Zondagmiddag laat

De barman draait enthousiast het ene Nederlandse nummer na het andere. Mooie nummers. Boudewijn de Groot, Jules de Korte. En, vooruit, Armand. Met zijn vijven zitten we aan de bar en zingen enthousiast mee. Het is zondag heel laat in de middag. De kleine wijzer van de wandklok staat op tien.

Fragment van 'Malle Babbe' van Frans Hals
Fragment van ‘Malle Babbe’ van Frans Hals

De barman draait enthousiast het ene Nederlandse nummer na het andere. Mooie nummers. Boudewijn de Groot, Jules de Korte. En, vooruit, Armand. Met zijn vijven zitten we aan de bar en zingen enthousiast mee. Het is zondag heel laat in de middag. De kleine wijzer van de wandklok staat op tien.

Het zijn allemaal nummers van ver voor mijn tijd. Maar ergens ook weer niet. Mijn jongste oom had een kast vol cassettebandjes waar ze allemaal op stonden: de liedjes van Boudewijn de Groot, Astrid Nijgh, Klein Orkest, Elly en Rikkert. In mijn herinnering heb ik ze stuk voor stuk gekopieerd. En kapot gedraaid.

Ik hoor de muziek en denk terug aan de tijd dat ik de nummers voor het eerst hoorde. De composities van Boudewijn de Groot, de poëtische teksten van Lenneart Nijgh. Ik was kind en wist niet dat zulk moois bestond. Maar het gevoel van ontdekking is verdwenen. Het heeft plaatsgemaakt voor herkenning. De spanning is weg.

Een gevoel van melancholie vult de ruimte. Maar het deert niet, het maakt niet verdrietig. Ik bestel nog een Hoegaarden en drink op Malle Babbe. Dit is vrolijke melancholie.

 

Het fust – di 15 sept 2009

Bier
Bier

Gert was blij dat hij eens niet tijdens Breda Barst jarig was, maar net ervoor. Dat zijn feestje op een doordeweekse dag viel kon hem niet zo veel deren.

En dus had hij een fust gereserveerd in Dok 19. Tegen sluitingstijd kondigde iedereen aan de volgende ochtend maar een uurtje later naar het werk te gaan.

De Zoekende – zo 14 juni 2009

Eerder ontvallen fiets
Eerder ontvallen fiets

En zo zat ik aan het eind van de middag, na een korte stadswandeling, toch weer even met een biertje in de hand bij Dok 19. Ik was mijn fiets kwijt en hoopte hem ergens in de stad tegen te komen, maar helaas.

Het was niet helemaal helder wat er precies was gebeurd. De avond ervoor was ik na Boogie Down op het terras van de Dok beland met Janneke, Jaap, Sebi en Perlita, waar we een niet nader te noemen aantal alcoholische versnaperingen en 20 Vietnamese Loempia’s naar binnen werkten. Het was Jaap die als eerste besloot naar huis te strompelen. Sebi en Perlita hadden hun laatste trein naar Etten-Leur verruild voor een slaapplek bij mij en Janneke wilde nog wel even naar het volgende etablissement.

Nu zou ik zweren dat ik mijn fiets aan de hand had toen we door de stad naar huis liepen. Maar de volgende middag was mijn rijwiel nergens te bekennen. En het sleuteltje evenmin. Perla kon zich ook niet herinneren dat ik de avond ervoor een fiets bij me had.

Dus liep ik die zondag dezelfde route, waarvan het me sowieso verwonderde dat ik ‘m me nog kon herinneren, omgekeerd terug. Nergens kwam ik onderweg mijn fiets tegen. De puzzel was toen niet ingewikkeld meer. Ik heb de fiets vast ergens laten staan toen we weer eens enkele bekenden tegenkwamen en ik tijdens het plichtmatige babbeltje een sjekkie rolde.

Tevreden dat ik de puzzel opgelost had, maar ontstemd over het feit dat ik in aangeschoten toestand tegenwoordig ook al fietsen her en der rond laat slingeren, keerde ik terug naar huis. Daar, op tafel, lag mijn fietssleuteltje.

