„Heeft de gemeente eigenlijk haar eigen twitter-account?”, vroeg VVD-onderhandelaar Klaas Dijkhoff ergens gedurende het onderhandelingsproces. Het werd nagevraagd bij het ambtelijk apparaat. Het antwoord was ‘ja’.
We hadden de vraag zorgvuldiger moeten formuleren. Want hoewel de gemeente inderdaad wel een eigen twitter-account had, luisterde deze niet naar de naam @Breda, maar naar het aanzienlijk minder sexy klinkende @Gemeente_Breda. De twitter-account @Breda was in handen van een Ierse schoonheidsspecialiste die luisterde naar de naam Breda O’Neil.
Navraag bij mevrouw O’Neil leerde dat zij best bereid was om haar account af te staan. Een actief twitteraar was het, met een historie van 0 tweets, ook niet. Ze was alleen het wachtwoord, dat ze ooit had ingesteld, al lang vergeten. Net zoals ze inmiddels ook al niet meer het e-mailadres had, waarmee ze destijds de account had geopend. Geen goed uitgangspunt voor een snelle overdracht van de account.
En zo geschiedde het dat we op 2 April, Goede Vrijdag, de stad een accoord presenteerden met de naam @Breda, zonder dat we de bijbehorende twitter-account in bezit hadden. Enigszins pijnlijk was dat wel, alhoewel de nieuwe coalitie alle flauwe grappen over Ierse schoonheidsspecialisten gelukkig bespaard bleef.
Vorige week kwam eindelijk het verlossende bericht: de overdracht was alsnog gelukt. Nu nog een strategie van de nieuwe coalitie om deze account te gaan gebruiken als één van de manieren om te communiceren met de stad.
„Conclusies: constructieve sfeer” en „over veel dingen eens”. Dat staat er bovenin de dertiende bladzijde geschreven van het notitieblok dat samen met de rest van de onderhandelingsdocumenten inmiddels veilig opgeborgen is. Om in de kantlijn daarop dreigend te vervolgen met de opmerking „waar moeten we het nog over hebben? Knopen.”
Die knopen stonden in de twee daaropvolgende pagina’s opgesomd. We mochten het dan over veel dingen eens zijn, er stonden nog genoeg inhoudelijke discussiepunten op de agenda. Duurzaamheidsagenda en klimaatbeleid onverkort handhaven, behoud en versterking van het groene buitengebied, het uitvoeren van de nota ‘Sociaal Kompas’, waarin de opvang van daklozen beschreven staat, het handhaven van het cultuurbudget, voortgang van de wijkontwikkeling, een moderne visie op het woningmarktbeleid met nadrukkelijke aandacht voor starters en sociale woningbouw, het handhaven van het ruimhartige Bredase armoedebeleid en een stevige ambitie op het punt van Brede Scholen. Dat waren de harde punten die GroenLinks tijdens de onderhandelingen inbracht.
Nu was er op het groene gebied weinig onenigheid met de overige partijen. GroenLinks trok ook de afgelopen periode al vaker op met VVD en D66 als het ging om het behoud van het groene karakter van het buitengebied. Over het klimaatbeleid moest wat langer onderhandeld worden voordat dit overeind gehouden bleef. En ook het armoedebeleid zorgde voor een stevige discussie. Net als de vraag of de OZB nu wel met de inflatie omhoog mocht, of dat de explosief stijgende rioolrechten voor burgers gecompenseerd moesten worden.
Het duurde uiteindelijk zo’n twee weken voordat alle inhoudelijke meningsverschillen uitonderhandeld waren. En vervolgens nog een kleine week om tot een mooi geformuleerd en prettig vormgegeven document te komen. Dankzij de ’track changes’-functie in Word hoefden we daar niet telkens voor bij elkaar te komen. En die flexibele werkhouding van de vier hoofdonderhandelaars kenmerkte de moderne werkwijze die dit college er op na houdt. ‘@Breda’, was dan ook de titel van het accoord.
