Homo Saltans – za 22 nov. 2008

congreskrant

Al enige dagen ging het gerucht dat de extreem-rechte organisatie Voorpost haar opwachting zou maken bij het GroenLinks-congres. En ze hielden woord. Toen ik ’s ochtends in het Tilburgse 013 aankwam werd ik, samen met alle andere congresbezoekers, uitgemaakt voor terrorist, crimineel en wat dies meer zij.

Veel verder kwamen de dames en heren demonstranten echter niet. Een beloofde infiltratiepoging bleef uit. Geen gegooi met taarten, geschreeuw tijdens de plenaire zittingen of ander congresverstorend gedrag. Jammer eigenlijk, want het was voor de rest namelijk helemaal niet zo’n spannend congres.

Ook thuis viel het toekomstcongres live te volgen, al waren de reacties op het ochtendgedeelte niet van een veel informatiever niveau dan de hoeveelheid sneeuw die er her en der in het land al was gevallen. Aangezien ik ’s ochtends verantwoordelijk was voor het verzamelen van de digitale reacties, kan ik spreken van een rustige morgen.

’s Middags werd het beginselprogramma, waarvan inmiddels gevoeglijk duidelijk mag zijn wat ik ervan vindt, na vele amendementen keurig aangenomen met slechts een handjevol tegenstemmers, waaronder ik. Naderhand vertelde een niet nader te noemen partijprominent me nog dat best te kunnen waarderen en dat zelf eigenlijk ook wel gewild te hebben.

Uiteraard eindigde alles in een feestje waarbij de GroenLinksers zich afscheidden in twee groepen: de praters, die in de foyer uitgebreid de toestand van de wereld met elkaar bespreken en de dansers, die in de Batcave elkaar fysiek uitdaagden. Waarbij ik meerdere malen op de tenen van Cerian ging staan, waarvoor excuses.

„We are raising a generation of dancers (*) ”, moeten ze in de foyer gedacht hebben. Het onderscheid tussen de leden van groep één en groep twee was uitsluitend op leeftijd gebaseerd.

*) Hunter S. Thompson

Homo Reservans – do 20 nov. 2008

toekomst

Wat doe je als je weet dat iets het maximaal haalbare is, maar je eigenlijk toch niet tevreden bent. Dat was voor mij de centrale vraag met betrekking tot het nieuwe GroenLinks beginselprogramma. En ik mocht er gisteren in Utrecht over debatteren met Jesse Klaver (enthousiast) en Bart Snels (schrijver).

Als het gaat om de dagelijkse politiek ben ik iemand die realist genoeg is om tevreden te zijn met het maximaal haalbare. Maar een beginselprogramma is een ideologisch document. En dat had wat mij betreft wel wat meer mogen sprankelen. Het oorspronkelijke programma, met al zijn tekortkomingen, had dat meer.

Daarnaast behoort het oude beginselprogramma inmiddels tot de overlevering van de partij. Het is welhaast een historisch stuk, een onderdeel van onze groenlinkse geschiedenis. En vanuit het idee van duurzaamheid vind ik eigenlijk dat je niet persé iets nieuws nodig hebt als het oude nog prima werkbaar is.

Homo Principalis – do 4 sept. 2008

Uitgangspuntenprogramma 1992

De afdelingsvergadering van GroenLinks had twee punten op de agenda staan: een interessante discussie over de Heilig Hartkerk en een aantal amendementen van leden op het concept-beginselprogramma van GroenLinks. Het bespreken van amendementen leidt bij ledenvergaderingen vaak tot welhaast eindeloos debat.

Laat ik onderhand maar zeggen wat ik daarvan vind. Ik vind het een werkbaar beginselprogramma, ik ben het er niet mee oneens, ik kan me er in herkennen maar, en dat is de bottom line, ik vind het geen verbetering op het uitgangspuntenprogramma dat er nu ligt. Het spijt me voor het vele werk van het beginselpanel dat er behoorlijk lang mee bezig is geweest, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat men te veel heeft willen stoppen in dit nieuwe programma. En dat wil nog wel eens ten koste gaan van het aanvankelijke doel en dus ook het resultaat. Een hele trits amendementen, hoe zorgvuldig sommigen daarvan ook geformuleerd zullen worden, zullen de definitieve tekst niet meer coherent en het uiteindelijke resultaat niet fundamenteel beter kunnen maken dan het uitgangspuntenprogramma dat we al hebben.

