Homo Cleptens – wo 6 aug. 2008

Kamerlid Wijnand Duyvendak
Kamerlid Wijnand Duyvendak

Soms lijkt het wel alsof er sprake is van een traditie. Telkens als de komkommertijd zijn dieptepunt bereikt, komt GroenLinks met een schandaal naar buiten. Na de affaire Pormes vond DWARS vorig jaar een bom en nu blijkt Kamerlid Wijnand Duyvendak een inbreker.

Op de Glogosfeer is de vergelijking al getrokken met Sam Pormes, die jarenlang verzweeg en ontkende in de jaren ‘70 op een terroristenkamp in Zuid-Jemen te zijn geweest. Toen dit alsnog naar buiten kwam, werd Pormes gevraagd zijn zetel in de senaat op te geven. Nadat hij hier geen gehoor aan gaf, werd een royementsprocedure opgestart die uiteindelijk bij de partijraad sneuvelde en leidde tot het aftreden van toenmalig voorzitter Herman Meijer.

Die vergelijking gaat maar ten dele op. Allereerst is het vergrijp waar het om gaat van een geheel andere orde. Pormes liet zich in met een omgeving die zich bezig hield met gewelddadige acties tegenover mensen. Dat is van een andere orde dan het inbreken om geheime plannen openbaar te maken. De actie van Duyvendak was geweldloos. Daarnaast beoogde het informatie openbaar te maken, die de regering achter hield in een tijd waarop nog geen beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur gedaan kon worden. Informatie waarvan ook de kamer vond dat deze door de minister zelf naar de Kamer gezonden had moeten worden, al keurde de Kamer de diefstal zelf natuurlijk af (dank aan David Rietveld voor het opzoeken van de handelingen), getuige onderstaande citaten.

Zo zei PvdA-Kamerlid Zijlstra in het Kamerdebat op 3 september 1983 naar aanleiding van de diefstal het volgende: „Het staat ook voor ons buiten kijf, dat de diefstal op zich zelf bezien afgekeurd moet worden. De wijze waarop de stukken in de openbaarheid zijn gekomen, is te betreuren. Het is echter evenzeer te betreuren dat de Kamer (…) in toenemende mate van bijzondere gebeurtenissen en van toevallige omstandigheden afhankelijk wordt. Een parlementaire democratie kan op deze wijze niet naar behoren functioneren. Wij verlangen van de regering (…) voortaan tijdige en volledige opening van zaken.”

Kamerlid Tommij (D’66): „Hij (Minister Aardenne, sç)  was niet alleen kwaad op de actiegroep -dat was logisch, want diefstal kan niet worden goedgekeurd -maar meer nog op de pers, die gedeelten van gestolen documenten had gepubliceerd. (…) In elk geval wil ik duidelijk stellen dat (…) de pers, naar de opvatting van mijn fractie, niet alleen het recht maar zelfs de morele plicht had om met name de brief van de minister aan de Commissarissen van de Koningin in Noord-Brabant en Limburg in de openbaarheid te brengen. Openheid en controleerbaarheid zijn immers onmisbare fundamenten van ons democratisch systeem. De minister heeft hiervoor blijkbaar weinig gevoel.”

Kamerlid Lansink (CDA): „Een ruimhartiger informatievoorziening van de Kamer ware wenselijk geweest. Ook een op zichzelf begrijpelijke inspanningsverplichting moet vroeg of laat getoetst kunnen worden en dan liever vroeg dan laat. (…) De discussie was en blijft noodzakelijk, ondanks het gegeven dat de betwiste brief bekend werd na een in alle opzichten afkeurenswaardige diefstal van overheidsdocumenten”

Het doel heiligt niet per definitie de middelen, maar in dit geval is het niet onredelijk om te stellen dat Duyvendak c.s. vonden dat de openbaarheid van de informatie met betrekking tot de geplande kerncentrales van een dermate groot belang was dat het middel waarop het verkregen moest worden, namelijk door inbreken, moreel geoorloofd en gerechtvaardigd was. Het inhoudelijke debat dat in de Kamer gevoerd werd over de informatie, lijkt die redenering in eerste instantie te ondersteunen. De Tweede Kamer vond immers dat de informatie aan de Kamer bekend had moeten zijn.