De avond van 17 maart. Informateur Helmi Huijbregts vindt dat er wel genoeg is gepraat over de financiële problemen van de stad. „De problemen worden niet minder naarmate we meer detailinformatie opvragen.” Sterker nog, het tegendeel bleek eerder waar.
We hadden twee dagen eerder al specifiek doorgevraagd naar de tekorten op het Grondbedrijf van een slordige 45 miljoen euro. Of dat nog positief uit kon pakken. Sommige planresultaten wel. Maar het zware verlies op de bouw van De Bouverijen, om maar een voorbeeld te noemen, was al ‘geoptimaliseerd’. Wat dat optimaliseren dan precies inhield, vroeg ik. Onder andere dat van de dertig procent sociale woningbouw er in de geraamde opbrengst twintig procent was geschrapt.
Verbazingwekkende gezichten alom. Dat een beleidsmatige keuze waartoe slechts de raad bevoegd is, het schrappen van sociale woningen, nu al financieel was ingeboekt, was onbegrijpelijk. „Ja”, probeerde het Grondbedrijf van toezicht van toen nog demissionair wethouder Heerkens zich nog te verdedigen, „maar dit doen we alleen onder de strikte voorwaarde dat dit elders wordt gecompenseerd”. Aan mijn hoela. Die compensatie elders kost minstens zo veel als wat in het geoptimaliseerde plan boekhoudkundig wordt bezuinigd. Een sigaar uit eigen doos dus.
Daar gingen we het allemaal niet meer over hebben. Het ging vanaf nu om de inhoudelijke ‘knopen’, zoals formateur Huijbregts deze noemde. En die waren er wel een aantal.
Het is 13 maart als de PvdA-onderhandelaars Marja Heerkens, Mirjam Haagh en Arend Hardorff de onderhandelingstafel in de commissiekamer in het stadhuis, voor het laatst verlaten. Dat GroenLinks aan die tafel bleef zitten om verder te onderhandelen met VVD, CDA en D66 was geen vanzelfsprekende keuze. Maar wel één waar we achter staan.
Breda staat voor een forse bezuinigingsoperatie. Juist dan moet het stadsbestuur niet exclusief in de handen van rechts gelaten worden. Er valt op sociaal en groen terrein genoeg te beschermen. Die verantwoordelijkheid heeft GroenLinks genomen door aan de onderhandelingstafel te blijven zitten.
De formatiegesprekken begonnen met een sessie over de financiële situatie van Breda. Om maar even de schokkende cijfers te geven: Er moet een bedrag van minimaal 30 miljoen structureel (dus op de jaarlijkse uitgaven) bezuinigd worden. In de mei- en novembercirculaire van het ministerie van Financiën zou dat bedrag zelfs nog een stuk meer kunnen worden. Daarnaast had de gemeente nog 5,4 miljoen euro aan ongedekt beleid uitstaan. Een totale opgave dus van een slordige 35 miljoen. En als klap op de vuurpijl kregen we de actuele cijfers van het Grondbedrijf, waaruit we niet anders dan konden concluderen dat dit bedrijfsonderdeel van de Gemeente Breda volledig failliet is achtergelaten. Het totaal aan negatieve planresultaten: 45 miljoen euro, waarvoor slechts voor elf miljoen euro voorzieningen zijn getroffen.
De schellen vielen van onze ogen. Allereerst vanwege de boekhoudkundige risico’s die genomen zijn en uiteindelijk tot dit mega-tekort hebben geleid. Toekomstige winsten waren veel te positief ingeschat. En die winsten waren niet alleen al ingeboekt, ze waren zelfs al volledig uitgegeven. Een zelfde soort boekhouding die op mondiale schaal tot de kredietcrisis heeft geleidt eigenlijk. Maar minstens zo geschokt waren we omdat we niet begrepen waarom deze cijfers niet eerder bekend waren. Er hadden al veel eerder alarmbellen moeten gaan rinkelen op het Stadskantoor. De verantwoordelijk wethouder had naar de raad moeten komen met deze cijfers, die ook in december al bekend hadden kunnen en moeten zijn. Waarom is dat niet gebeurd?
