Homo’s in het nieuws

Bijbel

Hoorde ik vanochtend eerst op het nieuws dat de parttime Opperrabijn van Amsterdam, ene heer Ralbag, in de Verenigde Staten een petitie heeft ondertekend waarin staat dat joodse homoseksuelen in therapie moeten omdat een homoseksuele levensstijl niet aansluit bij de Torah. En vervolgens dat homoseksuelen die zich bij de christelijke organisatie Different laten behandelen, dit van hun ziektekostenverzekeraar vergoed krijgen. Verontwaardiging alom.

Op zich ben ik niet eens zo geschokt door de mening van de heer Ralbag. Hij vindt de homoseksuele praxis zondig en niet passen bij een joodse levensstijl. Dat mag hij vinden, al zal hij in de als liberaal te boek staande joods-Amsterdamse gemeenschap waarschijnlijk maar op beperkte instemming kunnen rekenen. Theologisch gezien zou zijn stelling zelfs nog gematigd genoemd kunnen worden. Het joods-christelijke geschrift Leviticus roept in de strafwetten (Leviticus 20.13) immers niet op tot therapie, maar tot het doden van hen ‘die het bed met een man delen als met een vrouw’. Maar laat ik me niet verleiden tot tekstexegese en me beperken tot de constatering dat deze valt binnen het domein van de godsdienstvrijheid.

Wat ik wel erg vind, is dat het statement van Ralbag tot extra verwarring leidt bij joodse jongeren die homoseksuele gevoelens bij zichzelf ontdekken. Dat is voor veel mensen al ingewikkeld genoeg zonder de ongetwijfeld liefdevol bedoelde adviezen van De Heer Ralbag. Zijn oproep om in therapie te gaan is namelijk vast niet bedoeld om te zorgen dat jonge joodse homo’s in het reine komen met hun geaardheid om er vervolgens een rijk liefdesleven op na te houden. Zijn oproep is een verkapte vorm van zeggen dat er iets grondig mis is met jonge homo’s. Niet bepaald de steun die jonge homo’s die worstelen met hun identiteit op dat moment nodig hebben.

Nog geen uur later meldt het radio-nieuws dat zorgverzekeraars verplicht zijn om een therapie te vergoeden die de christelijke organisatie Different aanbiedt aan homo’s. Op papier is die therapie bedoeld als psychologische begeleiding, niet als promotie voor een celibataire levensstijl (hier worden overigens ook trajecten voor aangeboden, maar die zijn in eerste instantie bedoeld voor partoraal medewerkers). Maar de overkoepelende stichting Tot Heil des Volks houdt er wel degelijk een aantal klassiek christelijke opvattingen op na, getuige de columns van directeur Hans van Rhee. Tot de clientèle van de organisatie Different behoren met name christelijke homoseksuelen die in conflict komen met hun geaardheid in combinatie met hun godgeloof. Is daar iets mis mee?

In beginsel niet, zou je zeggen. Maar laten we wel wezen: de reden dat homoseksuelen in conflict komen met zichzelf, komt voort uit het gebrek aan acceptatie van een homoseksuele levensstijl binnen diezelfde klassiek christelijke omgeving. Dus niet alleen zijn de geloofsgenoten van de Stichting Tot Heil des Volks deels oorzaak van de psychologische problemen die de cliënten ondervinden, ze zijn vanuit hun missie ook niet in staat de cliënten optimaal te helpen. Zij hebben vanuit het eigen geloof ongetwijfeld begrip voor de worsteling, maar hebben zij dat ultimo ook voor de seksuele verlangens van hun cliënten? Dat laatste waag ik ten zeerste te betwijfelen, gezien de visie van de stichting op homoseksualiteit (“verandering van seksuele gebrokenheid”) alsook de inhoud van de lespakketten over homoseksualiteit die dezelfde organisatie aanbiedt.