Het tweede grote verschil tussen Pormes en Duyvendak is de wijze van openbaring. Waar Pormes altijd is blijven ontkennen, is Duyvendak nu open over zijn actieverleden. Hij brengt zijn verleden zelf naar buiten in een boek. Daarbij is overigens de vraag van belang of hij dit de verschillende kandidatencommissies heeft gemeld bij zijn kandidatuur voor het Kamerlidmaatschap. Voorziter Henk Nijhof bevestigt dat dit is gebeurd. Iets waarvan verder overigens alleen de voorzitter van de Kandidatencommissie uitsluitsel kan geven.

Wat niet erg handig is om, met het oog op de beschikbaarheid van het boek, nu twee weken te moeten wachten alvorens we het hele verhaal kunnen lezen. De vooraf verspreidde flaptekst is dan ook geen juweeltje van strategische communicatie. Duyvendak zelf zegt nu in een verklaring: „de keuzes die ik twintig jaar geleden maakte zijn op geen enkele manier de keuzes die ik nu zou maken” en neemt daarmee afstand van de gepleegde inbraak. Dat citaat verhoudt zich slecht met de flaptekst, die stelt dat voor Duyvendak het resultaat zwaarder telde dan de ideologie en daarmee suggereert dat hij de inbraak goedpraat. Aangezien de inhoud van het boek niet beschikbaar is, is het voor het publiek niet mogelijk zelf een oordeel te vormen. En dat is erg jammer.

The Nature of Blogging – di 9 mei 2006

Vandaag gaf de Eerste Kamerfractie van GroenLinks een persverklaring uit. De omstreden Senator Sam Pormes is terug opgenomen in de fractie. In het najaar zal hij alsnog afstand doen van zijn zetel, om ‘de campagne niet te belasten met zijn persoon’. Ik heb waardering voor die beslissing.

Er is een hoop te doen geweest rond de zaak Sam Pormes. Een deel van de discussie speelde zich af op dit weblog (zie blogs za 17 dec. 2005, za 1 apr. 2006, zo 2 apr. 2006 en nogmaals zo 2 apr. 2006). De hele kwestie begon met diverse publicaties in HP/DeTijd over het vermeende terroristische verleden van Pormes. Daarop volgde een intern onderzoek van het GroenLinks-bestuur, met als conclusie dat Pormes nooit volledig open is geweest over zijn verleden. Daarop zette het partijbestuur de senator uit de partij. Een beslissing die later weer is teruggedraaid door de partijraad.

Die beslissing was reden voor partijvoorzitter Herman Meijer om af te treden. Voor mij was het aanleiding voor enkele felle stukjes op mijn weblog. Hoewel ik de inhoud van die stukjes ook nu nog onderschrijf, is het de vraag hoe verstandig het, als bestuurslid, is geweest om dat middels een blog te publiceren. Anderzijds wil ik als politicus altijd open zijn. Dat betekent ook dat je soms je frustraties deelt met anderen.

De zaak Pormes is nu afgerond en daarbij zijn onderweg brokken gemaakt. De discussie of diverse organen binnen de partij goede of juist verkeerde beslissingen hebben genomen, is daarmee niet meer relevant. De zaken zijn zoals ze zijn. Aan alle partijen de taak om vanuit die nieuwe werkelijkheid weer de schouders onder de toekomst van GroenLinks te zetten.

Crisis (slot) – zo 2 april 2006

Herman Meijer, partijvoorzitter van GroenLinks, is afgetreden. De rest van het partijbestuur bleef aan. Tegen alle gevoel, tegen alle vezels in. Maar er werd een beroep op ons gedaan. Een beroep om de partij niet geheel te onthoofden. En wij conformeerden…

Ik denk dat het de eerste keer is dat ik een vieze smaak overhoudt aan de politiek. Denken…, ik weet het wel zeker. Want in de zaak Sam Pormes hebben we als partijbestuur altijd gezamenlijk opgetrokken. Daarom was er gevoelsmatig ook maar een optie mogenlijk: gezamenlijk aftreden. En dat is vanmiddag, tijdens een spoedzitting, ook lange tijd de bedoeling geweest.