Gek genoeg werd de onderlinge sfeer tussen de onderhandelingsdelegaties beter naarmate er meer financiële en beleidsmatige tegenvallers op ons af kwamen. De uitdaging werd groter, onoverzienbaar welhaast, maar de wil om daar samen uit te komen en het financiële huishoudboekje van deze stad op orde te brengen, groeide navenant. En dus worden de tekorten van het grondbedrijf in één keer afgeboekt, zodat Breda niet jaar op jaar de rentelasten van deze schulden me zich mee hoeft te dragen. En zorgen we in 2014 dus ook voor een sluitende begroting. Zonder doorlopend beleid waarvoor geen dekking meer is.
En zo verliepen de eerste dagen van de formatiebesprekingen zonder echt onderhandelen over de inhoudelijke meningsverschillen. Pas op de avond van woensdag 17 maart, na de avondmaaltijd, kwamen de eerste inhoudelijke punten op tafel.
En zo won GroenLinks er tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart in Breda een vierde zetel bij. Van 7,2 procent naar 9 procent. En daarmee behoorden we ineens tot het rijtje winnaars, samen met de VVD, die van zeven naar negen zetels steeg, en D66, dat haar zetelaantal meer dan zag verdubbelen: van twee naar vijf.
De VVD, de grootste partij, liet er geen gras over groeien. Nog hetzelfde weekeinde mochten de partijen aanschuiven bij de kersverse door hen benoemde informateur Helmi Huijbregts, de oud-burgemeester van Oosterhout. De uitkomst van die gesprekken: er moet een vier-partijencoalitie geformeerd worden, met daarin in ieder geval de drie winnende partijen. Ook werd duidelijk dat de lokale partijen Breda’97 (2 zetels), Leefbaar Breda (1 zetel) en Trots op Nederland (1 zetel) zelf aangegeven hadden vooralsnog niet aan de onderhandelingen deel te nemen. Eveneens duidelijk was dat de SP door niemand behalve zichzelf als mogelijke coalitiepartner genoemd werd.
De SP verliet noodgedwongen de onderhandelingstafel. Maar geheel verwonderlijk is dat niet. De partij is zelf vurig pleitbezorger van de linkse coalitie. Die wens is getalsmatig echter niet mogelijk: PvdA, GroenLinks en SP zijn samen goed voor vijftien zetels, bij lange na niet voldoende voor een raadsmeerderheid, die op steun van minimaal twintig zetels moet kunnen rekenen. Na de verkiezingen behoorde D66, bij monde van de SP, ineens ook tot die gedroomde linkse coalitie. Maar ook die coalitie zou slechts een te krappe meerderheid van slechts één zetel hebben. En daarnaast was D66 absoluut niet te porren voor deze op Maoïstische leest geschroeide combinatie.
En zo gingen de gesprekken verder met vijf partijen: het rijtje winnaars plus de PvdA en het CDA. In de daarop volgende week werd inhoudelijk afgetast waar de overeenkomsten zaten en welke verschillen er overbrugd moesten worden. Een soort Robinson-Island, waarbij iedereen wist dat er aan het einde van de week een partij weggestemd zou worden. De grote vraag was wie?
