De Wietpas

De gemeenteraad van Breda is tegen het plan van minister Opstelten om een wietpas in te voeren. Alleen het CDA en de VVD stemden tegen de motie die ik namens GroenLinks en met steun van de zes overige partijen indiende. Daarmee volgt Breda het voorbeeld van Den Bosch en Eindhoven, die een soortgelijke motie tegen de invoering van de wietpas al eerder aannamen.

Invoering van de wietpas zou betekenen dat coffeeshops straks alleen nog maar toegankelijk zijn voor Bredanaars. Daarmee hoopt Opstelten de georganiseerde misdaad achter de coffeeshops aan te pakken. Een onzinnig plan. Als mensen niet meer in de coffeeshops terecht kunnen, zoeken ze hun heil elders. Straathandelaren zullen daar gretig op inspelen met als gevolg meer straathandel, meer overlast en meer vermenging van soft- en harddrugs. De georganiseerde misdaad zal het ondertussen een biet zijn via welke kanalen zij hun drugs verkopen.

Breda heeft het geluk een aantal betrouwbare coffeeshophouders te hebben waar goede afspraken mee te maken zijn. De Bredase coffeeshops verkopen geen harddrugs en geven voorlichting over de risico’s van overmatig drugsgebruik. De Bredase coffeeshophouders nemen dus nadrukkelijk hun verantwoordelijkheid. Straathandelaren daarentegen, hebben daar lak aan. Die verkopen naast hasjiesj en weed ook allerlei andere leuke drugs die ze maar al te graag aan de man brengen. Wietpas of niet.

Daarnaast is de invoering van de wietpas niet te handhaven. De extra controles bij coffeeshops en het aanpakken van de toegenomen straat- en thuishandel zal een enorme politiecapaciteit vergen. Als de minister al zo nodig zijn eigen wil moet doordrukken, dan zou het fatsoenlijk zijn om ons er ook vijftig agenten bij te leveren. Maar het liefst heb ik dat de politie zich helemaal niet hoeft bezig te houden met een soort veredelde ingangscontrole. Laat die mensen nu toch eens lekker echte boeven vangen, in plaats van argeloze coffeeshopgangers uit Terheijden of Turnhout terug te sturen, zou ik tegen Opstelten willen zeggen.

Als het Opstelten nu echt om de inhoud is te doen, zou hij zijn gedachten moeten veranderen. Je treft de georganiseerde misdaad achter de achterdeur echt niet met een wietpas. Dat is wishfull thinking. Het enige gevolg is dat iemand van zestien straks nog makkelijker op de straat aan zijn joint kan komen. En dat ‘ie vervolgens ook nog Ketamine, Speed of GHB krijgt aangeboden. Ik kan me niet voorstellen dat de minister dat voor ogen heeft. De Bredase gemeenteraad, GroenLinks voorop, in ieder geval zeker niet.

Drugscene – wo 16 sept. 2009

 

Familie-zak wiet
Familie-zak wiet

 

Op de agenda van de commissie bestuur stond een rapport over de Bredase drugsscene. Koren op de molen van CDA-raadslid Erkal Uçerler om weer eens alle repressieve maatregelen uit de kast te halen, variërend van een pasjessysteem tot – zijn ultieme droom – sluiting van alle shops.

Al jarenlang gaat het CDA ervan uit dat wanneer de toegang tot coffeeshops wordt ontzegt, de behoefte aan soft-drugs verdwijnt. Telkens komt de fractie daarom met repressieve ideeën, hetzij de sluiting van coffeeshops, hetzij nu weer de invoering van een pasjessysteem. Het blokkeren van de ingang leidt echter in geen enkel geval tot vermindering van soft-drugsgebruik. Nu is het de vraag welk doel het CDA voor ogen heeft. Voert de partij een ideologische oorlog tegen alles wat met drugs te maken heeft, of wil zij de overlast en ongewenste gevolgen van druggebruik zoveel mogelijk beperken? Laat ik uitgaan van het laatste. In dat geval moet Breda vier stappen zetten naar een vrijer drugsklimaat.