Maar het klemmende beroep vanuit diverse geledingen van de partij om de partij niet stuurloos achter te laten, woog zwaar. En ook Herman Meijer deed een klemmend beroep op de rest van ‘zijn’ bestuur om GroenLinks niet als een schip zonder kapitein achter te laten. Met pijn in het hard gaf de rest van het bestuur gehoor aan deze oproep. Tegen het gevoel, tegen alle vezels in.

Diverse bestuursleden jankten, toen duidelijk werd dat Herman het koningsoffer bracht. Namens ons allemaal. Zonder enig spoor van plezier of eer, maar met het besef dat het het beste is voor GroenLinks, blijft de rest van het gemankeerde Partijbestuur aan, tot aan het volgende congres.

Crisis (2) – zo 2 apr. 2006

Het is bijna drie uur ’s nachts en heb de hele tijd zitten denken aan de consequenties van wat er vandaag is gebeurd. Waar staan we nu, waar staan we over iets meer dan elf uur, wanneer het Partijbestuur in spoedzitting bijeenkomt.

Het is duidelijk dat er een conflict is tussen de partijraad van GroenLinks en het Partijbestuur, waar ik in zat. Reden is de bizarre beslissing van de Partijraad om het royement van Sam Pormes terug te draaien. Er zijn wel eens vaker meningsverschillen, maar hier gaat het om een majeure kwestie.

Het bestuur kan bijna niet anders dan hier de uiterste consequentie aan verbinden, namelijk opstappen. Ook minstens twee leden van de Eerste Kamerfractie maken, zo gaat het gerucht, op dit moment dezelfde afweging. Wat mij betreft kunnen zij aanblijven. Zij zijn niet verantwoordelijk voor hetgeen is gebeurd, dat is het partijbestuur.

Tegelijk ben ik er van overtuigd dat de Partijraad in deze kwestie niet de mening van de leden vertegenwoordigd. Daarnaast berust hun argumentatie om het royement terug te draaien op een opeenvolging van verkeerde inzichten en argumentaties. Een congres zou zich over de zaak moeten uitspreken. Maar dat lijkt procudereel, zover ik nu kan overzien, niet mogelijk.

En ondertussen zit Partijvoorzitter Herman Meijer waarschijnlijk thuis te tobben en zich af te vragen of hij dingen anders had moeten doen. Als als…, da’s verbrande turf. Maar daar denk je op zo’n moment niet aan.

Het is iets voor drie, ik zie nog geen antwoorden. Wachtend op de briljante ingeving die ergens tussen nu en twee uur ’s middags moet komen, verzucht ik en denk ik bij mezelf: wat is politiek toch een allejezus afwisselend vak.

Crisis – za 1 apr. 2006

“Ik heb nieuws voor je, dat je vast wel wilt weten”, zei een stem aan de andere kant van de telefoon. Ik kreeg een verslag van wat er zojuist in de partijraad was gebeurd. Deze controlerende raad had zojuist besloten dat het Royement van ex-GroenLinks Eerste Kamerlid Sam Pormes ongegrond is verklaard.

Sam Pormes wordt ervan verdacht dat hij eind jaren ’70 heeft deelgenomen aan een terroristisch opleidingskamp in Zuid-Jemen. Dat heeft hij altijd voor de partij verzwegen. Toen de beschuldigingen van HP/DeTijd door een intern onderzoek van GroenLinks grotendeels werden bevestigd en Sam Pormes niet bereid was duidelijkheid te verschaffen over waar hij dan wel was in zijn vermeende Jemen-periode, besloot het bestuur om Sam Pormes te vragen zijn Eerste Kamerzetel op te geven. Toen hij dat niet deed, heeft het bestuur hem geroyeerd.