De voorkeur van GroenLinks is van meet af aan duidelijk geweest. Vier jaar geleden streefde ik als lijsttrekker al voor een paars-groene coalitie. De toenmalige winnaar, de PvdA sloot elke samenwerking met de VVD toen echter uit. Resultaat: geen paars, maar een coalitie met PvdA, CDA en GroenLinks. En eerlijk is eerlijk, de samenwerking met het CDA is in die jaren meer dan plezierig geweest. Nu stond ik gesteld voor de keuze tussen PvdA en CDA. Dan mag het voor iedereen duidelijk zijn dat voor GroenLinks tussen die twee de PvdA de meest logische inhoudelijke bondgenoot is. Dat geldt niet voor de VVD, die inhoudelijk meer op een lijn zit met het CDA. En het gold ook niet voor D66, die te weinig vertrouwen had in de financiële onderbouwing van de PvdA-voorstellen. En zo werd het op die bewuste zaterdagmiddag ook exit PvdA.
De grote vraag is voor velen waarom GroenLinks toen ook niet is opgestapt. GroenLinks heeft altijd vastgehouden aan de eigenstandige positie. De PvdA is een inhoudelijke bondgenoot op veel sociale thema’s. Maar we zijn niet de bijwagen van de PvdA, die mag aanschuiven aan de onderhandelingstafel wanneer de PvdA dat schikt. We hebben immers ook andere bondgenoten: op milieuthema’s trekken we makkelijker op met D66 en als het gaat om de landschappelijke kwaliteit van het buitengebied is naast D66 ook de VVD een goede bondgenoot. Dus GroenLinks bleef zitten. Om te ontdekken of er in de onderhandelingen genoeg groene en linkse punten binnen te halen waren. Als we weglopen, doen we dat om de inhoud, niet om de poppetjes aan de tafel.
Sommigen denken dat als de GroenLinks-delegatie het maar hard genoeg had gespeeld, de PvdA nog steeds aan tafel gezeten had. Dat is niet zo. Een coalitie VVD, D66 en CDA heeft een nipte meerderheid van twintig zetels. Deze rechtse coalitie kon echter op voorhand rekenen op gedoogsteun van de twee rechtse splinters: Leefbaar en Trots. Ze zouden hun rechterbeen er voor geven om links buiten het bestuur te houden.
En zo werd de informatie de formatie. Met nog vier partijen aan tafel en een PvdA die de komende jaren de oppositiebankjes zal bezetten. Dat is niet zoals GroenLinks het zelf op dat moment het liefste had gezien. Het beeld dat GroenLinks de PvdA ‘gewipt’ zou hebben, zoals de sociaal-democraten de afgelopen weken schetsen, is dan ook volstrekte kul. Nu gun ik het deze partij dat ze publicitair hun pijlen even op GroenLinks richten. Maar de PvdA zou zich ook eens kunnen afvragen waarom zij voor een aantal andere partijen zo een ongewenste gesprekspartner blijkt te zijn.
Het fractievoorzittersoverleg stond geheel in het teken van verzoening. Nadat de oppositie bij de behandeling van de pré-Kadernota was weggelopen, was er enig missiewerk te verrichten.
En dus werd de ui tijdens het fractievoorzittersoverleg laag voor laag afgepeld. De pijn zat ‘m natuurlijk in het overleg dat de coalitiepartijen gehad hadden in het kader van de tussenbalans. Maar vooral in de in hun ogen onduidelijke rol die wethouder Marja Heerkens daar als lijsttrekker van de PvdA in had.
Een aantal keren peilde de burgemeester of de persoonlijke verhoudingen in de raad wellicht aangetast waren. Het werd door iedereen ontkend. En los van een paar mensen die elkaar misschien wat minder graag mogen, denk ik dat het ook allemaal best wel snor zit in deze raad. Nee, het ging echt over de coalitie die samen een deel van de poet had verdeeld en de manier waarop dat gebeurde.
Behalve dan voor de SP. Die had het na twee jaar eigenlijk helemaal gehad. Voor fractievoorzitter Vergroesen was dit slechts de druppel die de emmer deed overlopen. Helaas bleek hij, na diverse keren vragen, niet in staat uit te leggen waar de rest van de emmer dan mee gevuld was. Het zal wel een klein emmertje geweest zijn, dacht ik toen maar.
