Homo Legens – wo 5 mrt. 2008

Bibliotheek Breda

Oei. Ik dacht in de commissie Mens en Maatschappij al vast even een knuppel in het hoenderhok te gooien. Dat bleek een understatement.

Ooit, een jaar of vijf geleden, lag er een prachtig bibliothekenplan. De dienstverlening zou beter worden en de bibliotheek zou met de digitale tijd meegaan. Helaas is er allemaal niet veel van terecht gekomen. De directeur had wel ambities, maar hij mocht van de raad, waaronder ook GroenLinks, geen filialen sluiten. En daarmee viel de financiering van zijn plannen weg.

Nu krijgt de directeur weer de opdracht om, binnen de 5,4 miljoen, een plan voor de komende jaren te schrijven. En ik heb al vast aangekondigd dat, mocht het huidige aantal filialen worden verkleind, GroenLinks daar niet meer voor zal gaan liggen.

Veel van de huidige filialen zijn maar drie halve dagen in de week open. Dat noem ik geen dienstverlening en is uit de tijd. Als je een product aanbiedt, moeten mensen daar ook gebruik van kunnen maken. Een gesloten bibliotheek is geen bibliotheek.

Dan gooi je de filialen toch vaker open? Even los van het geld dat dat kost, zou dat inderdaad een optie zijn. Maar de vraag is of je je bibliotheekgeld wilt steken in het openhouden van een filiaal, of het op peil houden en uitbreiden van je collectie. Grof gezegd: nu stoppen we geld in gebouwen, terwijl het geld in boeken gestopt moet worden.

Sommige mensen moeten straks inderdaad verder fietsen. Maar ook nu heeft lang niet elke wijk of elk dorp een bieb. En voor ouderen en voor de schooljeugd moeten we natuurlijk wel iets gaan verzinnen. Een betere bezorgservice of een rijdend filiaal dat dagelijks ergens anders staat.

Of de directeur straks ook echt weer voorstelt om het aantal filialen te verminderen, moeten we maar afwachten. Maar de knuppel ligt er. Of de handschoen, zo je wilt.

Cultuur – wo 12 okt. 2005

Velen hadden er al lange tijd naar uitgekeken: het grote cultuurdebat in de commissie cultuur. Het werd een grote tegenvaller. Over het beleid van de wethouder wilde niemand het hebben. En dat is eigenlijk verreweg het grootste probleem in deze sector.

Al jarenlang kampt de afdeling cultuur met tekorten. En na jarenlang pappen en nathouden, nam dit college enkele maanden geleden het besluit dan maar een streep te zetten door onder andere kamermuziekconcerten, te schrappen in het cursusaanbod van De Nieuwe Veste en de abonnementsprijzen van de bibliotheek te verhogen (zie weblog 18 mei 2005). Bezuinigingen die de hele commissie destijds pijnlijk vond, maar die de collegepartijen (CDA, VVD en PvdA) desondanks niet wilden terugdraaien.

Het hele debat ging uiteindelijk dus over geld. Centrale vraag: hoe kan in de toekomst de cultuurbegroting sluitend gekregen worden. Daarbij kwamen de grote partijen niet verder dan het snijden in de overhead. Als politici dringend op zoek zijn naar geld, willen ze het snijden in de overhead wel vaker als oplossing presenteren. Vaak valt daar echter niet veel geld mee te winnen.

Namens GroenLinks heb ik gepleit voor een andere aanpak. Breda heeft in verhouding erg veel beleidsambtenaren cultuur die de hele dag bezig zijn met het maken en uitvoeren van beleid. Terwijl een bruisend cultureel leven wat mij betreft niet ontstaat in een stoffig kantoor. Het rendement van die beleidsambtenaren is dus nogal twijfelachtig. Daarnaast, en daar heb ik al jaren kritiek op, hebben die beleidsambtenaren bedacht dat cultuur ten dienste moet staan van de economische aantrekkelijkheid van Breda voor bedrijven.

Wie cultuur niet meer als eigenstandige waarde ziet, maar als middel om bedrijven naar de stad te trekken, loopt al snel het risico alleen nog maar oog te hebben voor ‘sexy’ cultuur. Kleinere, autonome cultuur, die onmisbaar is voor de ontwikkeling van de hele culturele sector, krijgt dan geen aandacht meer. En dat is desastreus voor de creativiteit. Maar in Breda organiseert de gemeente liever zelf evenementen en manifestaties, in plaats van dat ze particulier initiatief van kunstenaars en dragers van het culturele leven proberen te ondersteunen. Het huidige beleid in Breda heeft geen liefde voor de kunsten. Dan kun je dus ook net zo goed snijden in het beleid en dat geld reserveren voor de initiatieven en ideeën van kunstenaars.

De tweede oplossing die ik aandroeg, was even simpel als helder. Breda geeft al jarenlang structureel te weinig geld uit aan cultuur. Een volgend college zou dan ook meer geld moeten reserveren voor cultuur, wil de hele sector niet wegkwijnen. En hoewel ik in het debat zowel CDA als PvdA kon verleiden tot de uitspraak dat meer geld wellicht nodig was, heeft geen van deze partijen die toezegging ook daadwerkelijk willen doen.

Na de vergadering eindigde ik met vele cultuurdragers in Zeezicht. Waarin het gesprek nog uren verder ging. Met als eindconclusie dat er in Breda nog een hoop te verbeteren viel.

Dag Cultuur – wo 18 mei 2005

Schrappen in het cursusaanbod van De Nieuwe Veste, abonnementsgelden van de bibliotheek omhoog en een dikke streep door de serie kamermuziek-concerten. Er origineel kun je de bezuinigingen op het gemeentelijk cultuurbedrijf niet noemen. Ik had in de raadscommissie dan ook geen goed woord over voor de besparingsvoorstellen van cultuur-wethouder André Adank.

De maatregelen zijn des te schrijnender omdat het Museum voor Grafische Vormgeving geen cent hoefde in te leveren. De budgetoverschrijdingen werden alleen verhaald op de bibliotheek en De Nieuwe Veste. GroenLinks stelde in de commissie voor om de gelden voor het cultuurbedrijf dan maar te verhogen, in plaats van hierop te bezuinigen. Na de verkiezingen kan een nieuw college dan eventueel besluiten meer geld uit te trekken voor de laagdrempelige cultuur in Breda.
Het voorstel was aan dovemansoren gericht. Er is nu eenmaal niet voldoende geld in de kas van de gemeente, zo menen de collegepartijen. Des te opvallender was dan ook dat in diezelfde vergadering, achter gesloten deuren, commissie wel bereid leek geld uit te trekken voor een luxe evenemententerrein op de Bavelse Berg. Eén ding is zeker: met de kadernota in het vooruitzicht is GroenLinks nog niet uitgepraat over deze bezuinigingsmaatregelen.

Overigens was het middagprogramma best aardig: een rondleiding langs de verschillende koffieshops. Jammer dat de partij die de ‘bonafide’ koffieshophouders in Breda de nek om wil draaien, het CDA, niet aan het werkbezoek mee wilde doen. Deze partij heeft er kennelijk geen behoefte aan om hun wereldvreemde beeld als zou elke koffieshophouder een asociale crimineel zijn, bij te laten stellen door de werkelijkheid.