Na de afspraak in Utrecht, had ik nog genoeg tijd over om enkele schriftelijke vragen te stellen over gevaarlijke giftransporten, voordat ik samen met de vriendengroep op onze vaste stek tegenover Café de Beyerd naar de carnavalsoptocht ging kijken.
Hoewel carnaval natuurlijk niets met overmatige alcoholconsumptie te maken heeft, moet ik tot mijn eerlijkheid bekennen dat ik me de volgende ochtend niet eens precies kon herrinneren waar we vervolgens allemaal nog naar toe gegaan zijn. Volgens mij zaten de Catch 22, de vulling en café Bruxelles in ieder geval in het programma. Net zoals ik me kan herrinneren dat ik vervolgens nog pobeerde mijn burgerplicht te vervullen door mensen aan te spreken die tegen de Grote Kerk aan het zeiken waren. Waarbij ik overigens hopeloos over een paar omgevallen fietsen struikelde en daarna besloot dat het zinloos was om tegen de tsunami van urine te vechten die de zandstenen kerk die avond te verduren had. Dus ging ik maar een te duur en te vet frietje halen om vervolgens aan de bar van de Boulevard te belanden.
Het was eigenlijk verbazingwekkend dat ik vervolgens nog de energie had om ’s nachts nog een kop thee te gaan drinken bij vrienden aan de andere kant van de stad. Ik moet wel heel erg dronken geweest zijn.