1. De Bredase coffeeshops zijn vrij toegankelijk voor iedereen boven de 18
Hoe gek het ook lijkt, er is weinig verband tussen het bestaan van coffeeshops enerzijds en het gebruik van drugs anderzijds. Ik heb zelf een jaar in Engeland gewoond, waar geen shops waren. Het was geen enkele belemmering voor mijn huisgenoot, een student filosofie, om elke dag weer aan voldoende ‘splifs’ te komen. Het enige verschil, hij kocht zijn spul via straathandelaren, die naast hasj en weed ook tal van andere, minder onschuldige drugs op voorraad hadden. De coffeeshops in Breda verkopen uitsluitend softdrugs. De verleiding om van soft-drugs over te stappen naar andere drugs is hier dus minimaal.

Wanneer mensen niet in een coffeeshop terecht kunnen, zoeken ze automatisch naar alternatieven. Dat is ofwel een andere gemeente, ofwel de straathandel. Die illegale handel brengt extra overlast met zich mee en is oncontroleerbaar. Daarnaast beperkt de illegale handel zich niet tot de verkoop van hash en weed. Met hetzelfde gemak kan de klant ook aan xtc, ghb, crack en cocaïne komen. Drugs die de illegale handelaar maar wat graag verkoopt, vanwege de hogere winstmarges en de in sommige gevallen grotere verslavingskans. Een uitermate onwenselijk stukje ‘klantenbinding’. Een pasjessysteem wat voorziet in verkoop aan alleen de eigen bevolking leidt tot een toename van de illegale handel en het ontstaan van drugspanden. Wie dat wenst is niet goed wijs.

2. Breda handhaaft minimaal negen coffeeshops
Hoe kleiner het aantal shops, hoe groter de klantenkring. Daardoor verdwijnt de rust uit de coffeeshops en vindt er een monopolisatie plaats van de ‘achterdeur’. Die criminele achterdeur is een gedrocht dat de Haagse politiek zelf geschapen heeft dankzij het tweeslachtige gedoogbeleid. Soft-drugs mag legaal verkocht worden aan klanten, maar de kweek en toelevering van de voorraad is nog steeds illegaal. Zolang de achterkant niet gelegaliseerd is, moeten machtsconcentraties in het criminele circuit, zoveel mogelijk worden voorkomen.

3. Breda gaat lankmoedig om met kwekers
Elk zakje weed dat verkocht is, is ergens gekweekt. In sommige gevallen gebeurt dat in woonhuizen. Criminele bendes verleiden mensen, vaak in financiële problemen, tot het kweken van weed op zolder. Vaak met ondeugdelijke installaties en illegaal afgetapte stroom. Vanwege de brandgevaarlijke situaties moet hier actief worden opgespoord en vervolgd. Grootslalige thuiskwekers moeten, ongeacht of het hier een koop- of een huurwoning betreft, vervolgd worden op gevaarzetting. Een ander verhaal is het wanneer met professionele organisaties gekweekt wordt op loodsen en schuren in het buitengebied. De installatie is dan relatief veilig. Door lankmoedig om te gaan met controles buiten de woonwijken, wordt de gevaarlijke thuisteelt, met alle overlast die erbij hoort, ontmoedigd.

4. Breda vangt haar drugtoeristen op aan de rand van de stad
Nu Roosendaal en Bergen op Zoom hun shops hebben gesloten, zijn er voor de bewoners in West-Brabant weinig alternatieven meer buiten Breda. Hetzelfde geldt voor de drugtoeristen in België en Frankrijk. Nu zijn er twee soorten drugtoeristen: degene die behalve een coffeeshop ook de stad bezoeken. Voor hen is een bezoek aan de coffeeshop slechts een onderdeel van hun programma. Deze toeristen zijn, net als elke andere toerist, meer dan welkom. De andere groep komt hier alleen maar om hasj of weed in te kopen. Deze toeristen rijden hier naar toe, doen hun inkopen, nemen een blowtje en rijden vervolgens onder invloed terug. Dat bezorgt overlast. En kan daarom het best worden bediend met een coffeeshop buiten het centrum, aan één van de toegangswegen van onze stad. De burgemeester heeft dat onderwerp inmiddels taboe verklaard. Kennelijk neemt hij de toestroom van drugtoeristen die niet meer in België en Frankrijk terecht kunnen op de koop toe.

Het is uiteindelijk Den Haag waar de keuze gemaakt moet worden om soft-drugs te legaliseren. Alleen dan kan er een echt consistent beleid gevoerd worden tegen vermenging van soft- en harddrugs, het tegengaan van overlast en het voorkomen van illegale thuisteelt. Elke andere richting die Den Haag aangeeft, maakt het voor de lokale overheid lastig om grip te houden op de drugscene. Tot het zover is, zal Breda zelf zijn eigen, vrijere drugsklimaat moeten scheppen om de overlast zo goed mogelijk te beteugelen. Een pasjessysteem hoort daar in ieder geval niet bij.

