Ja, goed, we hadden dan misschien wel een reünie gepland. En één van de vrienden moest ergens in Zevenbergen optreden met z’n nieuwe bandje en het was de bedoeling dat we allemaal zouden gaan luisteren. Maar ja, Nederland moest spelen. Dus dat ze dat vast ook wel zonder mij konden doen.
Ik was er goed voor gaan zitten in de Boulevard. Thuis een goede bodem van rijst en oesterzwammen neergelegd om vervolgens met gezwinde spoed in de Boulevard een aantal witbiertjes naar binnen te werken. Homo zijn is leuk, maar het blijft voetbal hè. Dus een beetje testosteron graag.
De aanvankelijk goede bui zwakte snel af bij het zien van de eerste helft. Iets met deuken die niet in het spreekwoordelijke pakje boter geslagen werden. En toen na de rust de Russen hun eerste doelpunt zetten, leek alle hoop verloren. Dit Oranje ging het niet halen.
Even kwam de hoop terug, toen Van Nistelrooy nog een gelijkmaker wist te scoren. Even stonden we schrap en kon de wedstrijd weer alle kanten op. Maar Oranje kreeg de geest niet. In de verlenging was het over en uit.
Wat doe je dan, als homo? Precies, je deelt het verdriet van je medekijkers, troost hen en geeft alle knappe hetero’s in de kroeg een dikke en intense knuffel. Gewoon, omdat het kan.