Cropredy (3) – za 14 aug. 2004

Het geld was op en Cropredy heeft dan weliswaar wel een Village shop, een pinautomaat die Europese pinpassen accepteert moet nog geïntroduceerd worden. En extra geld opnemen met de Visa lukte ook niet, dus moesten we even op en neer naar Banbury om te pinnen.

Tot mijn grote spijt hebben we daardoor een deel van het openingsoptreden van Richard Digance moeten missen. Deze zanger/gitarist/liedjesschrijver staat al drie jaar achtereen geprogrammeerd in wat ze gekscherend het godslot zijn gaan noemen: van 12.00 tot 13.00 uur. Richard eindigde zijn set met een liedje, opgedragen aan een recentelijk overleden vriend: John Jones. Jonah was jarenlang presentator op Cropredy en verdiende zijn geld daarnaast met diverse andere beroepen, waaronder stage-management en artiestenbegeleiding. Niet dat hij opvallende uitzonderlijke kwaliteiten had op die gebieden, maar, zoals Ralph McTell antwoordde op de vraag waarom hij werd begeleid door iemand die noch kon sjouwen, noch muziek kon maken: “he just makes me laugh”. Jonah werd tijdens deze editie van Cropredy veelvuldig geëerd en herdacht. Het is opnieuw een kenmerk van de hechtheid binnen de folkwereld van Engeland.

Het afsluitende optreden van Fairport Convention (drie-en-een-half uur) was geweldig. Hoewel dit de zevende keer was dat ik ze zag en het overgrote deel van hun platen (in ieder geval alles behalve een aantal collectables) inmiddels grijs gedraaid heb, blijft een Fairport-optreden iets aparts. Misschien wil ik ook wel niet al te kritisch luisteren (tuurlijk, op een gegeven moment ga je wel bepaalde trucjes ontdekken die sommige prestaties net iets minder indrukwekkender maken dan aanvankelijk), want het blijft ten slotte Fairport.

Nadat met Meet on the Ledge de laatste noten van het festival gespeeld waren, liepen we nog even rond op het festivalterrein en kwam ik nog wat vrienden van vorig jaar tegen. Terug in de tent genoten we van een laatste biertje (en volgens mij ook nog een Whisky) in het gezelschap van een wat aparte festivalganger die zich tijdelijk bij ons voegde. Dat was ook ongeveer het moment waarop ik er achter kwam dat ik die ochtend de koelkast van de auto niet goed had uitgezet. De accu was leeg en (ongelofelijk maar waar), de volgende ochtend zou ik voor het derde achtereenvolgende jaar iemand om hulp moeten vragen. Het zal er wel bij horen.

Cropredy (2) – vr 13 aug. 2004

Dit jaar was mijn derde achtereenvolgende en misschien wel laatste Cropredy. Het festival wordt namelijk niet grootschalig gesponsord en er zit geen groot geld achter. Al sinds jaar en dag is de organisatie in handen van Fairport-bassist Dave Pegg en zijn vrouw Christine. En al die jaren diende hun huis als onderpand. Maar dit voorjaar hebben Dave en Chris besloten uit elkaar te gaan. Het huis is verkocht.

Cropredy is een klein hippie-paradijs op aarde, maar dan zonder al te veel hippies. De festivalgangers beslaan zo’n beetje elke denkbare leeftijdscategorie, hele families trekken in het tweede weekeinde van augustus naar het dorpje toe en je kan met een gerust hart je auto onafgesloten laten staan. Er zijn vele anekdotes van festivalgangers die ooit hun portemonnee bij de politiestand konden ophalen zonder dat al het briefgeld eruit was gehaald of de credit-cards waren ge-maxed. Tekenend is ook de uitermate hartelijke gastvrijheid waarmee de kleine 700 dorpelingen elk jaar weer 20.000 mensen ontvangen. Het dorp is blij met het festival: drie dagen in het jaar zetten vele dorpelingen zich vrijwillig in om een full English breakfast (inclusief Yorkshire tea) te bereiden voor de hongerige bezoekers. Het geld dat dit oplevert wordt gestoken in de plaatselijke cricket-club, de basisschool, de kerk of de kano-club. Dankzij het festival hebben de bewoners van Cropredy een bloeiend verenigingsleven.