Het pijnpunt zit ‘m uiteindelijk nog niet eens zo zeer in het bestaan van dergelijke therapieën. Of praatsessies, want dat zijn het vooral. De vraag is of het legitiem is een traject dat verdacht veel lijkt op pastorale hulpverlening, missiewerk dus, te vergoed vanuit een zorgverzekeraar. In een tijd dat pgb’s worden afgeschaft, de thuiszorg onder druk staat, de geestelijke gezondheidszorg wordt beperkt en fysiotherapie aan banden wordt gelegd, lijkt me het antwoord duidelijk. Laat de herder in dit geval maar op eigen kosten voor zijn schaapjes zorgen.

De Moeder – di 11 aug. 2009

 

Date my Mom
Date my Mom

 

Via Twitter werd ik geattendeerd op het bestaan van het programma Date My Mom. Het programma draait om een jongeman die gaat daten met drie moeders om daarna te kiezen met welke dochter hij een relatie zou willen beginnen. Een soort combinatie eigenlijk tussen Op Goed Geluk en Zo Moeder Zo Dochter.

Het bijzondere van de aflevering van vanavond was dat de deelnemer aan het tamelijk onzinnige programma, Chris, niet op zoek was naar een vriendin, maar een vriend. En dus ging hij op stap met drie homo-moeders. Prompt zat het gehele homoseksuele smaldeel van de Twitternatie geboeid voor de televisie. En, toegegeven, ik dus ook.

Zelden heb ik een televisieconcept gezien waarbij werkelijk elke semi-spontane opmerking van te voren was bedacht, geënsceneerd, geregisseerd en vervolgens waarschijnlijk tien keer nagespeeld. Het programma had de spontaniteit van een blok beton en het realiteitsgehalte van een barbiepop aan GHB.

Ik verbaasde me dan ook over het enthousiasme van Twitterend Nederland. Leuk dat de homo-emancipatie inmiddels ook tot infantiele Amerikaanse televisieformats is doorgedrongen, but come on. Iets meer klasse jongens, is dat nu echt te veel gevraagd?

De Homodocent – di 9 juni 2009

Bijbel
Bijbel

Een homoseksuele leraar mag, zo zegt de Raad van State, ontslagen worden op het moment dat het gedrag indruist tegen de religieuze of levensbeschouwelijke opvatting van de school. Daarmee is de deur opengezet voor het ontslaan van homoseksuele docenten die samenwonen met een partner van het gelijke geslacht.

De zaak kwam aan het rollen toen in Emst de ‘school met de Bijbel’ een met een man samenwonende leraar wegstuurde. Logisch dat progressief Nederland die gelegenheid te baat nam om weer eens over de bekrompen moraal van de Nederlandse christofundi’s heen te vallen. Maar ik wil het eigenlijk wel eens voor deze groep opnemen. Streng gereformeerden dreigen in onze maatschappij namelijk steeds verder gemarginaliseerd te worden.

Verplaats je maar eens in de positie van een strenge refo. De groep die ooit de bakermat vormde van de Nederlandse identiteit heeft inmiddels een liberale abortuswetgeving, gelegaliseerde abortus en het homohuwelijk door de strot geduwd gekregen. Sterker nog: gelovige ambtenaren van de burgerlijke stand mogen, ondanks hun diepgewortelde gewetensbezwaren, het sluiten van een huwelijk tussen homo’s niet eens meer weigeren. Dat onze liberale vrouwen een politieke functie mogen vervullen is tot daar aan toe, maar dat het progressieve deel van Nederland hun vrouwen nu ook al verplicht om te participeren in functies die niet behoren tot de door God gegeven taak aan de vrouw – het baren – gaat natuurlijk echt te ver. Wie worden hier nu eigenlijk gediscrimineerd?

Gereformeerd Nederland moet dringend weer geëmancipeerd worden. Het is de enige manier waarop deze groep mensen nog kan ontsnappen aan de goddeloze normenloosheid van de moderne maatschappij. Het is tijd voor een protestante restauratie. Geen vrijzinnigheid, maar rechtschapenheid.