Hoe dan ook, we zijn eruit. Er komt een analyses: één over de gang van zaken rond de tussenbalans van de coalitie en een onderzoek naar de stand van het dualisme in Breda. Over de resultaten kan vervolgens naar hartelust gedebatteerd worden. Samen, met de oppositie.
De pré-kadernotabehandeling was het summum van dualisme, heette het in Breda. De gemeenteraad zet in die vergadring, zonder inmenging van het college, een eigen agenda neer voor het komende jaar. Zo dualistisch, dat moesten onze gasten uit Sint Maarten en Aruba zien. Ook daar wordt binnenkort namelijk het dualisme ingevoerd.
Helaas, ook voor hen, het was een tam en ronduit saai debat omdat de voltallige oppositieal vrij snel opstapte uit de vergadering. Ze vonden het onbehoorlijk dat de coalitiepartijen in hun aanvulling op het coalitieaccoord al een deel van de gelden hadden verdeeld.
Ik vond het nogal een zwaar middel. Sowieso houd ik er niet heel erg van om als volksvertegenwoordiger de vergadering te verlaten. De laatste keer dat GroenLinks dat deed, was in 2000, toen na een motie van het CDA de oppositie geheel buiten spel was gezet met het naar de raad halen van Artikel 19-procedures. Daar waren voortaan dertien handtekeningen voor nodig. De oppositie had toen acht zetels.
Als je al uit een vergadering wegloopt, doe je dat omdat je genegeerd wordt. De oppositie wordt niet genegeerd. Sterker nog, er was nog voldoende geld om ook wensen van de oppositie in te vullen. Maar daar lag misschien ook niet de werkelijke pijn.
Dat bleek vooral uit het wensenlijstje dat de oppositiepartijen vlak voor hun vertrek nog achterlieten. Dat kwam voor 80% overeen met de wensen van de coalitiepartijen, ware het niet dat cultuur en milieu er bij ons wat beter voor stonden. En waar moet je als oppositie dan nog oppositie tegen voeren?
Als er op de inhoud niet meer gedebatteerd hoeft te worden, dan kun je natuurlijk altijd nog opgewonden doen over de gevolgde procedure. Iets waar de eilanders vervolgens wel weer erg om konden lachen. Op het moment dat de oppositiepartijen boos wegliepen, werd vanaf de publieke tribune vrolijk geroepen: „het gaat hier precies zo als bij ons.”
In de trein naar Utrecht las ik de stadskatern van de plaatselijke krant. Een groot deel van de berichtgeving ging over de aanvulling op het coalitieaccoord. Ik werd daarbij getroffen door één zin, die mijn humeur op deze mooie dag deed omslaan.
De journalist had één van onze leden opgebeld met de vraag wat hij vond van twee jaar een coalitie met GroenLinks. Het antwoord: „Wat hebben ze bereikt? Ik kan het niet zien. Wat maakt deze coalitie anders dan de vorige? Helemaal niks.” Wat me stoorde aan dit antwoord was niet zozeer de kritische houding, dat mag uiteraard. Wat me steekt is de complete ontkenning dat er in deze coalitie met GroenLinks veel meer aandacht is voor belangrijke punten van GroenLinks, onder andere natuur en milieu, cultuur en sociaal beleid en dat die aandacht ook leidt tot een ander beleid.
Ik kan me best voorstellen dat afdelingsleden meer willen. Maar van een coalitie waarin GroenLinks de kleinste van vier partijen is, kun je niet verwachten dat die één op één het verkiezingsprogramma van GroenLinks gaat overnemen. Maar de invloed van GroenLinks is wel degelijk zichtbaar.
Tijdens de wandeling naar het partijbureau zette ik de knop om. Het is één mening, dacht ik. Of wellicht niet eens een mening, maar een statement. Van één lid, niet representatief voor de rest van de afdeling. Als ik het in voetbaltermen zou moeten omschrijven, niet van een links-buiten of een rechtsbuiten. Volgens mijn is hier vooral sprake van buitenspel. Vrolijk liep ik de vergaderruimte van het partijbureau binnen.