Homo Medicans (3) – 19 nov. 2008

Joint

„Hé”, dacht ik. „Er staat weer een berichtje over koffieshops in de krant.” Misschien dat ik er wel weer een televisiemoment uit kon slaan. Maar helaas, de landelijke media hadden mijn trucje door. Of ze vonden het gewoon echt geen interessante vragen.

Toch jammer, ik vond ze zelf heel niet onaardig.

Breda, 19 november 2008

Betreft: vragen ex. Art 41 RvO omtrent experiment regulering toelevering aan coffeeshops

Geachte college,

De burgemeesters van onder meer Groningen, Utrecht, Eindhoven, Amersfoort, Nijmegen, Enschede, Den Bosch en Maastricht hebben vandaag via NRC Handelsblad kenbaar gemaakt dat zij willen gaan experimenteren met regulering van de ‘achterdeur’ van coffeeshops, de toelevering. Opvallend genoeg stond de burgemeester van Breda niet bij dit rijtje van burgemeesters.

Jarenlang heeft het gedoogbeleid er voor gezorgd dat gebruikers van softdrugs niet tegen hun wil in aanraking zouden komen met harddrugs. In Breda heeft het gedoogbeleid geleid tot een controleerbare situatie waarin de overlast van coffeeshops minimaal was. Zeker in combinatie met de aanpak van notoire drugspanden kent Breda derhalve een relatief veilig drugsklimaat.

Het inconsistente rijksbeleid leidt er echter wel toe dat de achterdeur van de coffeeshops, de bevoorrading, nog steeds illegaal is. Een ongewenste situatie, aangezien daarmee de kweek en toelevering van softdrugs per definitie een criminele activiteit is. De laatste jaren is de aanlevering van softdrugs in handen gekomen van professionele criminele organisaties. Bij de achterdeur vermengen soft- en harddrugs zich dus weer. Daarnaast heeft de achterdeurproblematiek de illegale thuisteelt als gevolg, die vaak gepaard gaat met overlast en mogelijk brandgevaarlijke situaties. Kortom: GroenLinks is het volmondig eens met de opmerking dat het drugsbeleid van voor tot achterdeur gereguleerd en uiteindelijk gelegaliseerd moet worden.

Derhalve aan U de volgende vragen:

  1. Heeft Breda de enquête van NRC Handelsblad ingevuld? Zo ja, mogen wij een afschrift van de antwoorden ontvangen? Zo nee, waarom niet?
  2. Bent U met ons van mening dat, ondanks de regulering, soft- en harddrugs elkaar aan de achterdeur alsnog ontmoeten, dat dit onwenselijk is en dat het daarom nuttig is om experimenten met het reguleren van de achterdeur aan te gaan?
  3. Bent U met ons van mening dat regulering van de achterdeur de problematiek rond de thuisteelt zou kunnen oplossen?
  4. Bent U bereid de juridische mogelijkheden van experimenten met regulering uit te zoeken? Bent U daarbij tevens bereid om bijvoorbeeld kleinschalige wietteelt als agrarische activiteit in het buitengebied toe te staan?

Met groene groet,

Selçuk Akinci

Homo Medicans (2) – vr 24 okt. 2008

Editie NL

Even een Gerd Leersje doen, dacht ik gisteren. Dat heb ik geweten. ‘s Ochtends belde meteen Omroep Brabant met de vraag of ik voor hun ochtendjournaal een interview wilde afgeven over mijn voorstel een coffeeshop aan de grens te openen.

Het bleef niet bij Omroep Brabant. Wanneer eenmaal het balletje is gaan rollen, buitelen de nieuwsmedia over elkaar heen om ook een kwootje te halen. Dus niet veel later wilde ook de NOS een quote en zat ik ‘s middags in het nieuwsbulletin.

Maar dat vervolgens RTL aan de telefoon hing om te vragen of ik die avond in Editie NL kon komen, dat had ik niet verwacht. Of ze de cameraploeg konden sturen. En zo gebeurde het dat ik die avond live – en behoorlijk ongeschoren – op de commerciëlen was te zien. Met iets te veel ‘euhs’ en zonder een Bredase coffeeshop op de achtergrond. Vanwege een afspraak in Utrecht is het interview voor de gelegenheid in de domstad opgenomen bij coffeeshop Le Freak.