Toen David Rietveld jaren geleden ooit de motie indiende met de strekking dat het oude uitgangspuntenprogramma van GroenLinks eens tegen het licht gehouden moest worden, was ik het al niet met hem eens. Niet dat je oude uitgangspunten niet af en toe kritisch mag bekijken, maar als zo’n proces eenmaal tot gang is gezet, kan de uitkomst niet anders zijn dan dat er een nieuw programma komt. En dat vond ik niet nodig.

Toegegeven, de begeleidende teksten van het uitgangspunten zijn wat gedateerd. Veel wordt gerelateerd aan de val van de muur en het nieuwe tijdperk dat daarmee was aangebroken. Veel van de hoop die het stuk uitstraalt, de permanente vrede zou binnen handbereik zijn, is inmiddels ijdel gebleken. Desondanks hebben de 23 + 1 uitgangspunten zelf nauwelijks aan waarde ingeboeT. Een nieuw beginselprogramma impliceert dat de oude uitgangspunten niet meer gelden. Ik bestrijdt dat.

Op het congres zal ik niet voor het nieuwe beginselprogramma stemmen. Niet omdat ik het nieuwe programma niet kan accepteren. De stem moet opgevat worden als een stem vóór het oude uitgangspuntenprogramma. Ik hoop dat meer mensen dat lef kunnen opbrengen.

Homo Concludens – wo 18 juni 2008

The Future

Het toekomstproject zit erop. Althans, de fase waarin de panels regelmatig bijeen kwamen om ideeën op een rij te zetten, is afgesloten. Tijdens de laatste bijeenkomst van het panel organisatie was er twijfel onder sommigen. Want hebben we nu geleverd wat we afgesproken hebben.

Binnenkort wordt de eindversie van ons stuk, dat op dit moment nog geredigeerd wordt, vrijgegeven. Het is een visiestuk geworden met richtinggevende uitspraken. Maar de richtinggevende uitspraken zijn nog niet concreet gemaakt. Om mijn eigen stokpaardje nog maar eens te bereiden: er wordt wel gesteld dat meer betrokkenheid van leden georganiseerd moet worden tijdens de meningsvormende fase en dat het internet hierin een belangrijke rol kan spelen, maar er wordt niet duidelijk hoe dat proces ingericht gaat worden en wanneer we zover willen zijn.

Pas op zijn vroegst in het voorjaarscongres 2009 zullen de eerste concrete plannen, protocollen of statutenwijzigingen voorgelegd worden. Een aantal zaken zal zelfs een langere aanloop nodig hebben. En dan bekruipt me het gevoel: was dat een jaar geleden, toen we met dit proces begonnen, wel de bedoeling dat het zo lang zou duren.

Laat ik duidelijk zijn: ik ben het met de inhoud van het stuk grosso modo wel eens. Alleen de snelheid waarop veranderingen in de partij doorgevoerd moeten worden, is tergend langzaam. Het stuk mist af en toe scherpte.
En over het gevoelige onderwerp partijraad, lijkt wel met opzet bewust vaag gedaan te worden. Zij wordt niet noodzakelijkerwijs gehandhaafd, ook niet opgeheven en ook niet hervormd. De toekomst blijkt een weerbarstig thema.

Er wordt nog geschreven, geschaafd en aangescherpt. Dus wie weet wat er nog allemaal kan verbeteren. Mijn missie is echter voltooid. Of zij ook geslaagd is, zal bij het novembercongres duidelijk moeten worden.

Homo Impellens – vr 6 juni 2008

Fokke en Sukke zijn wanhopig

Het zou voorlopig de laatste keer zijn dat het organisatiepanel van het toekomstproject van GroenLinks bij elkaar kwam. Op tafel lag een concept van het visiestuk dat als basis gaat dienen voor het congres in November.

