Homo Pecuniarius (2) – do 2 nov. 2006

oud geld

Spanningen, veel telefoontjes en boze gezichten. Dat tekende de sfeer van de behandeling van de begroting 2007. In een acht uur durende marathonsessie werd de begroting van ruim 530 miljoen aangenomen. Maar de belangrijkste discussie ging niet over de cijfers, maar om de vraag wel of niet te bouwen boven de Bredestraat.

In tegenstelling tot de wat matte kadernotabehandeling, was de begrotingsbehandeling dit jaar een feest voor de politieke theaterbezoeker. Niet alleen omdat er nog 450 duizend euro te verdelen viel, maar ook omdat sommige fracties alvast een voorschot wilden nemen op toekomstige begrotingen. Met name het CDA had daar een handje van.

Het was met name het CDA dat in deze begroting aanleiding zag om met eigen, onuitgewerkte plannetjes te komen. Al enige dagen liep fractievoorzitter Lips vrolijk door het stadhuis met de mysterieuze mededeling dat hij en plannetje had. En plannetje van 23 miljoen, zo lazen we op de dag van de begrotingsbehandeling in de krant. Een plannetje om te gaan bouwen boven de beruchte Bredestraat.

Dit idee, gevat in en motie ie opdroeg tot het doen van een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan, hing als een zwaard van Damocles boven de coalitie. Hoewel het woord onaanvaardbaar als zodanig niet werd genoemd, was duidelijk dat deze motie voor de coalitiepartners op zijn minst moeilijk te verteren zou zijn. Zeker ook voor GroenLinks, vanwege het groene karakter van het gebied. En hoewel Lips de motie presenteerde als een plan om het Bredase woningtekort op te lossen, konden we ons niet aan de indruk onttrekken dat de grondopbrengsten op dit project het echte motief was. Opbrengsten die overigens pas ver na deze coalitieperiode zouden binnenstromen en, na aftrek van de kosten van groencompensatie, sociale en economische infrastructuur, ongetwijfeld maar een fractie zouden bedragen van de ons voorgehouden CDA- worst van 23 miljoen.

Een nog groter bezwaar was echter de manier waarop met het onderwerp werd omgesprongen. Het bouwen boven de Brede Straat, ten noorden van de bebouwing in de Haagse Beemden kent en lange voorgeschiedenis waarbij ambtenaren een geheime deal gesloten zouden hebben met Amstelland-Heijmans. De deal ketste af in de raad, mede op ecologische motieven.

Nu alsnog tussen de begroting door nog even het bouwen boven de Bredestraat fiatteren, zou gekkenwerk zijn. Wie zich in Breda bezig houdt met bouwplannen, weet dat er een vaste volgorde is waarin afwegingen gemaakt moeten worden. Allereerst kijk je naar de behoefte aan extra nieuwe woningen of bedrijvenlocaties. Wanneer je constateert dat die behoefte er is, inventariseer je de sociaal, ecologische en infrastructurele randvoorwaarden waarbinnen zo’n locatie ontwikkeld kan worden, vervolgens ga je op zoek naar de meest geschikte plaats om te bouwen en dan ontwikkel je een planexploitatie waarin al deze kaders zijn meegenomen in de hoop dat de exploitatie nog enigszins winstgevend is of op zijn minst kostenneutraal. En last but not least ga je met het hele plan de boer op om met de bevolking tot een zorgvuldige inpassing te komen.

Het CDA deed het andersom: zij willen geld uitgeven en denken daarvoor het gebied boven de Brede Straat wel eens eventjes in te kunnen zetten. Het voorstel mist verder alles: geen aangetoonde behoefte, geen sociale, ecologische of infrastructurele randvoorwaarden, geen integrale afweging, geen locatieonderzoek, geen planopzet, geen doorgerekende grondexploitatie en nul komma nul communicatie met de betrokken burgers in de Haagse Beemden.

