Homo Concludens – wo 18 juni 2008

The Future

Het toekomstproject zit erop. Althans, de fase waarin de panels regelmatig bijeen kwamen om ideeën op een rij te zetten, is afgesloten. Tijdens de laatste bijeenkomst van het panel organisatie was er twijfel onder sommigen. Want hebben we nu geleverd wat we afgesproken hebben.

Binnenkort wordt de eindversie van ons stuk, dat op dit moment nog geredigeerd wordt, vrijgegeven. Het is een visiestuk geworden met richtinggevende uitspraken. Maar de richtinggevende uitspraken zijn nog niet concreet gemaakt. Om mijn eigen stokpaardje nog maar eens te bereiden: er wordt wel gesteld dat meer betrokkenheid van leden georganiseerd moet worden tijdens de meningsvormende fase en dat het internet hierin een belangrijke rol kan spelen, maar er wordt niet duidelijk hoe dat proces ingericht gaat worden en wanneer we zover willen zijn.

Pas op zijn vroegst in het voorjaarscongres 2009 zullen de eerste concrete plannen, protocollen of statutenwijzigingen voorgelegd worden. Een aantal zaken zal zelfs een langere aanloop nodig hebben. En dan bekruipt me het gevoel: was dat een jaar geleden, toen we met dit proces begonnen, wel de bedoeling dat het zo lang zou duren.

Laat ik duidelijk zijn: ik ben het met de inhoud van het stuk grosso modo wel eens. Alleen de snelheid waarop veranderingen in de partij doorgevoerd moeten worden, is tergend langzaam. Het stuk mist af en toe scherpte.
En over het gevoelige onderwerp partijraad, lijkt wel met opzet bewust vaag gedaan te worden. Zij wordt niet noodzakelijkerwijs gehandhaafd, ook niet opgeheven en ook niet hervormd. De toekomst blijkt een weerbarstig thema.

Er wordt nog geschreven, geschaafd en aangescherpt. Dus wie weet wat er nog allemaal kan verbeteren. Mijn missie is echter voltooid. Of zij ook geslaagd is, zal bij het novembercongres duidelijk moeten worden.

Homo Impellens – vr 6 juni 2008

Fokke en Sukke zijn wanhopig

Het zou voorlopig de laatste keer zijn dat het organisatiepanel van het toekomstproject van GroenLinks bij elkaar kwam. Op tafel lag een concept van het visiestuk dat als basis gaat dienen voor het congres in November.

Openheid, dat was eigenlijk wel een beetje de kern van het concept. GroenLinks moet zich zo organiseren dat het behalve kiezersvereniging ook een open vereniging is voor debat en meningsvorming, met de blik meer naar buiten gericht. GroenLinks als netwerkpartij, die gebruik weet te maken van de expertise van leden, met een actief scoutingsbeleid en moderne, veelzijdige communicatiemogelijkheden. Een geheel aparte passage was gewijd aan de partijcultuur, die enerzijds uitgaat van vertrouwen in de veelzijdige samenleving en ruimte geeft aan diversiteit. Anderzijds wordt in die paragraaf vastgesteld dat een aantal gremia binnen de partij elkaar te veel in een houtgreep houdt: teveel checks, te weinig balances.

Toch knaagde het. Want hoewel het stuk uitging van de positie van leden en bondgenoten binnen de partij, werd nergens ingegaan op de functie en inrichting van interne besluitvormingsprocedures. Tijd om mijn basisdemocratische overtuiging nog eens uit de kast te halen.

Nu is ledendemocratie zo ingericht dat de invloed van de leden aan het einde van het proces zit. Er ligt dan een kant en klaar voorstel, en het enige dat er nog rest is het voorstel aan te nemen of af te wijzen. Ja of nee, meer smaken zijn er niet. In het beste geval kan er met een amendementje nog een tekstwijziging doorheen gejast worden, maar het blijft gerommel in de marge: weinig verheffend.

Democratie moet inhouden dat de spelers in een veel eerder stadium in het proces betrokken worden, namelijk in het stadium van meningsvorming en discussie. De uitkomst van dat proces is een stuk dat daadwerkelijk onder invloed van leden tot stand is gekomen en in essentie dus democratischer. Het stemmen over de uitkomst is slechts het sluitstuk van de ledendemocratie, niet het begin.