Jaap en ik begonnen onze vrijdag dan ook met een ontbijt bij de kano-vereniging. Onderweg kwamen we een groep vreemd uitgedoste vogels tegen. Wachtend op onze baked beans, eggs, bacon and sausages (er zijn nog 80 wachtenden voor U), werden we door diezelfde snuiters gefêteerd op een dans-uitvoering: Morris-dancing (zie foto hierboven).

Ondanks enkele korte regenbuien was het weer prima (mijn eerste Cropredy was aanmerkelijk natter en zelfs die valt in het niet bij de verhalen in de Cropredy naslagwerken). Het was een typische shirt-uit-shirt-weer-aan-dag. Op het programma stond onder andere Earl Okin (absolute aanrader, zijn cd Musical Genius and Sex Symbol op het Sony-label). De festivaldag werd afgesloten door niemand minder dan Jethro Tull (Ian Anderson, Martin Barre). En wellicht vond het optreden in Ancien Belgique drie jaar geleden muzikaal wat beter, aan goden moet je niet twijfelen.

Cropredy (1) – do 12 aug. 2004

Cherwell Service Station heeft niet alleen een benzinepomp, een restaurant, een supermarkt en een toilet dat 24 uur per dag open is, het allermooiste is dat ze ook douches hebben. Gratis! Slechts de Duitse Rasthof wint het qua comfort van de Engelse service stations. Ik heb ’s ochtends dan ook genoten van wat waarschijnlijk de laatste douche voor de komende dagen zou zijn. Want douchen op festivals, zo leert de ervaring, komt er doorgaans niet van.

Het was nog redelijk vroeg, maar desondanks tijd voor de laatste spurt naar Cropredy. We wilden er vroeg bij zijn. Vorig jaar arriveerde ik rond tien uur en stond ik daardoor op veld twee, vlak bij de ingang van het festivalterrein. Dat is prettiger dan de verre camping waar we twee jaar geleden stonden en welke een minuut of tien lopen is van het festivalterrein. Het viel echter tegen: door overstromingen waren de velden één en twee onbruikbaar en moesten we alsnog naar veld zeven, echter nu wel wat verder vooraan.

Cropredy heeft een kleine 700 inwoners en staat slechts op weinig kaarten aangegeven. Desondanks kent het dorp twee (!) pubs en biedt het jaarlijks onderdak aan een geweldig folkfestival met de daarbij gepaard gaande invasie van 20.000 folkies. Het festival begon ooit in 1977 als een tuinfeestje van een plaatselijk Member of Parliament (uiteraard Labour). 4 augustus 1979 staat in de boeken als datum van het eerste echte festival. Het was eigenlijk bedoeld als afscheidsconcert van Fairport Convention, nadat ze eerder die dag op Knebworth hadden gespeeld. Het jaar erop volgde een reünie-concert dat vanaf dat moment een jaarlijks terugkerend evenement was, totdat Fairport in 1985 definitief werd heropgericht. De lijst support-acts groeide jaarlijks zodat vanaf 2000 sprake was van van het eerste driedaagse Cropredy-festival (met bijbehorende Cricket-match op zondag).

Nadat de tent was opgezet, liepen Jaap en ik het dorp in. Tijdens het festival kom je daar een bescheiden aantal stands tegen met platen en cd’s (eerste aankoop: Dave Swarbrick, the transatlantic anthology), kampeerspullen (tweede aankoop: een gaslamp en een paraplu voor Jaap) en dergelijke. Het was mooi weer en op het kerkhof naast St. Mary’s Church zat de plaatselijke bevolking tegen, op of naast de grafstenen te genieten van de zon, een biertje en wat leesvoer. Kennelijk vindt de Vicar of Cropredy het gebruik van zijn kerkhof als terras voor The Red Lion niet bezwaarlijk. So we ordered a pint and started drinking with the dead. Rond vier uur liepen we met onze opvouwbare stoeltjes naar het festivalterrein om te genieten de eerste noten van Cropredy 2004 en de eerste slokken van Wadworth’s festivALE.