Openheid, dat was eigenlijk wel een beetje de kern van het concept. GroenLinks moet zich zo organiseren dat het behalve kiezersvereniging ook een open vereniging is voor debat en meningsvorming, met de blik meer naar buiten gericht. GroenLinks als netwerkpartij, die gebruik weet te maken van de expertise van leden, met een actief scoutingsbeleid en moderne, veelzijdige communicatiemogelijkheden. Een geheel aparte passage was gewijd aan de partijcultuur, die enerzijds uitgaat van vertrouwen in de veelzijdige samenleving en ruimte geeft aan diversiteit. Anderzijds wordt in die paragraaf vastgesteld dat een aantal gremia binnen de partij elkaar te veel in een houtgreep houdt: teveel checks, te weinig balances.

Toch knaagde het. Want hoewel het stuk uitging van de positie van leden en bondgenoten binnen de partij, werd nergens ingegaan op de functie en inrichting van interne besluitvormingsprocedures. Tijd om mijn basisdemocratische overtuiging nog eens uit de kast te halen.

Nu is ledendemocratie zo ingericht dat de invloed van de leden aan het einde van het proces zit. Er ligt dan een kant en klaar voorstel, en het enige dat er nog rest is het voorstel aan te nemen of af te wijzen. Ja of nee, meer smaken zijn er niet. In het beste geval kan er met een amendementje nog een tekstwijziging doorheen gejast worden, maar het blijft gerommel in de marge: weinig verheffend.

Democratie moet inhouden dat de spelers in een veel eerder stadium in het proces betrokken worden, namelijk in het stadium van meningsvorming en discussie. De uitkomst van dat proces is een stuk dat daadwerkelijk onder invloed van leden tot stand is gekomen en in essentie dus democratischer. Het stemmen over de uitkomst is slechts het sluitstuk van de ledendemocratie, niet het begin.

En zo zal het in het visiestuk ook ongeveer terechtkomen.

Homo Coepiens – wo 28 mei 2008

Idealen

Geïnspireerd door het gedachte-experiment van Simon heb ik, geheel onbevangen, in WordPerfect een blanco document geopend. Stel dat ik een beginselprogramma moest schrijven, waar zou ik dan als eerste mee beginnen? Net als Simon gebruik ik de naam Progressief Links, maar in tegenstelling tot Simon doe ik dat met spatie, aangezien GroenLinks destijds als formatie ook een spatie in de naam had.

  • Progressief Links is een politieke formatie die streeft naar een wereld waarin mensen vrij zijn zich te ontplooien en om hun leven in te richten zoals zij dat wensen, waarin kennis vrij toegankelijk is, waarin de politieke macht gelijkelijk onder mensen is verdeeld en iedereen voor de wet dezelfde rechten en plichten heeft.
  • Progressief Links streeft naar een dynamische, duurzame economie, waarin mensen vrij zijn economische activiteiten te ontwikkelen en waarbij uitbuiting (van mensen en dieren) en uitputting (van natuurlijke bronnen) worden tegengegaan.
  • Progressief Links streeft naar een wereld waarin iedereen toegang heeft tot gezondheidszorg en onderwijs en waarin iedereen is verzekerd van een bestaansminimum waarmee voorzien kan worden in voldoende voedsel en woonruimte.
  • Progressief Links streeft naar een wereld waarin natuurgebieden en diersoorten met respect worden behandeld en beschermd, omwille van het ecologisch evenwicht en de soortenrijkdom.
  • Progressief Links streeft naar een wereld zonder geweld, waarin culturele openheid, tolerantie en waardering leidraad zijn voor het handelen van landen, overheden en mensen.

Vervolgens heb ik de doelstellingen van GroenLinks uit het beginselprogramma 1992 er nog eens bij gepakt.

De doelstellingen van Groen Links zijn:

  • een democratische rechtsstaat, waarin individuele vrijheid en de vrijheid van organisatie gewaarborgd zijn en alle ingezetenen gelijke politieke rechten hebben;
  • een leefbaar milieu en herstel van het ecologisch evenwicht, in het besef dat natuurlijke hulpbronnen eindig zijn;
  • een rechtvaardige verdeling van macht, kennis, bezit, arbeid en inkomen, zowel in Nederland als op wereldschaal;
  • het recht van leder mens op een behoorlijke bestaanszekerheid, goede huisvesting en toereikende gemeenschapsvoorzieningen;
  • verzet tegen uitbuiting en onderdrukking van groepen en volkeren.