Pormes ging in beroep tegen die beslissing bij de partijraad. Deze heeft, met 30 stemmen voor en 26 tegen, dit beroep gegrond verklaard. Een verregaande en totaal onbegrijpelijke beslissing. De partijraad lijkt de consequenties van deze beslissing niet te overzien en het roept zelfs vraagtekens op bij de deskundigheid van de partijraad. De structuur van dit orgaan, dat de mening van de leden van GroenLinks zou moeten vertegenwoordigen, moet nodig worden herzien. Ik geloof namelijk niet dat van de 56 aanwezige partijraadsleden er meer dan een handjevol zijn geweest die hun opstelling eerst hebben besproken met de GroenLinks-afdeling die zij op papier zouden moeten vertegenwoordigen.

Het partijbestuur heeft aangekondigd zich nu te beraden op zijn positie. Wie de taal van de politiek een beetje begrijpt, snapt precies wat daarmee bedoeld wordt. Deze beslissing is voor ons als partijbestuurders onacceptabel, en daar dienen consequenties aan verbonden te worden.

Binnenkort zal dus een extra congres moeten worden georganiseerd, waarbij een nieuw partijbestuur wordt gekozen. Wat mij betreft spreken de leden van GroenLinks zich op dat congres ook uit over deze beslissing van de partijraad. Als het congres verstandig is, beslissen zij op dat congres tevens dat de beslissing van de partijraad teruggedraaid wordt en dat Pormes alsnog zijn Eerste Kamerzetel moet opgeven. Dat zou wat mij betreft de enige juiste keuze zijn.

Partijraad – za 17 dec. 2005

De Partijraad van GroenLinks had een vergadering bijeengeroepen. De reden: enkele partijraadsleden waren het niet eens met het royement van Eerste kamerlid Sam Pormes dat het bestuur had uigeproken. Aangezien ik in dat bestuur zit, werd ook mijn aanwezigheid op prijs gesteld.

Door allerlei omstandigheden – onder andere de lege batterij van mijn telefoon annex wekker – kwam ik later. En de Partijraad was aanmerkelijk eerder klaar dan zij – en wij – hadden verwacht. Kortom: ik was nog net op tijd om het einde van de vergadering te maken. En dat kwam er grof gezegd op neer dat de meerderheid van de partijraad vond dat het bestuur niet teruggefloten hoefde te worden.

Dan over de zaak Sam Pormes: Sam is een Eerste Kamerlid van GroenLinks waarover een heleboel verhalen de ronde doen. Deze variëren van betrokkenheid bij de Molukse treinkaping tot het deelnemen aan een training in een terroristenkamp in Zuid-Jemen ergens in de jaren ’70. Sam heeft deze verhalen altijd ten stelligste ontkent. Nu voor het eerst, naar aanleiding van een onderzoek van Binnenlandse Zaken, duidelijk vast is komen te staan dat Pormes wel in dit terroristenkamp is geweest, was dat voor het bestuur reden om Sam te vragen zijn Eerste Kamerzetel op te geven. Toen hij dit niet deed, is een royementsprocedure opgestart, ofwel, Sam Pormes mag geen lid meer zijn van GroenLinks.

De reden om hem te vragen zijn zetel op te geven was in eerste instantie nog niet eens dat hij in de jaren ’70 op een trainingskamp in Zuid-Jemen is geweest. Hiervan kun je, 35 jaar later, immers best vinden dat dat een grote vergissing was, waar je afstand van hebt genomen. De reden was vooral dat Pormes altijd ontkent heeft dit gedaan te hebben. Hij heeft de partij, en daarmee ook de kiezer, dus informatie verzwegen. ‘Gelogen’, om me maar heel onparlementair uit te drukken. Waar sommige critici uit de Partijraad zich dus druk om maken, is me niet helemaal duidelijk.

Eenmaal in Utrecht, ging ik ook een kijkje nemen bij het platform diversiteit van GroenLinks. Wat eindigde in de kroeg en daarna bij vriendin en partijgenoot Mariska, waar ik voor het gemak maar op de bank in slaap viel om de volgende ochtend, in alle vroegte, terug naar Breda te keren en op bezoek te gaan bij mijn oma. Ik had nog wat Kenyaanse thee voor haar meegenomen.