De motie heeft het uiteindelijk niet gehaald. Slechts Leefbaar Breda wilde het plan ondersteunen. En ook een andere CDA-motie over het aanpakken van de Ginnekenweg Noord legde het af tegen een financieel beter te bolwerken alternatief van de VVD. Een slechte dag voor de CDA-fractie, die door zijn manier van communiceren voor behoorlijke spanningen binnen de coalitie had gezorgd en zich aan het einde van de begrotingsbehandeling behoorlijk geïsoleerd moet hebben gevoeld. De eerste begroting van de nieuwe coalitie werd uiteindelijk door een ruime meerderheid aangenomen. Inclusief de goedkeuring van de grootste oppositiepartij, de VVD.

Kadernota (slot) – do 22 juni 2006

De behandeling van de kadernota verdiende dit jaar geen schoonheidsprijs. De nieuwe samenstelling van raad en college zal daar voor een deel debet aan geweest zijn, maar uiteindelijk was het vooral de tijdsdruk die de meeste fracties parten heeft gespeeld.

De behandeling van de Kadernota (zie ook blog di 20 juni 2006 is een jaarlijks terugkerend fenomeen in de Bredase politiek. In de nota wordt in hoofdlijnen inzicht gegeven in de keuzes die later dat jaar in de begroting voor 2007 gemaakt gaan worden en dus ook hoe het beleid er in 2007 uit gaat zien. Door de verkiezingen van maart en de installatie van een nieuwe coalitie eind april is de Kadernota dit jaar onder grote tijdsdruk tot stand gekomen. De Kadernota 2007 behelst dan ook niet veel meer dan een herhaling van de afspraken uit het eerder verschenen coalitie-accoord ‘Kiezen voor Elkaar.

Niet alleen de totstandkoming, ook de behandeling van de Kadernota kenmerkte zich dit jaar door een bijna moordend tijdschema. Daags na de verschijning was de hoorzitting met de vertegenwoordigers van de wijk- en dorpsraden al, gevolgd door een week met maar liefst drie commissievergaderingen. Voor het uitvoerig bespreken van de reactie op de Kadernota had geen enkele fractie voldoende tijd. Hetzelfde gold voor de behandeling in twee afzonderlijke vergaderingen, met daartussen slechts één dag voor overleg met de eigen fractieleden en de andere fracties. Het lukte in dat korte tijdsbestek niet om fracties die over eenzelfde onderwerp moties hadden ingediend op één lijn te krijgen. Iets wat op de laatste vergadering tot onnodig chaotische discussies leidde.

Opvallend was een motie van de kant van het CDA over de Ginnekenweg Noord. Een jaar geleden zette GroenLinks dit onderwerp op de agenda met een unaniem aangenomen motie om te komen tot een plan van aanpak. De motie vroeg ook om inzicht te geven in het moment waarop met de broodnodige onderhoudswerkzaamheden begonnen zou worden. Er gebeurde echter bar weinig. Het CDA kwam met een motie waarin zij vroegen om aanpak van de Ginnekenweg, te betalen uit het geld van Verkeer en Vervoer (Wethouder Willems, GroenLinks). Geld dat eigenlijk voornamelijk bedoeld is voor investeringen voor langzaam verkeer. Doorgaans worden herinrichtingsoperaties ook deels uit de budgetten stadsbeheer (Wethouder Oomen, CDA) betaald, maar daar werd in de motie met geen woord over gerept. Voor PvdA en GroenLinks was de financiering van die motie ten koste van het langzaam verkeer dan ook onbespreekbaar. Ik moet erbij zeggen dat ik me niet helemaal aan de indruk kon onttrekken dat het CDA via deze motie wat extra geld voor de eigen wethouder stadsbeheer probeerde binnen te halen.

De VVD kwam met een soortgelijke motie, waarbij de kosten wèl netjes verdeeld werden over de verschillende beleidsterreinen. Het lukte echter niet om deze moties in elkaar te schuiven en een raadsbreed initiatief voor de Ginnekenweg-Noord te nemen. De te korte tijd was daar ten dele debet aan.

Het was echter niet al kommer en kwel. Een motie van GroenLinks om bij de provincie aan te dringen tussen Oosterhout en Breda een pilot voor Gratis OV in te voeren werd breed gesteund en is inmiddels in de Provinciale Staten ook positief ontvangen. Een gezamenlijke, vrijwel raadsbrede motie ten behoeve van het fietsverkeer werd ook aangenomen. Een motie van D’66 over een plan over betere communicatie met de burgers zou aangenomen worden, ware het niet dat D’66, dat zich ten onrechte onvoldoende gesteund voelde, deze motie op het laatste moment terugtrok.