Met een glimlach legde ik het sleuteltje bij de collectie sleutels van fietsen die mij ooit ontvallen zijn. Gelukkig, mijn fiets was gewoon voor de deur gestolen. Ik heb geen Korsakov.

De onuitzonderlijke – do 28 mei 2009

De Wasserette
De Wasserette

Het was een reguliere dag op mijn werk. De domibo, zo tegen het einde, bracht ook niets bijzonders.

Dat ik die avond voor het eerst sinds tijden weer eens een bandje mocht uitmixen, was weliswaar niet een dagelijkse aangelegenheid, maar toch ook niet iets om heel uitgebreid bij stil te staan. Al was het maar omdat ik door de combinatie van een aangesloten elektronisch drumstel van Fifi Hengsten en een niet aangesloten limiter en passant mijn eigen boxen maar heb opgeblazen.

Dat ik nog wat later Evelien en Thijs in de Beyerd Jillz zag drinken, was ook alles behalve bijzonder. Dat was het wellicht wel geweest als Evelien geen vrouw en Thijs geen homo was geweest, maar dat is dus duidelijk wel zo.

En afsluiten in De Boulevard, dat mag ook nauwelijks een uitzondering heten. Het is dus eigenlijk een wonder dat dit stukje toch nog vier alinea’s heeft gekregen.

De Stapper – wo 20 mei 2009

Vismarktstraat
Vismarktstraat

Dit zal echt zo langzamerhand het laatste verhaal over het slepende dossier over de horecasluitingstijden worden. Ongeveer een half jaar geleden besloot de raad met de kleinst mogelijke meerderheid om de openingstijden te verruimen tot vier uur. De burgemeester kreeg tot juli de tijd om flankerend beleid te formuleren.

In het nu voorliggende voorstel mag elke kroeg een ontheffing aanvragen om open te blijven tot vier uur. Ze moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals bijvoorbeeld beveiliging aan de deur. De gelegenheidscoalitie van GroenLinks, PvdA, D’66 en SP kon zich vinden in het voorstel. Ook vermeldenswaardig is dat – en dat vond ik erg sportief – ook het CDA accoord ging met de uitwerking. Zij bleven weliswaar tegenstander van verruimde openingstijden, maar vonden de huidige uitwerking werkbaar.

In plaats van een ellelang debat, werd het dus een zakelijke uitwisseling van standpunten over de uitwerking. Voor de eerste keer in de geschiedenis van dit dossier herhaalde niet elke partij uitvoerig wat hun argumenten waren voor of juist tegen verruiming in het algemeen.

Restte nog één puntje mijnerzijds: een kleine technische fout in de concept drank- en horecavergunning. Geheel tegen de bedoeling in gaf de nieuwe verordening de horeca-zaken in het centrum de mogelijkheid om permanent, dus 24 uur per dag, open te zijn. Nu ben ik zelf persoonlijk best voor geheel vrije openingstijden, maar dat was niet de bedoeling van de meerderheid van de raad. Ik deed dus zelf ook maar sportief en wees de burgemeester op deze fout. Anders hadden we over een maand of wat wéér over dit dossier moeten praten.

Showtime – ma 27 apr. 2009

Showtime Coyote
Showtime Coyote

Maandag. Reces. Op de fractie in Den Haag telde ik welgeteld vijf collegae. Ook in Breda een commissie-vrije week en dus geen fractievergadering. Het tempo ging ineens een versnelling lager.

Ook in De Beyerd was het rustig. De vaste groep personeel en bijbehorende aanhang zat in den vuilen hoek te genieten van een biertje. Ik volgde hun voorbeeld.

Waar het uiteindelijk precies fout ging weet ik niet meer. Maar we gingen na sluit nog even naar de Catch. Om vervolgens nog even meegesleept te worden naar wat ongetwijfeld de meest foute tent van Breda is: de Showtime Coyote.

