.

Maar afscheid nemen blijkt echt moeilijk. Donderdagavond zou immers de special over Rufus Wainwright uitgezonden worden. Een special die ik zou maken, maar die ik nog niet geheel had afgerond. Woensdagmiddag ben ik dus voornamelijk bezig geweest met monteren om, aan het einde van de middag, de uitzendband naar Hilversum te kunnen brengen.

In de wandelgangen van verdieping zes van het VARA/NPS-gebouw, de verdieping van de radiostudio’s, liep presentator Vincent van Engelen enigszins onthand rond. Nu ik de voorbereiding en productie van zijn programma’s niet meer doe en een vervangend iemand voorlopig nog niet gevonden is, zat hij zonder regisseur. Voor een ervaren rot als hij niet heel vervelend, maar wel onhandig. Wie moet dan immers de BUMA-gegevens over de gedraaide platen invoeren in de computer. Tsja, wat kan ik zeggen… het radiohart sprak. Voor een laatste maal nam ik plaats achter de regisseursstoel. Voor de laatste maal. Voorlopig althans.

Just another day at the office – ma 18 apr. 2005

De werkdag begon ’s ochtends met de opname van een uitzending van Spotlight met als gast beeldend kunstenaar Raphaël Hermans. ’s Middags reed ik richting Amsterdam voor een interview met niemand minder dan Rufus Wainwright.. Wie zijn muziek niet kent, moet nu direct naar de platenzaak rennen om iets van ‘m te gaan beluisteren. Zulke aangrijpende en intelligente muziek kom je niet zo vaak tegen.

Hoewel ik een kwartier te laat bij het Americain Hotel aankwam (de stadhouderskade lag helemaal open en eerder had ik ook al een keer de verkeerde afslag genomen), kon ik nog in het schema ingepast worden (met dank aan platenmaatschappij Universal). Ik had twintig minuten voor het radio-interview en zonder arrogant te willen klinken ben ik zelf enorm tevreden met het resultaat. Daar kan straks een mooie uitzending van gemaakt worden.

Als klap op de vuurpijl had de platenmaatschappij ook nog een plaats op de gastenlijst van het concert in Paradiso geregeld. Sowiewo al een prachtige locatie natuurlijk, maar daarnaast ook een uitstekende plek om de muziek van Rufus Wainwright tot zijn recht te laten komen. Niet geheel toevallig dus dat hij uiteindelijk een set van ongeveer twee-en-een-half uur heeft gegeven, inclusief drie toegiften en een vrijwel surrealistisch gay-extravaganza waarbij de gehele band bij het nummer old whore’s diet uit de kleren ging. Het was de aanzet voor een enkele nummers lang durende verkleedpartij die van de voormalige kerk tijdelijk het Sodom en Gomorra van Amsterdam maakte. Het past wel bij Wainwright, die de kerk een mooi maar ideologisch volstrekt verwerpelijk instituut vindt en die, zo bleek uit de verschillende aankondigingen, maar niet snapt waarom de overleden paus ineens zoveel goede daden toegeschreven kreeg. Alsof die oude man inderdaad in zijn eentje het communisme verslagen heeft. Alsof dat systeem niet vooral door zijn eigen onvolkomenheden ineen is gestort. En alsof de aids-epidemie in Afrika niet voor een groot deel te verwijten is aan de moralistische praatjes over de waardigheid van het leven, waar geen condoom bij past. Het Amsterdamse publiek slikte zijn anti-paapse opmerkingen als zoete koek.

Verhalenvertellers – ma 21 febr. 2005

Maandagochtend stond de opname van een Spotlight op de planning met als gast Cherry Duyns, een begenadigd maker van televisiedocumentaires en daarnaast een verhalenverteller pur sang. Tijdens het luisteren naar zijn stem bedacht ik me wat voor geweldige radioprogramma’s hij had kunnen maken als hij niet voor het visuele medium televisie had gekozen. Anderzijds hadden we dan een hoop mooie televisie moeten missen.

Ze zijn er niet zo veel meer, verhalenvertellers. Mensen die van nature de juiste melodie, intonatie en emotie in een verhaal kunnen leggen. Zoals predikanten dat vroeger konden, maar inmiddels ook zijn verleerd. Mensen hebben geen geduld meer voor het vertellen van een mooi verhaal. In die zin had Socrates gelijk. Hij vond de uitvinding van het schrift de gevaarlijkste uit zijn tijd. Hoe kon je woorden vertouwen als ze niet uit iemands mond kwamen. Leerling Plaot had er minder moeite met het schrift, maar schreef al zijn teksten als dialogen, in feite dus nog steeds een mondeling gesprek. Nu, bijna twee-en-een-half duizend jaar verder, kunnen we geen fatsoenlijk verhaal meer vertellen, geen coherent betoog meer voeren, of geen vlammende redevoering meer houden zonder een uitgeschreven verhaal op papier en een powerpointpresentatie op de achtergrond. Wij vertellen geen verhalen meer, wij lepelen voorgekookte lappen tekst op. Doorgaans ook nog eens gespeend van elke melodie, intonatie en emotie. En meestentijds ook met de meest walgelijke en onnavolgbare grammaticale constructies die alleen maar achter een pc bedacht kunnen zijn.

Ik weet er alles van, ik hoor ze namelijk dagelijks. Ik zit in de politiek en die zit vol met mensen bij wie de liefde voor de taal en het debat al lang geleden heeft plaatsgemaakt voor machtsdenken en egotripperij. Ik mis de vlammende betogen. Red ze, voordat ze, net als de Korhoender, vrijwel helemaal zijn uitgestorven.