Voor we er erg in hadden, was het gebeurd. Het Nederlands is beroofd van weer een mooi woord: de negerzoen is niet meer. We zullen hem missen. Net als de turkestreek, het flikkerlicht en de brillenjood.
Ophef over zogenaamd discriminerende zaken vindt ik altijd ontzettend vermoeiend. Er zijn namelijk op dat gebied nog zoveel echte problemen. Zoals discriminatie in de horeca, of op de werkvloer en tijdens sollicitaties. Dat is nog steeds een groot probleem waar na jaar en dag nog steeds geen adequate oplossing voor is. Ondertussen gaat één of andere politiek correcte klootmongool dan zeiken over de naam van een snoepje.
Het doet me een beetje denken aan die hele discussie rond de naturalisatie van Kalou. Persoonlijk kan het me niet schelen of die gast straks nu wel of niet in het ‘Nederlands’ elftal speelt. Waar ik me wel aan stoor, is dat daar een nationale discussie over losbarst, terwijl diezelfde Verdonk ondertussen massaal homo’s naar Iran terugstuurt, naar Sudan deporteert of naar Kongo verscheept, inclusief dossier. Het zijn immers allemaal ‘veilige’ landen.
Woorden die ook op de nominatie staan uit te sterven: moorkop en nichtenkit. Of gezegden zoals ‘aan de Turken overgeleverd zijn’ of ‘rijden als een Turk’. Overigens: volgens Van Dale bestaat die eerste ook in een Joodse variant: ‘aan de joden overgeleverd zijn’. Tuurlijk zijn die uitdrukkingen niet netjes. Maar ze zijn onderdeel van onze taal, onze geschiedenis. Wellicht moeten we deze uitdrukkingen juist in ere herstellen: om ons een spiegel voor te houden en te laten herinneren dat er een tijd was waarin we alleen negatief dachten over minderheden. Om ons daarna oprecht af te vragen: is er in werkelijkheid nu wel zoveel veranderd.