In de afgelopen weken hebben de coalitiepartijen een tussenbalans opgemaakt van de eerste helft van deze bestuursperiode. Tevens is er een aanvulling op het coalitieaccoord gemaakt.
Vanochtend werd de aanvullende accoord aan de buitenwereld gepresenteerd. Uiteraard is dat een aanvulling waar de vier partijen gezamenlijk de schouders onder gaan zetten. Desondanks licht ik er de GroenLinkse inbreng even uit.
Voor de reconstructieplannen van het buitengebied wordt anderhalf miljoen euro gereserveerd. Met die gelden kunnen een aantal belangrijke plannen voor natuurontwikkeling en versterking worden gerealiseerd, waarvoor eerder nog geen gelden beschikbaar waren. Het gaat dan onder andere om de Flessenhals Teteringen-Oosterhout, De Rith en het groenblauwe raamwerk bij Bavel.
Voor nieuwe, innovatieve milieumaatregelen is een half miljoen euro extra beschikbaar. Dat geld is bedoeld voor de verbetering van de luchtkwaliteit en reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Te denken valt ook aan investeringen in groene daken en energiebesparing.
Er is een ton (euro) uitgetrokken voor een onderzoek naar de effecten van het doortrekken van de nieuwe mark tot een stromende rivier. Van het herstel van deze waterstroom van zuid naar noord zijn positieve effecten te verwachten voor de waterretentiecapaciteit (opslag) en de waterafvoer in de stad. Met het doortrekken van de nieuwe mark zijn andere maatregelen als gevolg van de kaderrichtlijn water wellicht overbodig. Het onderzoek moet daar uitsluitsel over geven, waarna de raad kan besluiten de nieuwe rivier inderdaad door te trekken.
Voor het inhalen van achterstanden en het realiseren van een aantal nieuwe ambities op het terrein van Erfgoedbehoud is een miljoen euro beschikbaar. Met dat geld moet de achterstand in de inventarisatie van monumenten worden ingehaald, kan het restauratiefonds worden aangevuld en kunnen de beleidsadvieskaarten voor erfgoed versneld worden uitgevoerd.
Voor investeringen in cultuur is een bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar. Hiermee kunnen onder andere de markstudio’s gerealiseerd worden en kan geïnvesteerd worden in kunst in de stad. Daarnaast wordt het jaarlijkse cultuurbudget verhoogd met 350.000 euro. Met dat geld kunnen de culturele broedplaatsen in de stad, zoals Electron zich verder ontwikkelen en kunnen nieuwe initiatieven in de stad rond beeldcultuur, zoals bijvoorbeeld een jaarlijks filmfestival, worden gerealiseerd.
De Bredase partijen van wat inmiddels de lerende coalitie is gaan heten, zijn bezig met een verdieping op het coalitieaccoord. Vandaag was de eerste plenaire onderhandelingsbijeenkomst.
De onderhandelingsdelegaties keken elkaar priemend aan. Met drukke armgebaren en veel gezwaai met papieren probeerde elke partij zijn eigen belangen te verdedigen. Af en toe werd er met een vuist op tafel geslagen.
Naarmate de middag vorderde werd er steeds drukker gepraat en harder geschreeuwd. Af en toe vielen er ongemakkelijke stiltes. De spanning was te snijden, de ogen werden samengeknepen, de wenkbrauwen stonden omlaag. Sturm und Drang aan de onderhandelingstafel.
Nee hoor, niets van dat alles. De sfeer was gemoedelijk en er was waardering voor ieders inbreng. Ik had zelfs baklava meegenomen ter ere van mijn verjaardag. Met honing win je nu eenmaal meer mensen voor je dan met azijn.