En zo zal het in het visiestuk ook ongeveer terechtkomen.

Homo Demokratikus – di 22 apr. 2008

Fokke en Sukke

In het kader van het toekomstproject van GroenLinks heb ik een stuk geschreven over een andere manier waarop we gezamenlijk een verkiezingsprogramma zouden kunnen schrijven.

De informatierevolutie die zich sinds 1990 heeft voltrokken, biedt uitgelezen mogelijkheden om opnieuw na te denken over de mogelijkheid processen verregaand open te gooien, bijvoorbeeld in de totstandkoming van een verkiezingsprogramma. In de huidige vorm wordt een programcommissie in het leven geroepen die, al dan niet na een aantal openbare discussiebijeenkomsten, een concept-programma opstelt. De invloed die leden nu op de inhoud vaneen verkiezingsprogramma kunnen uitoefenen, komt pas aan het einde: in de vorm van de amendementenprocedure. Hoewel de leden (lees: het congres) het laatste woord heeft, is het in de praktijk amper mogelijk om dan nog een fundamenteel nieuw idee in te brengen. De ledeninvloed is dus beperkt.

Dankzij nieuwe technieken is het tegenwoordig echter wel mogelijk om met 23.000 mensen aan een document te werken. Het beste voorbeeld daarvan is Wikipedia, de internet-encyclopedie die door iedereen met toegang tot een internetverbinding is te raadplegen, te corrigeren en uit te breiden. En hoewel de discussie over de kwaliteit van Wikipedia nog lang niet is beslecht en het concept gevoelig is voor onzorgvuldigheden en moedwillig vandalisme, is met Wikipedia wel bewezen dat het mogelijk is om met een groot aantal mensen te werken aan een document, en tegelijkertijd een zeer acceptabele mate van kwaliteit te waarborgen.

Al langer liep ik met het idee om het Wiki-idee te gebruiken voor ideeënvorming binnen de partij. Ik heb daar al eens eerder over geschreven. Het aardige is dat Rita Verdonk inmiddels een Wiki heeft gebruikt om ideeën te verzamelen. Dat mislukte overigens compleet omdat vandalen de meest belachelijke ideeën op de pagina zetten. Daar zit ‘m ook meteen het belangrijkste verschil: ik wil de openstelling van de pagina beperken tot leden, waarmee het risico op balorigheid meteen een stuk kleiner is. En natuurlijk moet GroenLinks wel zorgen voor een moderator.

Benieuwd? Ik wel naar de reacties. Het hele stuk is hier te downloaden.

Homo Gentilis – ma 31 dec. 2007

Jowi en ik in discussie in een kroegje in Okana, 2006

Tijdens de wandeling gisteren, had ik af en toe sms-contact met Jowi. Hij bevond zich op dat moment in de buurt van Kisumu aan het Victoria-meer. Hij wilde eigenlijk naar Eldoret, maar kon dat niet vanwege de ongeregeldheden in Kenya. Die dag had zittend president Kibaki zijn overwinning bekend laten maken.

Het lijkt onvoorstelbaar dat het land, dat ik twee jaar geleden had ontmoet als één van de betere succesverhalen van Afrika, nu dreigde af te glijden naar een situatie waarin stammen tegenover elkaar komen te staan. Het lijkt onvoorstelbaar, maar is het helaas niet helemaal.

Toen twee jaar geleden in Kenya het grondwetreferendum werd gehouden, waarschuwden ze ons al voor mogelijke ongeregeldheden. Blijf ‘s avonds maar binnen, en dat deden we dan ook maar. De nieuwe grondwet was namelijk ook niet helemaal vrij van etnische belangen. Deze grondwet voorzag onder andere in verregaande machtsconcentratie bij de president, vrijwel altijd een lid van de Kikuyu-stam. De oppositie tegen de grondwet pleitte voor een ‘Europese variant’ waarin de macht meer verdeeld is tussen president en premier.

