Homo Sanus – ma 20 okt. 2008

Keelaandoeningen

Om iets voor negen liep ik vrolijk het Diaconessen Baronie Amphia-ziekenhuis binnen, waar Dokter van de Rijt me iets later zou ontvangen. Vrolijk nam ik plaats tussen de ouden van dagen met hun kwaaltjes.

Opnieuw pakte de dokter het cameraslangetje om dat behendig via mijn neus mijn strot in te laten zakken. Iets minder vrolijk, maar nog steeds goedgemutst, deed ik mijn uiterste best om niet te kokhalzen.

Binnen enkele minuten kwam het verlossende woord. De tweede operatie was helemaal geslaagd en ik was geheel genezen van de poliep die jaren lang mijn stembanden had gekweld. Rond half tien stapte ik vrolijk op uit het ziekenhuis en fietste de week tegemoet.

Homo Infirmus – do 17 juli 2008

Jeroen Bosch - De Keisneider
Jeroen Bosch - De Keisneider

Een week na de operatie aan mijn stembanden moest ik op controle komen bij de KNO-arts. Ik nam geduldig plaats tussen een wachtkamer vol kinderen en bejaarden. Een gezonde jongeman als ik hoort daar eigenlijk niet thuis.

De KNO-arts wilde met de scope even een kijkje nemen in mijn keel. Goedemorgen, zei hij vrolijk. Met zijn rechterhand maakte hij zijn martelwerktuig alvast schoon. Ik had weinig goede herinneringen aan de voorgaande keren dat hij het cameraslangetje via mijn neus in mijn keel wilde laten zakken.

Dankzij een kapotte camera waren er maar liefst drie pogingen voor nog om een helder plaatje te krijgen van mijn stembanden. Maar het resultaat stemde tot tevredenheid. In oktober mag ik nog een keertje terugkomen. Drie keer raden: dan stopt de dokter weer zo’n camera in mijn neus.

Homo Silens (2) – vr 11 juli 2008

stilte - silence

Stemrust dus, en een absoluut rookverbod. Strikt opgelegd door de KNO-arts. Een operatie aan je stembanden is slechts een kleine ingreep. Wat er daarna gebeurt, of eigenlijk vooral niet gebeurt, dat hakt erin.

Ik heb me grotendeels aan het decreet van de KNO-arts gehouden. Vrijwel niet gerookt en niet gesproken. Op dat ene moment na dan, dat ik zonder het in de gaten te hebben, meezong toen ‘You can call me Al’ van Paul Simon op de radio gedraaid werd.

Gelukkig had ik nog wat films op de harde schijf staan en nog wat platen af te luisteren. En het werd eigenlijk ook weer tijd om de woonkamer weer eens op te ruimen. Of eigenlijk het hele huis. Wie als kluizenaar aan huis gebonden is, kan dit het best proper maken.

Homo Silens – do 10 juli 2008

ziekenhuisbandje

De grote aftakeling van mijn lichaam is begonnen. Vandaag moest ik voor de tweede keer in mijn leven geopereerd worden. Mijn stembanden waren na de eerste ingreep nog niet volledig gladgesneden. En dus ontvingen mijn collegae onderstaand mailtje.

Lieve collegae,

Morgen moet ik onder het mes. Dat is niet erg. Als het goed is blijven ze van al mijn vitale delen af. Wel moet er een zwelling van mijn stemband verwijderd worden. Da’s niet eng, niet gevaarlijk en ook niet kwaadaardig. Tot zover niets aan de hand dus. Gewoon een polyklinische ingreep. Vrijdag ben ik -deo volente – dus gewoon bij jullie op het bureau.

Ik kan jullie echter niet begroeten. Ik moet namelijk drie weken lang mijn mond houden. Da’s lastig, en voor mij al helemaal. Dus als je me ziet, wordt niet boos als je na een enthousiaste groet jouwerzijds van mij alleen een zwaaiende hand krijgt. Ik zal erbij proberen te glimlachen. Wellicht verzacht dat de pijn.