Logisch dus, dat de Raad van State opkomt voor de rechten van deze onderdrukte minderheid. Meer rechten voor refo’s, en dan maar iets minder voor die vieze flikkers die de grondvesten van het bijzondere onderwijs onderuit proberen te halen. Dat homo’s zullen branden in de hel is voor de gereformeerden niet straf genoeg. Daarom wordt homo’s nu ook hun economische zelfstandigheid afgenomen en worden ze teruggeplaatst op de sport van de maatschappelijke ladder die hen rechtens toekomt. Terug aan de bedelstaf.

Schoolbanken – week 17 2009

Het Onze Lieve Vrouwelyceum in Breda
Het Onze Lieve Vrouwelyceum in Breda

Mijn oude middelbare school had in het kader van de OLV-week aan raadsleden gevraagd een gastles te geven over de ontwikkelingen rond de stationszone. Het zijn voor mij de leukere klussen die bij het raadswerk horen.

Vrolijk liep ik de klas binnen waar docent Joep Peeters vroeger Franse les gaf. De kleine twintig leerlingen zaten zo ver mogelijk achteraan. Op de voorste schoolbanken stonden de stoelen nog op de tafels.

„Goh, ongezellig”, zei ik en haalde één voor één de stoelen van de banken om vervolgens nonchalant op de voorste schoolbank te gaan zitten. „Twee afspraken. Allereerst, als je een vraag hebt, zeg ook even hoe je zelf heet en ten tweede, ik ben geen U.”

Het volgende half uur kreeg ik de ene vraag naar de andere naar me toe geworpen. Bij elke nieuwe vraag en elke nieuwe naam, stelde ik ook mezelf voor. „Hai, ik ben Selçuk.”  Ik heb geleerd dat herhaling werkt, zowel in de humor als in het onderwijs. Met groots enthousiasme vertelde ik over het werk als raadslid, de afwegingen die je moet maken en en passant ook nog hoe de Nederlandse staatsinrichting eruit zag.

Een kleine, vrolijke krullenbol op de voorste banken tikte zijn buurvrouw aan. „Volgens mij is-tie homo”, fluisterde hij.

Ik keek hem glimlachend aan, knikte even, en ging onverstoorbaar door met m’n verhaal.

Homo Sodalis – za 13 dec. 2008

Gay Palace

„Tring”, zei de telefoon. „Wat ben je aan het doen?”, vroeg de jongen die me alleen maar ziet als inhoudsloos lustobject. „Ik ben de broncode van mijn weblog aan het nalopen op fouten”, antwoordde ik. „Leuk, zo op zaterdagavond”, zei de jongen aan de andere kant. „Heb je zin om mee naar de Gay Palace te gaan.”

Nu moet ik zeggen dat ik niet zo’n ontzettende clubber ben. Maar aangezien alles beter is dan op zaterdagavond de broncode van je weblog te controleren op fouten, en overigens ook omdat ik er toch al bijna mee klaar was, zegde ik toe.

En zo ontdekte ik dat ik maar slecht kan dansen op een nuchtere maag en dat bacardi-cola helemaal niet zo ranzig is als ik altijd dacht. Verder dat het in een disco zo donker is dat sommige mensen echt geen flauw idee hebben waar ze hun tong in steken, ik godzijdank prima zicht heb in het donker en, jawel, dat er ook leuke homo’s zijn die eerst met je willen praten. Al is het maar kort.

Wat ik daarmee wil zeggen: de laatste nachttrein naar Breda rijdt nog altijd te vroeg, een taxi kost een eurootje of tachtig en de leuke homo die eerst wilde praten woont in Ridderkerk. Voor wat het waard is dan natuurlijk, hè.

Homo Vanescens – ma 1 dec. 2008

Red Ribbon

Ooit, een jaar of wat geleden, stonden we samen in het Bodyguard-magazine. Ik werd geïnterviewd over mijn weblog, hij over het zijne. Zijn weblog wordt inmiddels al maanden niet meer bijgehouden.

Hij is kunstenaar. En hiv-positief. En nu al best een tijdje stil. Het doet je, onwillekeurig, denken aan het ergste.

Wereld Aids Dag dus. Dag Vriendelle.