Om een verre van uitputtende beschrijving te geven, de Showtime Coyote is een tent waar om de paar minuten een vrouw op veel te hoge pumps en een veel te kort broekje op en neer over de bar loopt en om een paal heen danst ten einde de klanten aan de bar te hinderen in hun poging voor veel te veel geld een veel te klein glas bier te bestellen. Het was deerniswekkend.

Ik woon nu al mijn hele leven in Breda. Toch blijf ik me telkens weer verbazen over de dingen die ik tegenkom.

Memory-lane – vr 24 apr. 2009

Jaapslaap
Jaapslaap

Meneer had nog wel zoveel te vertellen, maar omdat zijn hoofd een beetje vol zat, kwam het er allemaal niet zo uit. En dus, wat moet je anders, gingen we maar Guinness drinken in de kroeg met de asbakken op de tafels.

De muziek was goed en ik deinde enthousiast mee. Thin Lizzy? Boys are Back in Town? Laat ze maak komen. Ik denk dat het rond de vijfde of misschien wel zesde pint was dat Jaap een beetje dronken begon te raken. Het is in zijn leven de afgelopen weken nogal heftig geweest, dus dan mag dat. Anders trouwens ook.

„Weet je nog dat je na dat concert van Fairport in Grollo de lenzen uit mijn ogen haalde omdat ik al in slaap gevallen was?” vroeg Jaap tijdens een korte trip down memory-lane. In die dagen was ik nog smoorverliefd op Jaap. De bewuste avond was één van onze meest memorabele bacchanalen waarbij we, op de terugweg van het concert terug naar ons hotel in Rolde, ergens halverwege stomdronken de naast het fietspad gelegen greppel in fietsten. We hadden iets te veel whisky op

De luiken waren al toe toen we waggelend het café verlieten. Thuis stond de port op ons te wachten. Als een geoliede machine, we zijn inmiddels al zo’n tien jaar beste vrienden, gooide ik de kaas uit de koelkast de woonkamer in en ving Jaap ze op. Veel verder kwam hij niet. Met een glas port in de hand liep hij naar de slaapkamer om even te gaan liggen.

Ik vermaakte mezelf nog een half uurtje met het draaien van plaatjes, waarna ik eens ging kijken hoe het met Jaap was. Als een platgereden konijn lag hij slapend op bed. Roadkill met het glas port nog keurig in de hand. Ik besloot het maar zelf op te drinken.

Na het laatste plaatje ontdeed ik Jaap van zijn shirt, broek en schoenen en legde hem onder de dekens. Zijn lenzen had hij, in de loop der jaren wijzer geworden, dit keer gelukkig zelf al uitgedaan.

De Beyerd draait door – week 12 2009

Dick Wildeman, ikzelf en Tie Schellekens
Dick Wildeman, ikzelf en Tie Schellekens

Café de Beyerd heeft sinds 2004 een brouwerij. Met aandeelhouders. En woensdag was de 5e jaarlijkse aandeelhoudersvergadering. Tie Schellekens, één van de commissarissen namens de aandeelhouders, had bedacht dat de vergadering maar eens een wat andere invulling moest krijgen. Het resultaat: De Beyerd draait door.

Tie Schellekens had me enkele weken eerder gevraagd of ik samen met hem deze talkshow-in-de-kroeg wilde presenteren. Het leek me best aardig om zijn tafelgast te zijn en dus antwoordde ik ja. Tie had de rollen echter anders bedacht: ik was Matthijs van Nieuwkerk en hij was mijn tafelgast.

Het werd een geweldig programma. Geweldig voorbereid door Tie. En de presentatie ging ook niet slecht. Even voelde ik me een echte celebrity toen ik na afloop van alle kanten complimenten kreeg voor deze eenmalige gebeurtenis.

Alhoewel, mocht Matthijs van Nieuwkerk ooit met vervroegd pensioen gaan…

Meer foto’s op www.cafedebeyerd.nl.

Homo Bacchabundus – vr 19 dec. 2008

Kerst aan de Nieuwe Haven

Het Glazen Huis staat in Breda. Voor diegenen die niet weten wat dat is: onder welke rots komen jullie vandaan?