Hoewel het referendum met 58% was verworpen, bleven de politieke spanningen bestaan en liepen ze geleidelijk verder op. Langs etnische lijnen werden coalities gesmeed en verstevigd voor enerzijds Kibaki en anderzijds Luo-politicus Raila Odinga.

Toen ik Jowi in Kenya vroeg naar de politieke organisatie van zijn land, vertelde hij vol trots over de multi-etnische coalitie die Raila vanuit Kisumu aan het opbouwen was. Ik fronste mijn wenkbrauwen. Zou het niet beter zijn als politiek niet meer langs etnische, maar langs ideologische lijnen zou worden georganiseerd? Jowi wuifde mijn westerse opmerking glimlachend weg: etnisch is ideologisch, antwoordde hij. Als je niet zorgt dat je een machtsfactor bent, wordt je een achtergesteld gebied. Daarnaast, Kenya is gewend aan de vele stammen die samen in een democratisch georganiseerd land wonen, sprak hij gemoedelijk.

Jowi had natuurlijk ook gelijk. De etnische factor, de trots op de eigen stam en de bloed- en bodemband van de Kenianen is volstrekt niet te vergelijken met de manier hoe ik daar tegenaan kijk. In Europa, en veel meer zelfs nog in de VS, is afkomst niet meer dan een leuk verhaal, een interessante eigenaardigheid. Het definieert je niet als mens. In Kenya is dat heel anders: daar leer je allereerst de taal van je eigen stam, en pas vervolgens, als je ooit zover komt, de officiële talen Swahili en Engels. En dat laatste vaak nog behoorlijk matig.

Voilà, dacht ik, daar ga je. Eén frauduleuze verkiezing. Eén politicus die aan de macht blijft vasthouden. Eén stam die, na jaren heer en meester geweest te zijn, niet tegen zijn verlies kan. Daar ga je met je ento-centrische politiek. Het is geen vuurwerk wat er deze avond in de straten van Kenya klinkt.

Homo Salutor – do 28 sep. 2006

De laatste dag van de algemene beschouwingen. Het was, zoals eigenlijk al sinds Prinsjesdag, druk in het Tweede Kamergebouw. Zo liep er de hele dag een delegatie van de Nationale Jeugdraad rond. En laten ze nu net de grote vergadertafel in mijn wekkamer ontdekt hebben als ideale hang- en schreeuwplek. De arbeidsproductiviteit leed er weer eens zichbaar onder.

Het was om nog een tweede reden een bijzondere dag. Tijdens mijn Kenya-reis had ik via Jaap Mr. Ottienna Jowi leren kennen. Jowi ziet voor zichzelf een toekomst weggelegd in het Kenyaanse parlement, en hij maakte daar dan ook veelvuldig grappen over. Ik had hem beloofd dat hij, wanneer hij eens naar Nederland zou komen, hij van mij een rondleiding door ons parlement zou krijgen. Gisteren was het zover. Jowi had geen mooier moment in het parlementaire jaar kunnen uitkiezen.

Jowi kan straks met trots melden dat hij het debat tussen Wouter Bos en Maxime Verhagen vanaf de publieke tribune van de Tweede Kamer heeft gezien. “The future prime minister?”, vroeg hij, wijzend naar Bos. “Probably”, antwoordde ik. Hoewel Jowi geen woord kon verstaan van het debat, genoot hij zichtbaar van de grootse gebaren en overdreven intonatie die de politici aan de dag legden. Oja, en hij hield natuurlijk van onze eigen Femke Halsema, alhoewel ik z helaas, aangezien zij nog lang in vergadering zat, niet aan elkaar kunnen voorstellen.

We aten en dronken in Delft. Waar we andere Kenyanen en Kenyagangers ontmoetten. Het gesprek hing over katers en hoe daar ’s ochtends weer vanaf te komen. “Dawa ya moto ni moto”, antwoordde Marco in Swahili. ‘Het medicijn tegen vuur is vuur.’ Oja, en ik had sjans met een jongen die afkomstig was uit Breda, woonde in Amsterdam en uitging in Delft. Ik was te lam om er op in te gaan. Sukkel die ik er ben.