Wat me als ik de teksten naast elkaar leg in eerste instantie opvalt, is dat bij de doelstellingen van GroenLinks niet direct gesproken wordt over de inrichting van de economie en ook geen uitspraak wordt gedaan over een economisch systeem of model. Ook wordt er in de doelstellingen van GroenLinks niet gesproken over vrede en veiligheid, over culturele of mondiale verhoudingen anders dan economische, en over dierenrechten. In mijn tekst wordt daarentegen weer niet gesproken over de verdeling van bezit, arbeid en inkomen, anders dan het recht op een bestaansminimum.

Overigens, het uitgangspuntenprogramma van GroenLinks uit 1992, spreekt in de verdere uitwerking wel degelijk over de economie en over vredeskwesties. Het woord dier komt opvallend genoeg nergens terug in het uitgangspuntenprogramma.

Homo Elocutorius (2) – zo 25 mei 2008

Patrick en ik tijdens '99 Luftballon'

Nog even terug naar GroenLinks en de Top 10 die tijdens ‘GroenLinks BinnesteBuiten’ is samengesteld en mijn poging om die keuze op GroenLinkse wijze te verantwoorden.

10. David Bowie – “Helden”
„Dann sind wir Helden nur diesen Tag”. De Engels- en Duitstalige versie van het nummer Heroes, zegt dat iedereen een held kan zijn. Een mooie tekst over wat mensen kunnen bereiken. De tekst is door Bowie echter nogal ironisch bedoeld. Niet elke ogenschijnlijke heldendaad is altruïstisch van aard. Het nummer is later gebruikt voor de film gebruikt ‘Bahnhof Zoo’ over prostitutie en dugsmisbruik in het Berlijn van de jaren ‘70.

9. Alphabeat – Fascination
„Passion,is our passion, in the moonlight, on a joyride. Easy living, killed the young dudes, in the high boots.” ‘Hippe’ plaat die teruggrijpt op de jaren ‘80 en een vrolijke levensstijl vol passie en plezier voorstaat. De beleving en het opdoen van ervaringen staat centraal, maar door het gebruik van de eerste persoon meervoud is deze hedonistische levenswijze niet puur individualistisch van aard maar in essentie communautair.

8. Youssou N’dour & Neneh Cherry – Seven Seconds
„And when a child is born into this world it has no concept of the tone the skin is living in.” Grote hit uit 1994 dat de zeven seconden direct na de geboorte bezingt, waarin een baby nog geen idee heeft van de nare dingen in de wereld om hem heen. Grosso modo is het lied daarmee toepasbaar op zo’n beetje elk wereldprobleem waar GroenLinks tegen strijdt, van honger en armoede tot conflicten, racisme en milieuvervuiling.

7. Aretha Franklin – Think
„Yeah, think, let your mind go, let yourself be free. You need me and I need you, without eachother there ain’t nothing people can do”. Soulnummer dat emancipatie en gemeenschapsdenken met elkaar verbindt. Het nummer gaat over de keuzes die mensen in hun leven moeten maken en propageert het volgen van het eigen gevoel. Tegelijkertijd erkent Franklin dat mensen in hun persoonlijke ontwikkeling elkaar ook nodig hebben.

6. Marlène Dietrich – Sag mir wo die Blumen sind
„Sagt wo die Soldaten sind, was ist geschehn? Sag wo die Soldaten sind. Über gräber wehnt der wind. Wann wird man je Verstehn?” Vredesnummer van La Dietrich, dat geassocieerd wordt met (het einde van) de Twede Wereldoorlog en de strijd tegen het nazisme en fascisme. Lange tijd was Dietrich de enige Duitse die met daverend applaus onthaald werd in Israël vanwege haar bijdrage aan het varieté voor de Amerikaanse troepen.