Het was sowieso een bruisende vrijdag in het Bredase. Zo was er de opening van het tweede deel van de Nieuwe Haven, dat gepaard ging met een sfeervol ingerichte kerstmarkt. Dankzij de voltooiing van dit deel van de haven is Breda er een mooie wandelboulevard rijker op geworden.

Ik was die avond samen met oud-commissielid Rian Verweijmeren op pad. Die me vervolgens, nadat we eerst enkele pinten naar binnen sloegen bij een soort drijvende ski-hut-achtige taverne die naast de tijdelijke ijsbaan in de haven was verrezen, als onderdeel van mijn opvoeding, nog even de Venice, Bredaas’ oudste homokroeg, binnen sleepte. Waarna het vervolgens mijn beurt was om haar de Boulevard mee in te slepen.

Toen Rian enkele uren later huiswaarts keerde, was voor mij de avond nog alles behalve om. Zo had ik me de hele dag al voorgenomen een donatie voor het Glazen Huis te doen en aangezien het inmiddels al sluitingstijd was geweest en er dus binnen niet meer zo veel te beleven viel, leek dit daarvoor het ideale moment. Iets waar ik de volgende dag, nadat ik het geluidsfragment had teruggehoord, al weer heel anders over dacht.

Daarmee was het nog nauwelijks gedaan met de feestvreugde. Zo was er, wist één van de barmaatjes van de Boulevard me te vertellen, nog ergens een feestje gaande waar we absoluut naar toe moesten. En aldus geschiedde. Daar ontmoette ik een Duitser uit Hamburg die ik nog wist te overtuigen dat we bij mij echt nog een fles whisky soldaat moesten maken. Waar we ook nog even werden gestoord door de bovenbuurman die samen met twee vrienden tot de vreselijke ontdekking was gekomen dat zijn biervoorraad op was, maar de mijne wellicht nog niet.

Het was al lang licht en over tienen toen ik eindelijk ging slapen. Waarom begint het reces bij mij toch altijd met zo’n dwangmatig bacchanaal?

Homo Testans – do 18 dec. 2008

Na het erwtensoepoverleg van afgelopen maandag heb ik nog vaak en lang met PvdA en D66 aan de telefoon gezeten. Ik was dan ook net zo vaak bellend in de gang te vinden als dat ik daadwerkelijk achter mijn bureau aan het werk was.

Horeca-sluitingstijden dus. Opnieuw een ellenlange raadsvergadering waarbij iedereen nogmaals de al uitentreuren toegelichte standpunten over het voetlicht probeerde te brengen. Een vergadering met drie schorsingen, drie keer een hoofdelijke stemming, met telkens dezelfde uitslag: 20 voor en 19 tegen. Daarmee is de kogel door de kerk: de sluitingstijden van de reguliere horeca wordt verlegd naar vier uur.

Overigens niet per direct. De burgemeester, die de hele verruiming van de openingstijden niet meer ziet zitten, had wel wat meer tijd nodig om alles uit te werken. En dus hebben we besloten dat de verruimde openingstijden pas in juni ingaan.

Daarmee is één van de minst fraaie dossiers in deze bestuursperiode eindelijk afgesloten. Aan het onderwerp zijn inmiddels meer dan een dozijn debatten gevoerd met telkens weer dezelfde standpunten. De tegenstanders verwijten ons, voorstanders van de openingstijden, dat er wel belangrijkere onderwerpen zijn om over te spreken. Daar hebben ze gelijk in. Helaas nemen ze zelf ook elke gelegenheid te baat om uitgebreid te vertellen waarom zij tegen verruiming van de openingstijden zijn. En ja, dan houd je mekaar wel effe bezig.

Hoe het ook zij, na de raadsvergadering ging ik voor de verandering eens niet mee naar de naborrel bij Café Publieke Werken. Ik moest mijn achterban opzoeken om ze het goede nieuws te vertellen. Bij de cafees, bars en feestjes waar ik langs ging werd ik met luid gejuich ontvangen. Even voelde ik me een held.