Homo Europaeus (1) – wo 28 mrt. 2007

Europees Parlement

De Europese Fractie van GroenLinks had een werkbezoek georganiseerd voor medewerkers en geïnteresseerden van de Europawerkgroep van GroenLinks. Ik ging mee met een tweeledig doel: een overleg met de internetters van Europa en een kennismaking met mensen die ik verder alleen van de telefoon ken.

In de diverse bijeenkomsten werd vooral gesproken over de Europese Grondwet, die zowel in Nederland als in Frankrijk naar de prullenbak werd verwezen. Hoe nu verder? Want de andere landen willen wèl en dus zal ook Nederland flink wat concessies moeten doen, wil ze nog een beetje invloed houden op alles dat er in Europa gebeurd.

Wat mij betreft drie speerpunten. Allereerst geen grondwet meer die zo dik is dat je er een olifant mee kunt doodslaan. Een pagina of twintig over de toekomst van Europa lijkt me voorlopig meer dan genoeg. En dan noemen we het ook geen grondwet meer, maar een verdrag. Want die oude grondwet was eigenlijk ook al geen grondwet.

Ten tweede, in dit verdrag moet duidelijk worden afgesproken waar Europa over gaat en waar de verschillende landen zeggenschap over blijven houden. Met een ingewikkeld woord: een goede uitwerking van het subsidiariteitsbeginsel. Mijn uitgangspunt is dat Europa beslist over de punten waarbij samenwerking zinvol is, zoals bij milieuproblematiek, die immers niet stopt bij de grens, buitenlands beleid en defensie, zodat Europa een eigen koers kan varen ten opzichte van machtsblokken als de Verenigde Staten, en een minimum-eis voor het niveau van sociale rechten, zodat ook de landen in het Oostbliok verplicht zijn hun sociale wetgeving op te poetsen.

Ten derde, Europa moet nu ècht democratisch worden. Dat betekent dat de macht niet meer bij de Europese Commissie en de raad van ministers van de afzonderlijke landen moet komen te liggen, maar bij het democratisch gekozen Europees Parlement. Alleen zo kan het besluitvormingsproces uit de achterkamertjes gehaald worden. Een nieuw verdrag moet waarborgen dat niet een koehandel van afzonderlijke nationale belangen de beleidsvorming bepaalt, maar een integrale afweging van Europese belangen de basis vormt van de Europese besluitvorming.

Ik was destijds voorstander van de Grondwet, omdat daarin kleine stappen in de goede richting werden gezet. Doordat die grondwet van tafel is geveegd, is er een unieke kans ontstaan om een grotere stap vooruit te zetten. Dat betekent dat we af moeten van de irreële angst dat Europa het straks helemaal voor het zeggen krijgt en Nederland geen eigen beleid kan voeren. We moeten ook af van de krampachtige benadering dat Nederland eigenlijk geen keuze heeft en wel mee moet doen, omdat we economisch afhankelijk zijn van Europa. Die nieuwe stap moet zijn ingegeven vanuit de oprechte wil het Europese samenwerkingsproject vooruit te helpen, omdat grensoverschrijdende samenwerking op tal van terreinen zinvol en profijtelijk is voor alle Europese burgers.

Het referendum – wo 1 juni 2005

Dat was het dus. In Breda is 55% tegen, landelijk is het zelfs 63%. Met regelmaat haal ik de uitspraak ‘democratie is niet voor bange mensen’ aan. Desondanks baal ik behoorlijk van die uitslag, omdat ik er nog steeds van overtuigd ben dat een ‘ja’ voor de ‘grondwet’ beter was geweest. Voor ons en voor Europa. Kennelijk denken Frankrijk en Nederland daar inmiddels anders over.

Zoals het een democraat betaamd leg ik me bij die uitslag neer. Ik ga ‘m niet vertalen, zoals Jan Marijnissen doet, in een uitspraak van de Nederlandse burger voor de communistische heilstaat en ik ga ‘m ook niet, zoals Geert Wilders doet, vertalen als tegen verdere Europese samenleving. En ik ga ‘m al helemaal niet, zoals VVD-er Tom Manders ons wil doen laten geloven, vertalen als een stem voor oorlog en concentratiekampen. Dat de VVD heeft geprobeerd Auswitsch en Sebrenica te gebruiken als argumenten voor de grondwet vindt ik meer dan schandalig: het is een rattestreek.

Vandaag heb ik braaf in een stembureau gezeten om elke burger de mogelijkheid te geven zijn mening te laten horen over dit, nota bene door GroenLinks (Farah Karimi) geïnitiëerde referendum. Dat was een duidelijke stem tegen. Jammer, het zij zo. En hoe zeer ik de uitspraak ook betreur, er hoeft over anderhalf jaar geen nieuw referendum uitgeschreven te worden, om de grondwet alsnog aangenomen te krijgen. Het is een ‘nee’ geworden.

Hoe nu verder? Simpel: inventariseren wat mensen nu wel en niet willen van Europa, wat ze er van verwachten. Met iets nieuws komen, iets wat dichter ligt bij de wil van de mensen in Nederland en in Europa. Dat zal op korte termijn weinig opleveren. Ik ben er vreselijk bang voor dat we nog een aanzienlijke tijd zitten opgescheept met dit bureaucratische Europa waar niemand blij is is. Maar misschien kunnen we nu een beter Europa forceren. Dat wordt een ellenlang proces en de tegenstem heeft de procedure zeker niet bespoedigd. Maar alle hoop is nog niet verloren. Europees samenwerken is zinvol voor alle betrokken landen en alle Europese burgers. En zo’n samenwerking kan alleen maar met heldere regels die we met z’n allen vaststellen. Alleen de volgende keer noemen we het wat mij betreft geen ‘grondwet’ meer.

Overigens is het meer dan opvallend, dat in Breda, waar CDA en VVD op lokaal niveau geen enkele vorm van campagne hebben gevoerd, het aantal ja-stemmers zo’n 8 procent hoger lag dan landelijk. Misschien dat dat iets zegt over het vertrouwen dat mensen hebben in deze partijen.