Ik ben een tijdje stom, niet imbeciel. Als ik iets wil zeggen schrijf ik het gewoon op. Als je mij iets wil zeggen, hoef je dat niet op te schrijven. Je kunt gewoon praten. Ik ben stom, niet doof.

Dus tot snel allemaal. Het zal een mooi experiment worden.

Groetjes,
Selçuk

Homo Cruciabilis – di 20 mei 2008

poliep

En uiteraard staakten de buschauffeurs precies op dat ene moment dat ik naar het Pasteurziekenhuis in Oosterhout moest om mijn stembanden te laten controleren. Gelukkig bleek er nog steeds iets mis te zijn, anders was ik voor niets dertig euro voor een taxi kwijt geweest.

In tegenstelling tot de vorige keer kon mijn keel de marteling van de flexibele scoop, het buigzame camerabuisje dat via het neusgat de keel in wordt gedraaid, redelijk doorstaan. Dit niet geheel zonder hulp van enige verdoving ter plaatse. En terwijl ik op commando een geluid probeerde te reproduceren dat in de verte enige verwantschap met de letter ‘ie’ vertoonde, keek de dokter aarzelend naar het beeldscherm.

„Tsja”, constateerde hij, nadat het martelinstrument uit mijn keel verwijderd was en hij de opname op het computerscherm terugkeek, „er zit nog een verdikking op de rechter stemband”. Het was eelt, vocht of een cyste, dat kon hij niet zien. „Soms kan stemtherapie nog wel helpen, maar gezien Uw stemhygiëne lijkt het mij verstandiger het operatief te verwijderen.” De KNO-arts kent me te goed.

Drie weken niet roken en zo min mogelijk praten. Leuker kon hij het niet maken.

Homo Confirmatus – wo 16 apr. 2008

Fotocamera

Omdat de dokter wel even zeker wilde weten of mijn stembanden na het verwijderen van de poliep wel goed aan het genezen waren, moest ik terug naar het ziekenhuis voor een stroboscopische opname.

En dus ging het slangetje met de camera via mijn neus naar binnen. Geen goed idee, vond mijn keel, die zich met alle mogelijke reflexen verzette tegen deze aantasting van de lichamelijke integriteit.

Maar de dokter gaf niet op. Er moest en zou een tweede poging ondernomen worden en dus werd nu mijn keel verdoofd. Het mocht echter niet baten. En terwijl ik kokhalzend en met tranen in mijn ogen in de stoel zat, besloot de dokter zijn pogingen maar te staken.

Vreemd, dacht ik. Toch niet de eerste keer dat ik een lichaamsvreemd object in mijn keel had. Maar het leek me verstandiger dat niet met de KNO-arts te delen.

Homo Delirus – do 7 febr. 2008

stilte

In onleesbaar handschrift schreef ik op een briefje dat ik zin had in een sigaret. Ik was zojuist ontwaakt uit een narcose en had werkelijk gedroomd dat ik op het schoolplein van mijn oude middelbare school een sigaret had opgestoken.

Waar het hart van vol is. Want de komende 2 à 3 dagen is het voor mij strikt verboden ook maar iets te roken. Zelfs rokerige ruimtes zijn taboe. En praten mag ook niet. Zelfs hoesten en kuchen is uit den boze. Zojuist heeft de KNO-arts een levensgrote poliep van mijn stembanden verwijderd.

Mijn moeder, wier zorginstincten weer helemaal boven kwamen drijven bij het bericht dat ik geopereerd moest worden, heeft me nu in haar huis opgenomen om me te verzorgen. Niet dat ik enige verzorging nodig heb, maar goed, ik laat het maar gebeuren.

Overigens leek de KNO-arts het allemaal wel grappig te vinden. Een politicus die drie dagen stemrust in acht moet houden. En hij heeft gelijk, het is natuurlijk ook allemaal ontzettend grappig. Een Selçuk die niet mag roken, niet mag praten en niet de kroeg in mag.

Gelukkig is het maar voor een paar dagen. Anders had ik liever een been laten amputeren.