5. Counting Crows – Accidentaly in Love!
„So I said I’m a snowball running, running down into the spring that’s coming all this love”. Gewoon een nummer over verliefd worden. En dat mag gelukkig ook gewoon binnen GroenLinks. Sterker nog: in een ontspannen samenleving hebben meer tijd om verliefd te worden en dit te consumeren. En dat behoort ook wel tot de immateriële waarden van het leven.

4. U2 – Beautiful Day
„See the world in green and blue, see China right in front of you, see the canyons broken by cloud, see the tuna fleets clearing the sea out”, zingt beroepswereldverbeteraar Bono. Beautiful Day beschrijft de schoonheid van de wereld en hoe mooi de dingen zijn die we te vaak als vanzelfsprekend beschouwen. Allemaal dingen die stuk voor stuk het beschermen waard zijn.

3. a.k.a. The Junkies – Konijntje
„Kom op konijntje doe maar wiebele, wiebele, huppel, doe maar huppele alsof je in het bos bent.” In eerste instantie een lied waarin dieren in de vrije natuur worden bezongen en aangemoedigd om van hun leven te genieten. In tweede instantie natuurlijk een zwoel, sensueel nummer waarin A.K.A. The Junkies als eerste heeft bewezen dat het Nederlands ook een beregeile taal kan zijn.

2. The Wombats – Let’s dance to Joy Division
„Let’s dance to joy division, and celebrate the irony, everything is going wrong, but we’re so happy.” Een lief bedoelde aanval op de melancholie en neerslachtigheid van de post-punk, new wave en tegenwoordig gothic en emo, en met name één van de belangrijke grondleggers van deze genre’s, de Engelse band Joy Division. The Wombats keren het helemaal om en maken van elk nummer van Joy Division een feestje. Dat in het kader van ‘de wereld is rot, lang leven de wereld’.

1. Moloko – The Time is Now
„Give up yourself unto the moment, the time is now. Give up yourself unto the moment, let’s make this moment last”. Moloko bezingt het nu. Elk moment liggen er kansen en zijn er mogelijkheden. Kijk dus niet teveel terug, maar denk over de toekomst en leef in het nu.

Homo Elocutorius – za 24 mei 2008

Patrick en ik: dj for a day

GroenLinks kwam bijeen in het kader van het toekomstproject. Eén van de onderdelen van het programma: het Imago-lab, waarbij idealen, identiteit en gevoel aan elkaar werden gelinkt. En of collega Patrick en ik dan het muzikale gedeelte wilden verzorgen.

We hadden een Top 101 samengesteld, waaruit de bezoekers vervolgens hun drie favoriete nummers mochten samenstellen. En uiteraard, GroenLinks zou GroenLinks niet zijn als zelfs daar geen principiële discussie over zou kunnen ontstaan, was er ook de mogelijkheid om zelf nog nummers aan te dragen. Waar vervolgens grif gebruik van werd gemaakt.

Uiteraard was er discussie over de groslijst en over de uiteindelijke, door de aanwezigen zelf gekozen Top 10. Zo vroeg iemand zich af waarom de Internationale niet op de lijst stond en constateerde een ander het gebrek aan protestliederen uit de jaren ‘60 en ‘70. Weer een ander vroeg zich af wat het nummer Durch Den Monsun nu in vredesnaam met GroenLinks te maken had of waarom er geen aria’s op de groslijst stonden.

De meeste commotie ontstond nog wel over het nummer Konijntje van A.K.A. The Junkies. Terwijl het toch volstrekt duidelijk is dat dat nummer gaat over respect voor dieren (oké, oké, Patrick en ik verzonnen het ook maar waar we bijstonden, wij vonden het gewoon een lekker nummer). En of de uiteindelijke Top 10 nu een heel erg typisch GroenLinks-lijstje is geworden, is de vraag. Maar misschien was dat ook eigenlijk stiekem best wel een beetje de bedoeling. We zijn al een partij die zich linksboven in het spectrum bevindt, dus een beetje een generieke muzieksmaak is helemaal niet erg.

