Woensdagavond stond het veiligheidsprogramma centraal in de commissie Bestuur. Een hoop speerpunten waar je het allemaal niet mee oneens kunt zijn, maar ik miste een overkoepelende visie. En dat gaf mij de gelegenheid om een al wat langer sluimerend punt van mezelf maar eens naar voren te schuiven, namelijk over de verruwing van de samenleving.
De ombudsman schreef een jaar geleden al eens dat burgers soms ontzettend ruw en vol onbegrip kunnen reageren op de overheid, maar dat het handelen van de overheid daar zelf vaak mede debet aan is. Zo willen ambtenaren zich nog wel eens verschuilen achter regels, zonder uit te leggen waarom iets niet kan of juist moet. Of soms worden regels gebruikt voor zaken waar ze oorspronkelijk niet voor bedoeld zijn. Iedereen kent situaties waarbij de overheid zich onredelijk star opstelt, terwijl een enigszins flexibele houding logisch zou zijn. De ombudsman pleitte dan ook voor een overheid die meer servicegericht werkt.
Die ontwikkeling kun je ook zien bij het dossier veiligheid. Elke onwenselijke situatie proberen we te voorkomen door regeltjes in te voeren. Soms zijn dat goede regels, soms zijn ze wat ondoordacht. Maar met elke nieuwe regel wordt het steeds minder vanzelfsprekend om het gezond verstand te gebruiken. Terwijl dat eigenlijk het eerste uitgangspunt zou moeten zijn. Van politiemensen wordt vervolgens verwacht dat zij al die duizenden regeltjes gaan handhaven. Zeker wanneer een regel onduidelijk is, niet begrepen wordt of onwerkbaar is, leidt dat tot gevoelens van onmacht en agressie. In plaats van dialoog, komen twee partijen lijnrecht tegenover elkaar te staan.
Wat je ook ziet is dat de wijze waarop sommige politiebeambten mensen aanspreken, niet optimaal is. Het komt misschien door de werkdruk, maar bij sommigen begint een gesprek al meteen afstandelijk. Met een wat meer open, vriendelijke toon bereik je vaak veel meer en werk je deëscaleren. Pas als dat niet werkt, kun je altijd nog op een meer dwingende aanpak overgaan. Iedereen zal het belachelijk vinden dat iemand een boete krijgt voor het niet bij zich hebben van een ID-bewijs als er verder niets aan de hand is.
Mijn suggestie voor de burgo: schrijf nu eens een overkoepelende visie voor de vertegenwoordigers van het gezag, of het nu ambtenaren of politiemensen zijn, over bejegening. Zowel in woord als in daad. Hoe willen we dat de overheid met zijn burgers omgaat? Dus, als voorbeeld, niet alleen om een ID-bewijs vragen als je dat wil zien, maar ook uitleggen waarom je dat doet. Niet meteen een boete opleggen als iemand dat niet bij zich heeft.
De burgemeester vond het een interessante suggestie en gaat ‘m uitwerken.