Homo Denudans – wo 30 juli 2008

Canal Pride

Ongeveer een week geleden stond er ineens ene Ramon Groothuis Pinto in de krant. Deze meneer wist ons te melden dat de meeste homo’s een afkeer hebben van de Canal Pride. Het beeld van extravagante, schaars geklede poten zou homo’s alleen maar stigmatiseren en maakt het voor veel homo’s moeilijker om uit de kast te komen.

Groothuis is eigenaar van Manview, een relatiebemiddelingsbureau voor homo’s en heeft onder zijn klantenkring gevraagd hoe men tegen de Canal Pride aankijkt. Nu ben ik persoonlijk van mening dat het nogal veelzeggend is wanneer zelfs het vinden van een levenspartner al aan een extern bureau wordt uitbesteedt, maar als mensen niet meer zelf willen jagen, is dat uiteindelijk hun eigen keus. Soit.

Groothuis en zijn klanten vinden dus dat de Pride een stigmatiserend beeld neerzet van homo’s. Hij doet daar zelf vervolgens ook nog eens flink aan mee door de deelnemers te omschrijven als „extravagante, losbandige homo’s”, alsof op elke boot alleen maar poedelnaakte mannen staan te dansen. Maar het ergste is dat hij min of meer beweert dat veel homo’s door deze beeldvorming minder snel uit de kast durven te komen. Daarmee beschuldigt hij het evenement van het creëren van een negatief klimaat voor homo’s. Terwijl juist de mate is waarin de samenleving de levensstijl van homo’s accepteert, die bepaald hoe homo-vriendelijk het klimaat is en hoe makkelijk je uit de kast kan komen.

Groothuis werkt daar in ieder geval niet aan mee, zo veel is duidelijk. Nog erger is het dat hij met zijn uitspraken de suggestie opwekt dat de Canal Pride maar beter niet gehouden kan worden, of op zijn minst wat minder ‘extravagant’ moet worden. En dat alleen omdat hij zichzelf er niet in herkent. Zijn soortgenoten moeten maar weer een beetje terug in de kast. Het zou in zijn ogen kennelijk een stuk beter zijn voor de homo-emancipatie als alle homo’s zich gewoon heteroseksueel gaan gedragen.

Voor alle duidelijkheid: het zijn niet de travestieten, de leernichten of de dramaqueens die de homo-emancipatie in de weg staan. Sterker nog, het zijn vaak deze uitgesproken voorhoedelopers geweest die de weg hebben vrijgemaakt voor een groeiende acceptatie van homo’s in het algemeen. De Canal Pride is in die zin ook vooral het vieren van het ‘anders zijn’. Anders zijn en er toch bij mogen horen.

Zo niet voor meneer Groothuis. Hij, samen met die negentig procent van zijn klantenkring die volgens zijn zeggen ook een afkeer hebben van de Canal Pride, zou het recht te zijn wie je bent voor een grote groep regenboogmensen kennelijk weer af willen schaffen. Met zijn opmerkingen in de media heeft hij de Nederlandse homo’s een slechte dienst bewezen. Misschien toch een reden voor zijn potentiële klantenkring om niet via zijn relatiebemiddelingsbureau, maar gewoon in de gayscene op zoek te gaan naar een geschikte levenspartner.

Homo Iris – wo 25 juni 2008

Selcuk Akinci, foto Ron van Zeeland

Geen voetbalwedstrijd dus. Wel een forumdiscussie over een eventueel provinciaal Homobeleid waar ik door SP-Statenlid Ron van Zeeland voor was uitgenodigd. Als fractievoorzitter van GroenLinks in Breda, maar waarschijnlijk vooral ook als homo.

De eerste vraag die er meteen voorlag: is homobeleid, of liever diversiteitsbeleid, nu eigenlijk wel een provinciale taak. Om niet in een procedurediscussie te verzanden zeiij Ron van Zeeland maar meteen dat ‘de provincie gaat over die onderwerpen waarover zij wil gaan’.