Gelukkig is roem ontzettend vergankelijk. Ik wordt nog niet massaal herkend op straat. Daar is meer voor nodig dan één Gerd Leersje.

Homo Medicans (1) – do 23 okt. 2008

Joint

Een Gerd Leersje doen. Zo heet het wanneer een politicus voorstelt om een coffeeshop bij de grens te openen. Althans, zo noem ik het. En dus, toen het nieuws binnenkwam dat de steden Roosendaal en Bergen op Zoom hun coffeeshops allemaal wilde sluiten omdat ze teveel last hadden van drugstoerisme, klom ik in de pen om een Gerd Leersje te doen.

Geachte college,

Vandaag maakten de burgemeesters van Bergen op Zoom, Roosendaal en Terneuzen bekend dat zij hun coffeeshops willen gaan sluiten. Reden daarvoor is de overlast die veroorzaakt wordt door drugstoerisme. Niet de meest verstandige beslissing, omdat het sluiten van coffeeshops ongetwijfeld gepaard zal gaan met een groei van de illegale straathandel en een vermenging van de wereld van soft- en harddrugs. De meerderheid van de gemeenteraad in Breda heeft zich juist om die redenen altijd uitgesproken voor het doorzetten van het gedoogbeleid in Breda.

De gevolgen van de voorgenomen sluiting van coffeeshops voor Breda zijn waarschijnlijk een toename van het drugstoerisme. Bezoekers uit België en Frankrijk hebben ten westen van Breda nauwelijks een alternatief meer en zullen hun weg naar Breda weten te vinden. Het is dan ook weinig collegiaal van de andere steden om hun problemen af te wentelen op Breda. We hebben daar echter geen invloed op.

Om die reden lijkt het verstandig om de overlast die het toenemende drugstoerisme met zich meebrengt op te vangen door vlak bij de grens, op Hazeldonk, een coffieeshop te openen die zich richt op de klanten uit België en Frankrijk, opdat deze geen verdere overlast in Breda veroorzaken. Het is in feite een zelfde soort beleid als burgemeester Leers voert in Maastricht.

Gezien het bovenstaande heeft onze fractie de volgende vraag:

  1. Bent U het met ons eens dat de sluiting van coffeeshops in Bergen op Zoom, Roosendaal en Terneuzen een toename van het drugstoerisme in Breda met zich mee zal brengen?
  2. Bent U het met ons eens dat deze overlast beperkt kan worden door drugstoerisme zo dicht mogelijk bij de grens op te vangen?
  3. Bent U bereid na te denken over de vestiging van een coffeeshop op Hazeldonk? bent U tevens bereid een onderzoek naar de effecten daarvan te doen?


Met relaxte groet,

Selçuk Akinci

Homo Fumans (2) – di 1 juli 2008

De Beyerd... leeg

Op dag één van het rookverbod zijn de café’s onvermurwbaar. Waar een dag eerder nog volop en vrolijk werd gepaft, wordt het rookverbod nu strikt gehandhaafd. Alleen in Nederland kan het bestaan dat men zo gezagsgetrouw is.

Het hele café was dan ook leeg. Iedereen, werkelijk iedereen zat buiten. Nu kon dat vandaag ook prima, maar de zomer kan ook niet eeuwig duren. Ook niet in Nederland.

Ik vraag me werkelijk af wat er gebeurd is. Nederland pretendeerde toch altijd het land te zijn van de individuele vrijheid, van het sociale experiment. Het land van geloofsvrijheid, softdrugs en euthanasie. Het land waar provo zich verzette tegen de gevestigde orde. Het land van gezonde anarchie als de wetgever wat te ver ging.

Niets van dit alles. Het rookverbod wordt strikt gehandhaafd. In koffieshops mogen alleen nog pure joints gerookt worden. Daar zit immers geen tabak in. Of, zoals een Amsterdamse koffieshophouder op CNN over het rookverbod in de koffieshops zei: „In andere landen zoeken ze de marihuana in een sigaret. In Nederland zoeken ze de sigaret in de marihuana.”