Al met al verdiende de behandeling van de Kadernota geen schoonheidsprijs. Daar waren de partijen het de volgende dag, tijdens een heisessie met de fractievoorzitters van alle partijen, met elkaar over eens. Voor het volgende jaar is afgesproken meer tijd te reserveren voor standpuntbepaling en overleg tussen fracties van coalitie en oppositie. Iets dat ook bij de begrotingsbehandeling gewenst is. Zoals het nu ging, komt het de communicatie tussen de fracties onderling, laat staan tussen de politiek en de inwoners van de stad, niet te goede. Terwijl een betere communicatie zo ongeveer het leitmotiv van de nieuwe coalitie is. Nog drie en een half jaar om het beter te doen.

Kadernota (1) – di 20 juni 2006

Vandaag was de mondelinge eerste termijn van de behandeling van de Kadernota. Daarbij heb ik extra aandacht besteedt aan het onderwerp discriminatie. Al jaren erger ik me werkelijk groen en geel aan jongeren die geweigerd worden in een café omdat ze donker zijn. En elke keer als ik daar verhalen over hoor, wordt ik er weer verdrietig van. Vooral omdat heel veel mensen het gelaten accepteren en er niets aan denken te kunnen doen. Hieronder mijn bijdrage.

In het coalitie-accoord ‘Kiezen voor Elkaar’ hebben de coalitiepartijen PvdA, CDA, Breda ’97 en GroenLinks gekozen om te investeren in de groepen die het meest kwetsbaar zijn. Dat blijkt ook in deze kadernota, die een eerste vertaling is van die belofte. We kiezen onomwonden voor de handhaving van het armoedebeleid, voor een stevig fundament voor de Wmo in de vorm van een Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling. Dat geldt ook voor het sociaal beleid, het harder werken aan schuldhulpverlening en het bieden van perspectief via een actief arbeidsmarktbeleid. En deze coalitie maakt ook werk van de wijkontwikkelingsprojecten in Heuvel, Noord en Driesprong, waar fondsen voor gereserveerd zijn.

Maar deze coalitie heeft zich ook uitgesproken voor het knokken voor kwetsbaar groen in en om de stad. Naast GroenLinks pleit ook de PvdA voor een compacte stad. En ook Breda ’97 en het CDA spreken zich uit voor een zorgvuldig rentmeesterschap over de natuur, de schepping. Dat betekent dat we zuinig moeten zijn op ons buitengebied. Dit college zegt voldoende waarborgen te hebben in de vorm van de reconstructie en gebiedsplannen. In het op te stellen meerjarenprojectenprogramma moet de raad dan integraal afwegen waar zich de rode en groene contouren van de stad bevinden. In d tussentijd open we dat het college aan de slag gaat met een vereveningsfonds voor Groenontwikkeling, zoals de provincie dat van ons heeft gevraagd.

Wij willen nadrukkelijk vragen om een pilot-project voor Gratis Openbaar vervoer tussen Oosterhout en Breda. Vandaag was het al een chaos. Hoe zal dat morgen zijn, of volgende maand. Stel dat we er in de hersfst achter komen dat de huidige maatregelen onvoldoende zijn. tegen die tijd is het te laat om nog in aanmerking te komen voor provinciale financiering. We hebben hier dan ook een motie over.

Als laatste wil ik stilstaan bij onze opmerkingen over horeca-discriminatie en discriminatie op de werkvloer. De gemeentelijke overheid moet daar echt de eigen verantwoordelijkheid in nemen. Het kan niet zo zijn dat wij van iedere inwoner van dit land eisen om in te burgeren, de taal te leren, de wetten te respecteren, terwijl bij het vinden van werk, het toegewezen krijgen van een stageplaats of zelfs tijdens het uitgaan, allochtonen worden gediscrimineerd. Aan de zijlijn blijven staan.

En ondertussen vragen we ons af hoe het kan dat zoveel jongeren van allochtone afkomst zich niet altijd thuis voelen in Nederland. Waar hun religie en cultuur wordt geridiculiseerd. Rara hoe kan dat?