Aanvankelijk vreesde ik een houding waarin vooral veel van de overheid verlangd werd, maar dat bleek gelukkig alleszins mee te vallen. Dus geen provinciaal gesubsidieerde Roze Huizen in de provincie. Daartegenover staat dan wel dat er geld moet zijn voor de financiering van praatgroepen en roze activiteiten, zoals bijvoorbeeld een tweewekelijks ‘roze restaurant’.

Moeilijker lag de discussie over speciale ouderenzorg voor hlbtg’s. Mijn stelling was een pragmatische: hoewel ik persoonlijk niet zo’n voorstander ben voor speciale tehuizen voor etnische, religieuze en dus ook seksuele groepen, vind ik dat de groep zelf maar moet aangeven of er behoefte aan is. Ik moet er zelf niet aan denken, maar als Turken behoefte hebben aan een eigen oudedagsvoorziening, dan moet dat mogen. En waarom zou niet hetzelfde gelden voor homos, lesbo’s enzovoort’s.

Overigens ben ik er, net als die lesbische dame in het publiek die moest walgen bij het idee in een lesbische vleugel van een bejaardentehuis oud te worden, van overtuigd dat die vraag naar speciale zorg een tijdelijke is. Net als bij etnische groepen zal de generatie homo’s die nu opgroeit, helemaal geen behoefte hebben aan een eigen voorziening, tenzij er ineens iets radicaal zou veranderen in de maatschappij.

Grootste probleem, en dat werd door iedereen erkent, blijkt toch weer de veiligheid. Hoewel ik me werkelijk nog nooit onveilig gevoeld heb als homo, neemt het aantal homo-gerelateerde incidenten toe en voelen ook steeds meer homo’s zich onveilig op straat. Hier een duidelijke taak voor de provincie om, in samenwerking met de korpsen en gemeenten, meer aandacht voor dit thema te vragen. Dat betekent: goed registreren, slachtoffers doorverwijzen naar passende organisaties en veel sneller ingrijpen wanneer bijvoorbeeld een homoseksuele buurtbewoner dreigt weggepest te worden. Overigens werd ook nog opgemerkt dat in de jeugdzorg meer aandacht moet zijn voor het herkennen van problemen van pubers rond het thema seksualiteit. Ook een mooie taak voor de provincie.

Wel of geen apart diversiteitsbeleid: mijn antwoord is nee. Wat echter wel kan is om op elk relevant thema een paragraaf over diversiteit op te nemen. Dus zorgbeleid, onderwijsbeleid, veiligheidsbeleid: al die stukken moeten een ‘roze paragraaf’ hebben over de effecten van het beleid op de hlbtg’s.

Discussieleider Anja Meulenbelt loofde nog een prijs uit voor degene met het beste alternatief voor het nogal zakelijke hlbtg (homo’s, lesbo’s, bi’s en transgenders). Ik kwam met het alternatief regenboogmensen. Misschien een beetje te lief, maar in ieder geval minder kil dan een opsomming uit het alfabet.

Lees ook het blog van Anja Meulenbelt en Ron van Zeeland.

Homo Explorans – zo 17 febr. 2008

Gey-o-meter

Dankzij roadtotom kwam ik bij een (overigens niet zo heel nieuwe) vragenlijst van het Britse Channel 4 waarmee homo’s kunnen meten hoe erg homo ze zijn. Ik heb ‘m maar ingevuld.

Ik kwam uit op het veilige midden. Misschien een beetje teleurstellend, want wie wil er af en toe niet stiekem een onwijze relnicht zijn, maar ik was in ieder geval wèl een uitgebalanceerde homo. Althans, dat was de conclusie van de test.

Nu wil ik graag nog een ander onderzoekje doen. Dus behalve de uitslag van Tom zou ik ook aan de bloggers Peer, Steve, BW14, Mickey, Joeri, Simon en Jaartal willen vragen of ze de test willen doen. En, als test, wil ik diezelfde vraag stellen aan de metromannen Jaap, Rogier, Jesse en Thadde. Zet de uitslag op je eigen blog met een trackback deze kant op, of plaats gewoon een reactie met de uitslag. En zou zelfverklaard überhetero Oscar Kocken ook mee willen doen?

Of doe lekker helemaal niets, als je het toch maar onzin vindt.