Homo Conservans – do 17 aug. 2006

Balkenende

Respect, respect. Met moderne woord probeert het CDA hun aloude credo ‘normen en waarden’ weer nieuw elan te geven. In de tijd van Van Agt heette het nog ‘ethisch reveille’. Oude wijn in nieuwe zakken. Hele oude wijn zelfs. Van het soort dat er niet beter van wordt door lang bewaard te blijven.

Het CDA-programma is gepresenteerd. We, de werkende klasse, moeten allemaal weer langer werken om de AOW te betalen. Ook de AOW van mensen die er een riant pensioen op nahouden en in een villa wonen die ze dankzij de hypotheekrenteaftrek waar het CDA ook zo dol op is, met staatssubsidie hebben kunnen kopen. Zolang de AOW niet gefiscaliseerd wordt is dat de realiteit: langere werkweken om de AOW van Andries Moberg te kunnen betalen. Het moet niet gekker worden.

Nu heb ik niets tegen lange werkweken, ik maak ze zelf van vijftig tot zestig uur per week. Verschil is dat dat voor mij een keuze is. Maar het opgeheven christelijke vingertje dat mij met een misplaatst superioriteitsdenken moraliserend toebijt dat ik mijn brood in het zweet des aanschijns moet verdienen, vindt ik zum kotzen.

Maar dat is natuurlijk best verklaarbaar. Want het CDA denk in fijne gezinnetjes in doorzonwoninkjes en voor- en achtertuinen. Gezinnetjes met hond, kat en cavia. En 2.1 kinderen. Wier kinderbijslag door mij mag worden betaald. Geef mijn portie maar aan fikkie.

Ik gun iedereen zijn vrolijke gezinsleven in het dankzij de Vinex gebouwde troosteloze Suburbia van Nederland. Wie ben ik om andermans geluk te ontzeggen. Ik gun iedereen zijn kerk, Ik accepteer het luid bijeren van kerkklokken op de zo’n beetje de enige dag dat ik kan uitslapen en bedenk me dan vrolijk hoe tolerant ik toch ben. Maar daar wil ik dan wel iets voor terug: de mogelijkheid van eindeloze avonden waarin een menigte gedrogeerd en ritmisch dansend op dreunende muziek de donkere nacht wegfeest tot aan het eerste ochtendgloren. Bachanalen waar gen einde aan komt, zonder verplichte sluitingstijden en drugscontroles. Orgasmes van vreugde en genot. Bona Dea, maar dan voor mannen.

Niet dat ik zelf nou een ongekend genoegen beleef aan het gedrogeerd wegdansen en wegspoelen van de nacht. Ik wil alleen maar een punt maken.

Dag Cultuur – wo 18 mei 2005

Schrappen in het cursusaanbod van De Nieuwe Veste, abonnementsgelden van de bibliotheek omhoog en een dikke streep door de serie kamermuziek-concerten. Er origineel kun je de bezuinigingen op het gemeentelijk cultuurbedrijf niet noemen. Ik had in de raadscommissie dan ook geen goed woord over voor de besparingsvoorstellen van cultuur-wethouder André Adank.

De maatregelen zijn des te schrijnender omdat het Museum voor Grafische Vormgeving geen cent hoefde in te leveren. De budgetoverschrijdingen werden alleen verhaald op de bibliotheek en De Nieuwe Veste. GroenLinks stelde in de commissie voor om de gelden voor het cultuurbedrijf dan maar te verhogen, in plaats van hierop te bezuinigen. Na de verkiezingen kan een nieuw college dan eventueel besluiten meer geld uit te trekken voor de laagdrempelige cultuur in Breda.
Het voorstel was aan dovemansoren gericht. Er is nu eenmaal niet voldoende geld in de kas van de gemeente, zo menen de collegepartijen. Des te opvallender was dan ook dat in diezelfde vergadering, achter gesloten deuren, commissie wel bereid leek geld uit te trekken voor een luxe evenemententerrein op de Bavelse Berg. Eén ding is zeker: met de kadernota in het vooruitzicht is GroenLinks nog niet uitgepraat over deze bezuinigingsmaatregelen.

Overigens was het middagprogramma best aardig: een rondleiding langs de verschillende koffieshops. Jammer dat de partij die de ‘bonafide’ koffieshophouders in Breda de nek om wil draaien, het CDA, niet aan het werkbezoek mee wilde doen. Deze partij heeft er kennelijk geen behoefte aan om hun wereldvreemde beeld als zou elke koffieshophouder een asociale crimineel zijn, bij te laten stellen door de werkelijkheid.