Discriminatie van allochtonen mag in Breda niet langer worden getolereerd. Het moet fel worden bestreden, desnoods met onorthodoxe maatregelen. Of, om Ayaan Hirsi Ali te parafraseren:

Ik ben Selçuk, zoon van Nurettin, zoon van Hikmet, zoon van Mehmet. Maar bovenal een inwoner van Nederland, van Breda, waar ik me geaccepteerd voel, waar ik thuis ben. Dat zou voor iedereen in deze stad moeten gelden.

De Kadernota – do 2 juni 2005

De behandeling van de kadernota nam traditiegetrouw twee avonden in beslag. Want als er over het beleid van het komende jaar gepraat moet worden, is dat een gewichtige zaak, die foorgaans uitgedrukt wordt in de kilo’s papier die fracties nodig hebben om hun eerste reactie te geven.

De eerste termijn, zoals het officieel heet, wordt al jarenlang schriftelijk afgehandeld. De fractievoorzitters sturen hun bijdrage, die ze in een ver verleden altijd monotoon voorlazen in de vergadering, nu een dag van te voren op aan alle andere raadsleden. Tijdens de eerste vergadering krijgt elke fractievoorzitter dan nog kort de gelegenheid om te reageren (kort, voor de duidelijkheid, is in politieke termen nog altijd een dikke vijf minuten), waarna het college van burgemeester en wethouders de vragen kan beantwoorden. En aangezien alle vragen al een dag eerder op papier stonden, hebben de ambtsdragers aan de bestuurstafel hun antwoord al klaar.

Dan komt de tweede termijn. De fracties reageren dan op elkaar en dienen ze moties en amendementen in op de kadernota, over de dingen die ze graag nog veranderd willen zien. Dat was dus allemaal op dinsdag.

Op donderdag wordt door de raadsleden gereageerd op de beantwoording van het college, die voor de zekerheid ook op papier is gezet en rondgestuurd. Het college reageert dan ook op de ingediende moties. Meestal gaat dat als volgt: een motie van de coalitiefracties wordt overgenomen, een motie van de oppositiepartijen wordt afgewezen. Zo werd de motie van GroenLinks, mede ondertekend door SP, Breda ’97 en D’66, waarin stond dat het opknappen van de Ginnekenweg nu onderhand maar eens voorbereid moest gaan worden, ontraden. Hetzelfde gold voor een motie over een volwaardig jeugdhonk in de Haagse Beemden. Ook een gezamenlijke motie over het opknappen van de Dintelstraat in de wijk Westeinde van SP en GroenLinks, kon op weinig bijval rekenen, behalve dan dat de wethouder beloofde dat hij nog eens een keer zou gaan kijken.

Allemaal zinloos dus? Nee. Want onze motie over de Ginnekenweg haalde desondanks een meerderheid. En mede dankzij onze felle kritiek op het cultuurbeleid, werd ook op dat terrein een motie aangenomen, ook al was deze dan niet door ons ingediend (zie web-log wo 18 mei 2005). De inhoud van die motie was dat de raad nog maar eens over de bezuinigingen op cultuur moest gaan praten. Het benodigde geld is er echter niet, dus of die discussie ook zin zal hebben, is nog maar de vraag.

Twee redelijk lange avonden dus, met veel gepraat. Los van een enkel interruptiedebatje, houdt ieder normaal raadslid tijdens de kadernota-bespreking zijn mond. De kadernota, die is voor de fractievoorzitters.

Kadernota – vr 28 mei 2004

De kadernota is de jaarlijkse voorjaarsnota waarin de financiële kaders voor 2005 uiteengezet worden. Het is daarna aan de raad om te bepalen hoe het geld in dat jaar besteed moet gaan worden. Wanneer de raad dat gedaan heeft, wordt dat allemaal vertaald in een begroting. Die komt in het najaar aan de orde.

De kadernota wordt in twee vergaderingen behandeld. Een eerste, opiniërende vergadering op 10 juni (de burgemeester heeft gemeend deze vergadering samen te moeten laten vallen met de Europese Verkiezingen). Daarna worden op 17 juni de beslissingen genomen. De eerste reactie van de politieke partijen worden vooraf schriftelijk uitgewisseld, zodat de verschillende partijen beter op elkaar in kunnen gaan.