Homo Demokratikus – di 22 apr. 2008

Fokke en Sukke

In het kader van het toekomstproject van GroenLinks heb ik een stuk geschreven over een andere manier waarop we gezamenlijk een verkiezingsprogramma zouden kunnen schrijven.

De informatierevolutie die zich sinds 1990 heeft voltrokken, biedt uitgelezen mogelijkheden om opnieuw na te denken over de mogelijkheid processen verregaand open te gooien, bijvoorbeeld in de totstandkoming van een verkiezingsprogramma. In de huidige vorm wordt een programcommissie in het leven geroepen die, al dan niet na een aantal openbare discussiebijeenkomsten, een concept-programma opstelt. De invloed die leden nu op de inhoud vaneen verkiezingsprogramma kunnen uitoefenen, komt pas aan het einde: in de vorm van de amendementenprocedure. Hoewel de leden (lees: het congres) het laatste woord heeft, is het in de praktijk amper mogelijk om dan nog een fundamenteel nieuw idee in te brengen. De ledeninvloed is dus beperkt.

Dankzij nieuwe technieken is het tegenwoordig echter wel mogelijk om met 23.000 mensen aan een document te werken. Het beste voorbeeld daarvan is Wikipedia, de internet-encyclopedie die door iedereen met toegang tot een internetverbinding is te raadplegen, te corrigeren en uit te breiden. En hoewel de discussie over de kwaliteit van Wikipedia nog lang niet is beslecht en het concept gevoelig is voor onzorgvuldigheden en moedwillig vandalisme, is met Wikipedia wel bewezen dat het mogelijk is om met een groot aantal mensen te werken aan een document, en tegelijkertijd een zeer acceptabele mate van kwaliteit te waarborgen.

Al langer liep ik met het idee om het Wiki-idee te gebruiken voor ideeënvorming binnen de partij. Ik heb daar al eens eerder over geschreven. Het aardige is dat Rita Verdonk inmiddels een Wiki heeft gebruikt om ideeën te verzamelen. Dat mislukte overigens compleet omdat vandalen de meest belachelijke ideeën op de pagina zetten. Daar zit ‘m ook meteen het belangrijkste verschil: ik wil de openstelling van de pagina beperken tot leden, waarmee het risico op balorigheid meteen een stuk kleiner is. En natuurlijk moet GroenLinks wel zorgen voor een moderator.

Benieuwd? Ik wel naar de reacties. Het hele stuk is hier te downloaden.

Homo Congrediens – do 3 apr. 2008

congres

Voorzitter Henk was niet aanwezig. Dus claimden we zijn niet verwarmde kantoor maar even als vergaderruimte. Zeventien graden is een ideale temperatuur om geconcentreerd bij na te denken.

De centrale vraag was hoe je een partijcongres boeiend kunt houden. Nu is een congres vaak niet veel meer dan een lange, plenaire zit in een steeds muffer wordende conferentiezaal, die wordt onderbroken door een lunch en wordt afgesloten met een borrel, met achter het katheder steeds dezelfde tien of vijftien gezichten die ergens voor, of juist tegen pleiten. De rest van de aanwezigen stemmen braaf voor of tegen één van de misschien wel vierhonderd voorstellen die op zo’n dag de revue passeren.

Dat kon boeiender, interessanter en levendiger, dacht ik. Wat mij betreft worden de eindeloze plenaire sessies afgeschaft. Discussies kunnen dan voortaan plaats vinden in kleinere zaaltjes, waarbij de belangstellenden kunnen kiezen aan welke parallelsessie ze deelnemen. De groep zal kleiner zijn, en de discussie breder. De discussie blijft niet beperkt tot het handjevolmensen dat voldoende spreekbonnen heeft weten te verzamelen om achter het katheder te mogen staan. Iedereen kan in zo’n zaaltje meepraten.

Besluitvorming zal altijd in de plenaire zaal moeten gebeuren. Zo ergens aan het einde van de dag. Maar niet iedereen hoeft elke discussie mee te maken. Allereerst niet omdat niet iedereen daar ook echt geïnteresseerd in is, maar ook niet omdat een te kort debat tussen te weinig mensen eigenlijk helemaal geen discussie is. Dus waarom zouden we elkaar nog langer voor de gek houden?