Er is de afgelopen dagen al heel wat te doen geweest rond de passage in het regeeraccoord waarin staat dat trouwambtenaren mogen weigeren homoparen te trouwen. In Breda heb ik namens GroenLinks het initiatief genomen om samen met de fracties van de PvdA, VVD, SP, Breda’97 en D’66 te vragen bij toekomstige sollicitaties alleen nog mensen aannemen die bereid zijn ook homo’s te trouwen.
Aanvankelijk heb ik even zitten twijfelen over deze materie. GroenLinks heeft namelijk een lange traditie in het opkomen voor mensen met gewetensbezwaren. Dus waarom ook niet voor ambtenaren die om meestal godsdienstige redenen liever geen homo’s trouwen? Laat ik beginnen met te stellen dat het wat mij betreft alleen gaat om toekomstige trouwambtenaren. Mensen die er nu al zitten, hoeven wat mij betreft niet ontslagen te worden.
Stel nu dat een gemeentelijk ambtenaar weigert mee te werken aan het terugsturen van een vluchtelingengezin? Daar zou ik geen moeite mee hebben. Dat heeft twee redenen: allereerst is er geen sprake van discriminatie. Ten tweede is het uitzetten van gezinnen geen hoofdtaak van de desbetreffende ambtenaar. Bij een trouwambtenaar is het afsluiten van huwelijken wel degelijk een hoofdtaak. Overigens, ik kan me goed voorstellen dat de gemeenteambtenaar die weigert gezinnen uit te zetten, beter niet bij de desbetreffende afdeling van het IND kan solliciteren.
Een tweede voorbeeld: er is in Nederland sinds vijf jaar geen juridisch onderscheid meer tussen een hetero- of een homohuwelijk. Net zoals elk ander huwelijk is het ‘homohuwelijk’ een volstrekt normaal, burgerlijk huwelijk. Stel nu dat er een gemeenteambtenaar, om wat voor reden dan ook, zou weigeren om een huwelijk te sluiten tussen een blanke en een zwarte. Dan zou, terecht, het gemeentehuis te klein zijn.
Voordat nu elke christen op zijn achterste poten (sic) gaat staan, nee, ik vind christenen geen racisten. Maar ze maken wel onderscheid tussen verschillende soorten mensen en kennen sommige mensen meer rechten toe dan anderen. Terwijl daar juridisch gezien geen basis voor is. De mensen die er een rigide interpretatie van de bijbel op nahouden, discrimineren dus wel degelijk. In de praktijk maakt het dan niet uit of je op seksualiteit of op afkomst discrimineert. En of je dat doet omdat je een racist bent, of omdat het in een boek staat.
Spinoza stelde de vrijheid van gedachte boven de vrijheid van godsdienst. Dat deed hij met een reden. De individuele vrijheid om te mogen denken en te mogen doen wat je wilt, mag niet worden ingeperkt door het subjectieve waarden en normenpatroon dat een heersende groep je op kan leggen. Een overheid moet, met al haar dienaren, op zijn minst daar garant voor staan.